zaterdag 16 juli 2011

De Vrouwelijke Gruwel.. Deel 01..

Ik heb iets met sex. In feite beheerst het zelfs mijn leven. Ik heb dan ook altijd gedacht dat ik het overal en met iedereen wel zou kunnen doen. Zolang het object maar niet al te koud was en zo nu en dan een beetje meebewoog. Tot ik haar vanmiddag zag. Impotentie kende ik slechts van horen zeggen. Van gruwelijke verhalen en nare radiocommercials. Lelijkheid was voor mij een ongrijpbaar begrip. Want wat is lelijk? Probeer dat nou eens in één enkele zin te omschrijven. Maar vandaag kwamen deze twee dingen samen toen ik haar even in de ogen keek. Impotentie werd op een zomerse lentedag het gevoel de Elfstedentocht te hebben verreden en met een volle blaas op zoek te moeten naar het kleinood, wat daar toch echt ergens aanwezig moet zijn. Het begrip ‘lelijkheid’ kreeg ineens een gezicht, handen, voeten en bovenal een afzichtelijke rotkop en idem lichaam.

Ik heb iets met sex. Zo erg zelfs dat het mij niet zelden in de problemen heeft gebracht. Niets is mij namelijk te gek. Geen probeersel of experiment ga ik uit de weg. Zo kan ik mij nog helder voor de geest halen dat een keer mijn vriendin thuiskwam en ik met mijn broek op de enkels, ons konijn handig op de tafel geplaatst, mijn experimentele ding deed. Terwijl ik nog ritmisch met mijn vlakke hand op het achterwerk van het konijn sloeg, begon het gelazer al direct. Boos dat ze was, jeetje zeg. Mijn vriendin dus, want Langoor leek zich op geen enkele wijze druk te maken. Echt niet. (Knipoog) Maar zij dus wel. Schelden. Tieren. Krijsen. Kom op zeg; het was niet eens haar konijn. Ook dat nog eens een keer. Maar om even aan te geven dat ook ik het niet altijd makkelijk heb. Dat niet iedereen mij helemaal lijkt te begrijpen.

Ik heb iets met sex en dacht dat ik daarin koning was. Ik leefde in de overtuiging dat ik was wat vrouwen zochten. Nee sterker, wat ze in feite nodig hadden. Ik was de Tarzan op het nachtkastje, maar dan de versie die nooit en te nimmer nieuwe batterijen behoefde. Ik was nooit moe, had nooit een zware dag achter de rug, nimmer andere dingen aan mijn hoofd en was dus altijd inzetbaar. De lucht is blauw, water is nat, de zon warm en ik had een erectie. Die logica een beetje. Dat idee. Begrijpt u zo een beetje hoe ik in het leven stond? En dat alles zou dus ineens allemaal anders worden. Ineens. Zomaar. Toen ik haar zag. Toen ik haar heel even aankeek. Toen lelijkheid samenkwam met datgene wat ik nooit zou hebben kunnen raden. Waar ik nooit en te nimmer ook maar één moment bij stil had gestaan. Impotentie is een vervelend iets, dat hoef ik u niet te vertellen, hoogst waarschijnlijk, maar toch was er ook een ander gevoel wat de overhand leek te hebben. Namelijk respect.

Ik heb iets met sex, maar toen ik haar vandaag zag, bleef daar niets van over. Ineens was alles weg. Ik had een object gespot, een vrouw, waar ik het echt niet mee zou kunnen doen. Het voelde vreemd en onwennig. Eigenlijk wist ik mij er gewoon geen raad mee. Maar van nog groter belang was dat ze daar met een gevulde kinderwagen stond. Ooit was ze dus zwanger geraakt en we weten allemaal hoe dat komt. En ik zou dat dus niet hebben gekund. Met de beste wil van de wereld niet. Ik dacht dat ik koning was, maar blijkbaar was er iemand die mij zonder moeite van de troon zou kunnen stoten. (Vergeef mij overigens maar direct deze walgelijke woordspeling). Er was daar iemand die schamper zou moeten lachen als hij ooit ook maar iets zou horen over mijn prestaties. Iemand die blijkbaar echt helemaal nergens om gaf. Voor wie lelijkheid en impotentie nooit en te nimmer die fatale combinatie kon zijn, die mij nou juist zo keihard had weten te raken.  

Ik voelde mij zwak en misselijk. Een nietsnut. Een oude man die wel wil, maar het gewoon niet meer kan. Ik ben een beelddenker. Kent u dat begrip? Maakt niet uit. Ik ga u er in het tweede deel van dit betoog van alles over vertellen. U uitleggen wat bij mij die fatale kortsluiting veroorzaakte. Over wat ik vanmiddag zag. Behalve een aankondiging is dat ook een waarschuwing. Mocht u namelijk iets met sex hebben; daarna niet meer. Daarna is het over en uit. Net als bij mij. Vanaf het moment dat ik haar zag. Toen lelijkheid een gezicht kreeg. Afzichtelijkheid vorm aannam. Vanaf vanmiddag. Toen we elkaar heel even aankeken. Ik heb iets met sex, maar er zijn blijkbaar grenzen. Bikkelharde grenzen, maar heel erg duidelijk. We spreken elkaar dus nog. Binnenkort. Tegen wil en dank. Wedden?