zondag 27 december 2015

De Vaderlijke Heldhaftigheid..

Ik ben een held. Een echte. Daar waar het onheil nadert, ben ik. Daar waar paniek dreigt, ben ik. Daar waar alles compleet spaak lijkt te gaan lopen; ik dus. Sterker, soms ben ik overal tegelijk. Ik red. Ik doe. Ik heb het er bij tijd en wijle akelig druk mee. Ik draag geen cape en geen masker. Maar voor hetzelfde geld was dat wel het geval geweest. Het zou me niet misstaan. Mijn ranke lichaam gehesen in een strak pak in felle kleuren. Strak, om de luchtweerstand tot een minimum te beperken en snel op de plaats delict aanwezig te kunnen zijn. Dat masker als symbool voor mijn bescheidenheid. ‘Ja, ik ben een held, maar ik loop daar liever niet mee te koop.’  En die cape omdat het gewoon cool is. Zoveel mannelijkheid dat zelfs iets nichterigs als een cape daar niets aan af doet. Maar echte helden doen daar niet aan. Dat hoeven wij niet.

Ik luister. De hele dag door. Ik ben op mijn hoede. Ieder geluid anders dan verwacht is verdacht. Ik kijk. Ik let op. Mijn oren zijn gespitst. Mijn ogen zijn open. Dag en nacht. Slapen is een achterhaald idee. Slapen doe je als er niets te vrezen is. Dan kan het. Maar in de rol die ik mij heb aangemeten is vrees nooit ver weg. Ligt het op de loer achter iedere hoek. Achter elke steen. Elke doodnormale, alledaagse situatie kan er plots één zijn die tot actie moet manen. Aan mij de taak om daar dan volledig klaar voor te zijn. In de startblokken te staan. Ik heb er dus geen een, maar in feite zou mijn cape 24/7 fier wapperend symbool moeten staan voor veiligheid. Voor geborgenheid. Voor het gevoel dat je nooit iets kan overkomen. Ik ben de grote broer van iedereen die geen grote broer heeft, maar er zo nu en dan wel eentje zou kunnen gebruiken.


Ik heb er een hekel aan te pochen met mijn heldendaden. Past gewoon niet bij mijn karakter. Maar mag ik wat voorbeelden geven van de afgelopen week?  Ik heb speelgoed gevonden dat kwijt was. Net als spenen, schoenen en jassen. Ik heb  monsters verjaagd. Die in donkere hoeken zaten, juist op het moment dat de slachtoffers in kwestie wilden gaan slapen. Ik heb daarna tot in den treure ‘poesie mauw’ gezongen. Ik heb met Duplo gespeeld. Barbies en andere poppen aangekleed en terloops afgerukte ledematen terug moeten plaatsen. Sowieso heb ik dingen moeten maken die eigenlijk helemaal niet meer te maken waren. Ik heb haren geborsteld. Verveeld op de rand van het bad gehangen tot ze eindelijk uitgespeeld waren. En ik deed nog veel meer. Want ik ben een held. Een echte. En ooit, waarschijnlijk pas als ík er niet meer ben, komt er een dag dat mijn dochters dat ook inzien. En trots aan hun kinderen zullen vertellen, over die oude held van weleer.  

donderdag 17 december 2015

Geschiedenis voor Niemand..

Er zijn veel redenen te bedenken waarom deze wereld het niet gaat redden. Nou ja, de wereld zelf gelukkig wel, maar wij niet, de mensheid. Het is een kwestie van tijd en dan houdt het op. Zijn we er niet meer. En dan is er zelfs niemand meer die zou kunnen terugdenken aan de tijd dat we er wel waren. Dat laatste is wel cynisch als je daar goed over nadenkt. We vonden onszelf over het algemeen verdomd belangrijk. Maar als de mensheid geschiedenis is, dan is er geen geschiedenis over de mensheid. Althans, er is geen levend wezen op aarde wat zich ooit nog druk om ons zal maken. ‘Nou nou, ho ho, Wakend Oog, moet dat nou weer zo somber?’  Zo somber is dat helemaal niet.

Want er zijn veel redenen waarom deze wereld het niet gaat redden, maar de ergste zijn wij zelf. Niet allemaal hoor, ik ga ons nou niet over één kam scheren. Maar wat loopt er veel raar volk rond. Egoïstisch betweterig tuig. Voor wie het nooit genoeg is. Die altijd lopen te zeiken. Die altijd wel iets weten te vinden anderen teleur te stellen of te raken. Die het eigenbelang voorop stellen. En is het niet dat belang, dan toch wel het ego. Lieden die zich nooit en te nimmer zullen inleven in anderen. Verbaal de botte bijl hanteren. Zichzelf verheffen boven alles en iedereen. Pure domheid en een gevaarlijk soort zwakzinnigheid proberen om te zetten in een uiteindelijk zielige uiting van intelligentie.


Er is veel van dit soort gespuis. Kudtvolk dat overal verstand van denkt te hebben, maar uiteindelijk de wereld met lege handen achterlaat. Kijk naar de politiek. Kijk naar grote bedrijven. Tuig met dikke auto’s en kleine piemels. Het tinnef onder de mensheid. Maar dat voor een belangrijk deel ons reilen en zeilen bepaald. En dat kan niet goed gaan. Sterker, dat gaat niet goed. Heel langzaam gaan we eraan. Ten onder aan ego’s. Ten onder aan hen die nooit genoeg hebben. Ten onder aan onszelf. Want we staan erbij en kijken ernaar. Laten het ons gebeuren. We weten het allemaal, maar staan niet op. Vechten niet. In feite zijn we al gevallen. Bestaan we niet meer. En is de rest geschiedenis. Geschiedenis voor niemand. 

zaterdag 5 december 2015

Het Grote Relativeren..


Een kleine overpeinzing. Mag dat even? Ik heb vanavond met mijn twee kleine wereldwonderen het sinterklaasfeest gevierd. En het was vet cool. Want het sinterklaasfeest vieren met kleine mensjes die echt denken dat er een oude meneer is die iedereen voorziet van allerlei leuke cadeaus is prachtig. Ik kan het iedereen aanraden.  Het is goed voor je relativeringsvermogen. Het zijn helemaal niet de Grote Zaken die er toe doen. Laat je niet voor de gek houden. Of nog beter gesteld; hou jezelf niet voor de gek. Het gaat om de kleine dingen. Bijvoorbeeld het sinterklaasfeest vieren met twee mini-mensen voor wie alles nog echt is. Die zijn zoals je zelf graag nog had willen zijn. Naïef en goedgelovig. Zonder dat dit allerlei vervelende consequenties heeft.
Gisteravond al was Sinterklaas in hoogsteigen persoon langs geweest. Met maar liefst drie zwarte Pieten. Ze kwamen een geheime brief brengen. Inclusief rode zegels. Deze brief mocht vandaag niet eerder dan een vastgestelde tijd worden geopend. Anders zou de brief zichzelf vernietigen. Nou, daar wordt niemand blij van natuurlijk. In de brief stonden aanwijzingen waar vandaag de cadeaus verstopt waren. Het was de allerbelangrijkste brief ooit geschreven. Ik weet niet hoever een zesjarig meisje zou gaan een enveloppe met heuse zegels te verdedigen, maar na vandaag schat ik in dat het verdomd ver zou zijn. Een brief van Sinterklaas. Geheim en persoonlijk overhandigd bovendien. Hoe cool is dat?
En dan vandaag. Vanavond. Ha! Het openen van de brief. Nooit eerder werd post zo zorgvuldig geopend. Daarna de zoektocht naar de jute zakken met moois. De opwinding als er een zak gevonden was. Jut van Zes, in strak samenwerkingsverband met  zusje Jul van Drie. Kreten slakend. Blijdschap tonend. Gesleep met zakken en elkaar aanwijzingen gevend. Jut, de natuurlijk leider van Jul, die eigenlijk nog steeds geen idee had, maar dapper haar steentje probeerde bij te dragen. Daarna het uitpakken van de cadeaus. Maar ook het zorg dragen voor de distributie. De regie volledig in kleine handen. De opwinding. Die gezichten vol blije spanning. De blijdschap na het uitpakken van wat moois. Die blikken van tevredenheid. Van puur kindergeluk. Geloof hebben in de mooie dingen die er zijn. Want die zijn er. Altijd. Relativeringsvermogen. Mijn mooiste cadeau van vanavond.

donderdag 26 november 2015

Met Hier en Daar een Bui..


Het regent.
En dat gaat alles behalve geruisloos.
Als ik de geluiden moet geloven hebben we het over druppels van minimaal een meter in doorsnee. De herrie is oorverdovend. Of iemand woedend staat te stampvoeten op mijn platdak. Of er een klein leger van deurwaarders op mijn ramen staat te bonken.
Het regent.
En het maakt kabaal.
Of al mijn gedachten zich  in één keer willen laten gelden. Bonkende vuisten in mijn hoofd die zo laten weten naar buiten te willen. Dat mijn hoofd te klein is voor al het groots wat ze de wereld willen laten weten. Ze roepen, ze schreeuwen. Ze slaan op die dunne muur van wat echt is en wat niet.
Het regent.
Man, wat een herrie.
Grote druppels. Een spectaculair geluid. Dit zijn de momenten dat de angst toeslaat. Alles staat blank. Nu naar buiten gaan is het water tot aan de lippen hebben staan. Nat worden om nooit meer te drogen. Sterker; om uiteindelijk te verdrinken. Wat nu gebeurt is extreem. Zo erg is het nog nooit geweest. Maar dat dacht ik de vorige keren ook.
Woorden. Gedachten. Dingen die ik graag zou willen vergeten. Waarheden die niet echt hadden mogen zijn.
Het regent.

Het regent in mijn hoofd.

zondag 15 november 2015

De Geestelijke Leegheid..


‘’Jezus Christus.” Dacht God. “Het is toch godverdegodver niet te geloven? Schep ik een wereld en dan is het uiteindelijk allemaal voor Jan Klootzak. Zoveel werk, zoveel moeite. En waarvoor?’’ Stampvoetend probeerde God zijn ongenoegen, zijn boosheid te uiten. Maar stampvoeten op een wolk is kudt. Want dat heeft betrekkelijk weinig effect. Sterker, proberen te stampvoeten op een wolk, Goden zitten nu eenmaal de wereld te overzien op wollige wolkjes, dat weet iedereen, zag er een beetje dom uit. Maar dat strookte wel aardig met hoe Hij zich voelde. Dom. Dik zes dagen druk aan de gang om van alles en nog wat te scheppen. Met als resultaat niks. Nul komma nul. Alles voor niets. Goddank stond die zevende dag in het teken van rust. Anders zou het helemaal voelen of je in den  goddelijke aars genomen was.
Want dan schep je dus een wereld en dan is dit het resultaat. De jaren telden zich op tot nu, 2015, en dan nog zijn er mensen die denken dat je echt bestaat. Terwijl je er alleen maar even was om destijds de onzekerheden bij de mensen weg te nemen. Zo’n grote bal in de ruimte, waar dan allemaal mensen op wonen; geheid dat daar vragen over kwamen. En dus leek het een paar duizend jaar geleden best een goed idee te bedenken dat er een God was. Die had dit allemaal gemaakt. Hij regelde de boel en overzag alles. Lekker makkelijk voor het onderontwikkelde volkje wat er destijds rondliep. Dat gaf antwoord op vele vragen. Nam een hoop onzekerheden weg. Konden zij zich in alle rust ontwikkelen. Maar dat deden ze niet. Althans, een belangrijk deel van die gasten niet. Die bleven hangen in de dingen zoals ze waren. En weigerden zelf na te denken.
God schiep de wetenschap. Sleutelde flink aan het denkvermogen van Zijn mensjes. Deed echt wel zijn best om te laten zien dat Hij niet echt was. Maar het wilde er bij een groot deel van zijn creaties gewoon niet in. En die bleven dus maar aan Hem hangen. Of aan een zelfbedachte variant. Nee, het werd zelfs nog erger. Ze sloegen elkaar er de hersens voor in. Schoten elkaar dood. Of God mag weten wat nog meer aan ellende ze in Zijn naam veroorzaakten. Maar God wilde dat helemaal niet weten. Dit ging helemaal mis. Ooit was Hij een hulpmiddel geweest, een leugentje om bestwil, om het dom volk wat gerust te stellen. Maar kom op, welke zelfverzonnen Grootheid had ooit kunnen bedenken dat in Zijn naam, anno fucking 2015, mensen dood zouden gaan omdat een handvol  geestelijk achtergestelden, compleet gestoorde randdebielen, qua denkvermogen nooit verder zou komen dan het jaar nul?
Religie is gif. Religie is domheid in het kwadraat. Religie is voor hen die het echte leven niet aankunnen. Die niet de moeite willen en kunnen nemen, om na te denken over de dingen zoals ze nu eenmaal zijn. Religie is gemakzucht. Luiheid. En pure lafheid. Religie is maatschappelijke kanker. En dan ook nog eens een vorm die in combinatie met andere varianten van deze vreselijke ziekte op zijn ergst is. Het ene gezwel dat dat het ander het dodelijke licht in de ogen niet gunt. Religie is geestelijke hebzucht. En armoede tegelijkertijd. Niet dat alle problemen in de wereld opgelost zouden zijn zonder deze vreselijke fout in het menselijke denken. Maar God, wat zouden we een end zijn. Wat zou het een prachtig begin zijn. God keek nog een keer met afschuw naar beneden. Schudde het hoofd. En hoopte voor één dag echt te mogen bestaan. ‘’Wat zou het er na die ene dag toch verdomd anders uitzien daar.’’ Verzuchtte Hij. En even machteloos als boos, stampvoette Hij nogmaals in het luchtledige.

zaterdag 17 oktober 2015

Groot Klein Leed..


Ik koop voor dik 69 cent een rol vuilniszakken bij de Action. Twintig stuks in compacte verpakking. Nah, dat is niet duur, toch? Maar uiteindelijk kun je er dus niks mee. Zelfs een leeg kunststof bekertje flikker je zo door de bodem heen, zo dun en akelig van kwaliteit is dat spul. Je zou er ook shaggies mee kunnen draaien, dat idee een beetje. In feite gooi  je dingen op de grond, maar dan door een grijs stuk plastic heen.  Kost maar 69 cent en je hebt dan ook echt niks.
Ik schaf bij een gerenommeerd Zweeds bedrijf een lamp aan voor het plafond. Een plafonniere. Die onmogelijk te bevestigen is. Terwijl je het ornament tegen het plafond moet klemmen, moet je ook een clipje vasthouden waar dan een palletje ingedraaid dient te worden. Terwijl je je ook stugge electrakabels in een te klein houdertje moet steken. Dit is achteraf, wegens ruimtegebrek, onmogelijk. Betekent dus dat je op een huishoudtrappetje, met een schroefboormachine tussen de knieën geklemd, die lamp met je kin tegen het plafond gedrukt, dat palletje in dat clipje moet draaien. Lukt dus niet. Al word je honderd. Je hebt een man of vier nodig om dat ding op te hangen. En dan nog kijk je elkaar zo nu en dan even wanhopig aan.
Er zijn blikken groente met een clipje. Dan heb je geen blikopener meer nodig. Als je aan het clipje trekt breekt deze af en heb je een blikopener nodig. Men verkoopt jus de orange in zakjes. Met een rietje. Steek het rietje in het zakje en het sap loopt via je mouwen je zondagse pak in. Men verkoopt soep in de vorm van worsten. Serieus. Inclusief dezelfde manier van verpakken. Weet u wat er gebeurt als je daar je mes inzet? De gebruiksaanwijzing van  het rolgordijn wat ik onlangs kocht is geschreven door een Chinees. Een blinde. Die niet kan tekenen. En sowieso geen enkel idee heeft wat een rolgordijn eigenlijk is.
Als het lampje van de koplamp van mijn auto moet worden vervangen, moet dat via de achterklep, of zo. In elk geval red je het zelf niet en met die jongens van de Kwik-Fit maak je ook geen vrienden als je voor komt rijden. Mijn recent aangekochte SD-kaart zat dusdanig verpakt dat ik hem uiteindelijk met onverwoestbare verpakking en al aan de muur heb geschroefd. Kan ik er in elk geval zo nu en dan even naar kijken. Ik koop voor dik 69 cent een rol vuilniszakken bij de Action. Maar ik kan er niks mee. Want ik kan er dus al die andere zooi niet in kwijt. Het plastic is zelfs te dun om over de harses heen te trekken van fabrikanten die hun troep van inferieure kwaliteit vrijelijk aan de man mogen brengen. Soep verpakt als worsten. Sterf, hufters. Sterf.   

zaterdag 3 oktober 2015

Begin van het Einde..


Nou, het mocht allemaal even duren en het hield nogal wat, maar mijn huis gaat nu dan toch echt wederom helemaal officieel de verkoop in. Hoewel ik ‘officieel’ dan altijd een beetje gekke uitspraak vind. Kan dat ook onofficieel dan? En hoe werkt dat dan? Dan wordt het aangeboden via obscure websites met van die porno-banners? Of staat er dan iemand ergens in de stad passanten een donker steegje in te lokken om hen vervolgens een koopcontract, al dan niet voorlopig en onder ontbindende voorwaarden, door de strot heen te duwen? ‘Ontbindende voorwaarden’ klinkt trouwens ook allesbehalve smakelijk. Maar dat terzijde. ‘Officieel te koop’ zal een makelaarsterm zijn, denk ik. Zodat het heel belangrijk klinkt. Jammer dat ze daar nog niks in het Engels voor bedacht hebben. Zou nog veel meer indruk maken. Want Engelse termen zijn cool. Toch een beetje een achtergesteld volkje, makelaars. Dat zie je dan maar weer.
De eerste makelaar die mijn huis kwam bekijken was een vreemde man. Hij rende een beetje door het huis heen, maakte zijn vinger nat om de maten van de diverse ruimtes te bepalen, klopte soms op de wanden of schopte zachtjes tegen de keukenkastjes. Ik denk dat hij vroeger in de autohandel zat. Die lopen ook altijd een beetje nonchalant om je auto heen en schoppen dan tegen je autobanden. Zachtjes, met het puntje van hun gladde instappertjes. En dan weten ze wat je auto waard is. Zo’n soort makelaar was dit ook. Voor de rest vond ie het huis vooral kudt. Ik ook, daarom wil ik weg. Maar van iemand die jouw huis aan de man gaat proberen te brengen verwacht je iets meer enthousiasme. Enfin, daarna een lulverhaal over hoe vaak zijn site werd bekeken (door zijn moeder waarschijnlijk, hoewel dat een aanname van mijzelf is) en dat Funda dan misschien wel heel groots is, maar dat er toch niets gaat boven een advertentie in de plaatselijke Zondagskrant. Ik beaamde dat, voegde eraan toe dat internet in feite weinig meer dan een rage was en nam afscheid.
De tweede huizenverkoopmeneer was een stuk positiever. Dat loog en speelde hij, maar dat geeft niet. Het gaat erom hoe mensen hun enthousiasme kunnen veinzen. Tenminste, als je een makelaar in de arm neemt. Mijn vriendin neem ik geveinsd enthousiasme namelijk wel kwalijk. Maar dat zal ook wel een beetje mannelijke trots zijn. Je eigen met het zweet op je harses liggen drukmaken en dan zien dat het weinig effect heeft, is nu eenmaal voor niemand leuk. Maar ook dat even terzijde. Deze meneer gaat proberen mijn riante woning op loopafstand van het centrum, en allerlei andere voorzieningen, te verkopen. En officieel dus, ook dat. Inmiddels is er een heuse stylist langsgeweest. Die vertelt dan welke Action-zooi wel mag blijven staan en welke niet. Dat urinespetters op de wandtegels van het toilet not done zijn en je de komende tijd moet proberen niet in de badkuip te kotsen. Zodat er maandag iemand foto’s van het huis kan komen maken. Top.
Nou, dan mocht het allemaal even duren en dan hield het allemaal wat in, maar dan gaat mijn huis dus toch echt wederom de verkoop in. Wederom, inderdaad. Want een jaar of drie terug wilde het allemaal niet zo lukken. Maar de tijden zijn veranderd. Tegenwoordig slaan potentiele kopers elkaar weer gewoon de hersens in voor een supercool huis. Maar ook die van mij moet wel lukken. Al was het maar vanwege de geschiedenis. Het feit dat ik hier heb gewoond. In dit huis is het Wakend Oog ontstaan. Hier hebben wij ons eerste boek geschreven en zijn we druk doende met het vervolg daarop. Weet u nog, die verhalen over vloeren bezaaid met bierblikken en lege flessen wijn? Dat was allemaal hier. Hier, in dit huis, liggen onze roots. Dit hier is de plek waar alles begon. En nu gaat dat de verkoop in. Alsof het een object is. Een ding. Een gevoelloos iets. Officieel bovendien. Weet u dat het me eigenlijk best wel raakt? Zal ik het anders gewoon nog één keer doen? Zo’n avond met lege bierblikjes en flessen wijn op de grond? En dan, voor de foto en lange leve Funda, nog één keer in de badkuip kotsen? Want mooi was die tijd. Vraagprijs 139.000. Vanaf dinsdag. Want maandag wordt niks.  

zondag 6 september 2015

De Rare Wereld..


Wat een rare wereld is het toch. Van de week een foto van een dood jongetje op een strand. Verdronken. Iedereen en zijn ouwe moer erbij om verontwaardiging uit te spreken. Vluchtelingen en zo. En de harteloosheid van het westen. Wijzende vingertjes. ‘Zie nou wat ervan komt’. Als je hiervan geen enorm schuldgevoel zou krijgen dan was je echt een botte boer. En een racist natuurlijk. Want als je het niet zo’n lekker idee vindt om massa’s mensen deze kant op te laten komen dan ben je een enge Wilders-aanhanger. En een enge Wilders-aanhanger zijn; dat gun je zelfs je ergste vijand niet. Dieper kan een mens niet zinken. Enge Wilders-aanhangers staan erom bekend jongetjes van drie eigenhandig te verdrinken als het ze zo uitkomt. Zo zijn ze. Maar goed, de foto ging de hele wereld over. En men buitelde over elkaar heen dit plaatje te gebruiken voor eigen gewin. En ieder kritisch geluid over wat op dit moment gaande is de kop in te drukken. En Samsom van de PvdA had er zelfs helemaal een beetje slecht van geslapen. Ah gos.
Een paar dagen later bleek het verhaal iets anders in elkaar te steken. Het jongetje was nog steeds dood. Dat wel. Zijn zusje ook trouwens. En zijn moeder. Maar ze bleken niet op de vlucht te zijn geweest. Het was een Koerdisch familie en die woonde al een aantal jaar in Turkije. En dat ging eigenlijk best lekker. Want zoals u misschien wel weet is er in Turkije op zich niet zo heel veel loos. Er is geen oorlog. In feite zou je het een veilig land kunnen noemen. Sterker, ik heb mij weleens laten vertellen dat er heel veel Nederlanders in Turkije op vakantie gaan. Nou, dan weet je zeker dat het veilig is. Geen laffer volk op aarde dan Hollanders, dus die hebben echt wel gecheckt op de site van  Buitenlandse Zaken of er een negatief reisadvies gold of navraag gedaan bij het plaatselijke filiaal van de ANWB. Maakt u zich daar maar niet druk om. Waarom dan toch je familie in en brakke rubberboot zetten om de oversteek van Turkije naar Griekenland te maken? Waarom dit enorme risico nemen?
Omdat pa een slecht gebit had. En dat vond ie kudt. Dat moest anders. Maar wel tegen een billijke prijs. Het liefst gratis. En, dat weten we allemaal, dan moet je bij ons in Europa zijn. Roep dat je een vluchteling bent en je kan hier niet meer stuk. Want in Europa zijn heel veel mensen die denken dat het geen enkel punt is honderdduizenden mensen, als het even kan miljoenen, met open armen te ontvangen. Want geld groeit aan bomen. Ruimte zat en botsende culturen daar komen we samen wel uit. En pa had dat ook gelezen. Dus hup, rubberboot in en ergens onderaan die regenboog in de verte staat een  ketel met goud. En die ketel is helemaal voor jou. Want je bent een zielige vluchteling. Maar het ging een beetje mis he, pa? Je halve familie dood. Bah. Maar bovendien loop je nog steeds rond met een gebit van niks. Ik heb met je te doen. Daarom nodig ik je bij deze uit. Kom bij mij. Dan ram ik eigenhandig dat godvergeten klote gebit uit je egoïstische leugenachtige waffel. Ow. En die foto van dat jongetje? En de oproep ons schuldig te voelen? Nee, die heb ik niet meer gezien. Die boodschap stierf in alle stilte. Net als dat jochie die nacht. Wat een rare wereld is het toch.

dinsdag 11 augustus 2015

De Uitdaging..


Anders is Beter, Beter is Anders..


Ik was weg, maar ben weer terug. Ik was ver weg. Maar misschien had dat niet eens gehoeven. Soms is het genoeg even niet te zijn waar je normaal gesproken bent. Het gaat er even om dat je wat anders ziet. Nee, niet eens dat. Het gaat erom dat je ergens bent, waar je kunt zien dat het ook anders kan. En dat deed ik. Ik was even weg. Om dat te kunnen beoordelen. En nu ben ik dus weer terug. Er zijn mensen die dit ‘vakantie’ noemen; even weg zijn en dan weer terugkomen. Maar ik niet. Echte denkers gaan daar anders mee om. Ik vind het dan ook extra jammer dat ik weer terug ben. Want ja, het kan dus echt anders. Het hoeft niet te gaan zoals wij denken dat gangbaar is. Het kan beter. Het kan mooier. Het kan makkelijker.
Als ik in mijn normale omgeving iemand ‘goedemorgen’ wens, word ik aangekeken of ik gestoord ben. Oudere vrouwtjes verstevigen hun greep op het handtasje, anderen zeggen domweg niks terug of mompelen dingen die ik niet kan verstaan. Maar niet zelden met een gezichtsuitdrukking waaruit ik op kan maken dat ze mij niet bepaald hetzelfde wensen. Sta een fractie van een seconde te lang stil bij een zojuist op groen gesprongen stoplicht en men ramt hier op de toeter of hun leeg en zinloos leven ervan afhangt. Ik heb daar, waar ik was, weken geen toeter gehoord. Gewoon, omdat zwakzinnig gestoorde verkeerstokkies daar dusdanig zeldzaam zijn, dat het een wonder is als je ze tegenkomt.

Gezucht en openlijk gekreun als iemand bij de kassa in de supermarkt niet zo snel is? Heb je daar niet. Sterker, die mensen hebben er waarschijnlijk geen idee van dat het bestaat. Als je ze zou vertellen dat er mensen zijn zoals bij ons, die zich openlijk lopen te beklagen dat ze iets langer dan normaal moeten wachten, verklaren je ze voor gek. Gaat er gewoon niet bij ze in. ‘Waarom?’ Zouden ze vragen. ‘Wat schiet je ermee op. Gaat het dan ineens sneller?’ Ik zie de niet begrijpende blikken helemaal voor me. Nou, leg jij dan maar eens uit dat het niet sneller gaat als mensen lopen te zieken, zeuren, zemelen, asociaal gedrag vertonen of ronduit grof zijn. Maar dat het te maken heeft met verstandelijke vermogens. En dan vooral de beperkingen op dat vlak. Dat een combinatie van zilte zeelucht en teveel mensen op te weinig vierkante meters, een hele natie dom en asociaal maakt.

Ik was weg, maar ben weer terug. Ik was best ver weg. Maar zoals ik al zei had dat misschien niet eens gehoeven. Als je maar even weg bent van waar je normaal gesproken bent. Zodat je de gelegenheid hebt je normen en waarden een beetje bij te stellen. Weer even een op een rijtje kunt zetten wat nou wel en niet normaal is. Tenminste, als je naar een plek gaat waar niet teveel lieden zijn die normaliter bij stoplichten achter je staan of die je herkent van vreemd gedrag elders op straat of in de supermarkt. Want naar dat soort oorden moet je niet gaan. Dan kun je net zo goed thuisblijven. Ga naar daar, waar zij niet gaan. Het moet er saai zijn. Alles moet langzamer lijken te gaan en natuurlijker. En mensen moeten er ‘goedemorgen’ zeggen als je ze in de vroege ochtend tegenkomt. Vooral dat. Zonder verbazing, angst of wantrouwen. Dan ben je echt even weg. En kun je heel even jezelf zijn. Tenminste, mensen zoals ik. Dromers. Die zouden willen dat dáár overal was. Maar zeker hier. 

dinsdag 23 juni 2015

Hoofdstedelijke Waanzin..


Serieus, er bestaan dus gewoon mensen die er trots op zijn dat ze in Amsterdam wonen. Echt waar. Die vertellen dat dan openlijk. En vaak zwijgen ze daarna dan even zodat jij kans hebt om te reageren. Met verbazing. Aanbidding of door het tonen van een zekere afgunst. Soms kijken ze je dan ook een beetje aan. Zodat ze in je ogen het resultaat zien van hun openbaring. Want ja, als je in Amsterdam woont ben je natuurlijk vet cool, en zo. Tenminste, dat vinden ze zelf. En die bevestiging willen ze dan natuurlijk graag even zien. Een beetje als een kind van vier dat graag wil dat je een positieve mening geeft over zijn laatste werkstukje. Voor dat kind van vier wil ik nog wel een beetje in de rondte liegen. Maar voor lui die in Amsterdam wonen, en daar trots op zijn, natuurlijk niet.
Sowieso is het gek. Want waar ben je nou eigenlijk trots op? Dat je zes keer zoveel voor je huis betaalt dan elders? Dat in je eigen stad de voertaal zo’n beetje Engels of Arabisch is? En over taal gesproken; je zal toch op een ochtend wakker worden met een Amsterdams accent. Mijn god nog aan toe. Dan sta je toch voor lul, met je spraakgebrek? Nog erger dan, echt, die bestaan ook; mensen die helemaal niet uit die stad komen maar wel dat taaltje over gaan nemen. Omdat ze het cool vinden. Daar indruk mee denken te maken op het, in hun ogen, provincie-gajes. Man man man, welk een verknipte blik op de wereld heb je dan wel niet? Denk je nou echt dat je indruk op wie dan ook in Nederland maakt als jij je waffel opentrekt? Misschien dat ze het sneu voor je vinden, maar daar houdt het echt wel bij op.
Is het al vreemd dat je trots op iets bent waar elk weldenkend mens zijn schouders over ophaalt, of gewoon blij is niet in jouw schoenen te staan, bizar is het helemaal dat ze er openlijk voor uitkomen. Zoals ik niet snel zou vertellen dat ik al tijden rondloop met een anale schimmelinfectie, daar heb je het gewoon liever niet over, ga je toch ook niet vertellen dat je een domme pauper bent die in een compleet verloren gebied van Nederland woont? Waar je leegloopt op alleen al de kosten je auto te mogen parkeren? Kom op, toon een beetje realiteitszin. Die stad is verloren. Een drukke, ongeorganiseerde tyfusbende vol met dom, achterlijk, agressief kudtvolk. Dat is het. Muur eromheen en afscheiden van Nederland. Van mensen die er nog wel wat van willen maken. Trots zijn op het wonen in Amsterdam. Jezus. Of zullen ze dát soms bedoelen met die zogenaamde onvervalste Amsterdamse humor?

zondag 21 juni 2015

Vader's Dag..


Opgedragen aan hem, wie vanmorgen één cadeau te weinig kreeg.

 
‘’Ik weet het, je bent dood. En ‘dood’ is akelig definitief. Het betekent dat je hier nooit meer binnenstapt. Het wil zeggen dat ik nooit je stem meer hoor. Het komt erop neer dat ik je nooit meer zie. Of je nooit meer aan kan raken. Of boos op je kan zijn. Ik probeer nu het besef aan te leren hoelang ‘nooit meer’ eigenlijk wel niet is. De eerste resultaten van die leerweg zijn ronduit kudt. ‘Nooit meer’ is erg lang. Ik kan daar verdomd slecht aan wennen. Eigenlijk denk ik zelfs dat ik dat nooit ga redden. Ik moet ermee omgaan, dat wel. Maar dat is een heel ander verhaal. Wennen gaat het niet. Niet tijdens deze sessie, de eerste weken dat ik zonder jou moet leven, maar ook daarna niet. Nu jij er niet meer bent zijn de dingen anders. Nee, ik zal het nog sterker vertellen; niets is meer zoals het was. Ik mis je. Godverdegodver, wat mis ik je.’’

Vaders en dochters, het blijft een lastig iets. Je kunt tien kinderen rond hebben lopen, maar als daar één meisje tussenzit is het toch anders. Vaders hebben iets extra’s met dochters. Hoeveel ze ook houden van hun zonen. Vaders beseffen al snel dat ze de plicht hebben extra beschermend te moeten optreden. Vaders zijn vanaf het begin bang voor vriendjes met petjes en bontkraagjes. Vaders zijn de onvoorwaardelijke helden van hun meisjes. Althans, dat vinden ze zelf. En zo gedragen ze zich dan ook. Dochters kunnen alles maken bij vaders. Natuurlijk zijn ze weleens boos. Maar dat is altijd maar heel tijdelijk. En met een vergevingsgezindheid die een ieder zal verbazen. Een man met een dochter is nooit meer dezelfde man dan wie hij ooit was, voor zij bestond. Vaders houden van hun dochter met een onvoorwaardelijkheid die onmogelijk te beseffen is als je geen man bent. Zelfs moeders zouden er een puntje aan kunnen zuigen, laat ik het zo zeggen.

Maar wat nou als je dochter doodgaat? Dat kleine mensje van wie jij de held bent? Of in elk geval graag wilde zijn? Dan kun je tot in den treure op je smart-tv middels oude foto’s herinneringen blijven ophalen. Maar je kunt je er nooit en te nimmer bij neerleggen dat ze nooit meer zomaar de huiskamer binnenstapt. Of je haar stem niet meer zult horen. Terugkijken gaat niet werken. Daar ga je het niet mee redden. En dat weet je hoor, als vader. Als held. Als de man die haar zou behoeden voor al het onheil ter wereld. Maar wat moet je wel? Wat is nou de beste weg? Wie vertelt een vader wat hij moet doen als hij zijn kleine dame voor altijd zal moeten missen? Wie vertelt hem dat ‘dood’ verdomd definitief is? Wie vertelt hem dat aanraken geen optie meer is? En het verlangen naar haar stem slechts een onhandige droom?

Ik niet.

Ik kijk naar mijn dochters. Geniet van alles wat ze doen. Klein vrouwelijk tuig, waarop ik onmogelijk echt boos kan worden. Ik moet boosheid weleens spelen. Puur opvoed-technisch gezien. Als ze straf krijgen van hun moeder leef ik stiekem met ze mee. Sterker, ik vind het maar onverdiend. Mijn dames zijn mijn alles. Ik zal altijd voor ze opkomen. Ik zal ze altijd beschermen.  Ik ben niet wie ik ben zonder ze. Ik zou ze geen dag kunnen missen. Mijn kleine meisjes. Die nooit ziek zullen worden. Die nooit doodgaan. Zolang ik leef. Nooit zal ik hoeven nadenken hoe het zou zijn, ze te moeten missen. Nooit zal ik hoeven denken ‘’ik weet het, je bent dood. En ‘dood’ is best definitief.’’ Tenminste, dat hoop ik. Want ik zou het niet aankunnen. Vaders horen hun dochters niet te verliezen. En zij die het overkomt verdienen al het respect ter wereld. Want vaders en dochters is een verhaal apart.  Een verhaal dat je pas kent als je vader van een dochter bent. Het mooiste verhaal ooit verteld.

donderdag 21 mei 2015

De Beoogde Perfectie..


Ik ben verdomd blij met mezelf. Op zich niet zo heel erg gek. Ik ben namelijk woest aantrekkelijk moet u weten. Dat zie ik als ik ’s morgens voor de spiegel mijzelf mijn spierballen toon. Dat zie ik als ik mij op gezette tijden, voor de nog veel grotere spiegel in de huiskamer, mij langzaam ontdoe van mijn kledij. Tegen de tijd dat ik mijn Zeeman-slip nonchalant over mijn schouder werp, zijn we al snel een kleine veertig minuten verder. Maar dan heb je ook wel wat. Dan heb je iets gezien, waar je op hebt gewacht.  Je hebt mannen die graag man zouden willen zijn. En heus hun best wel doen. En je hebt mannen zoals ik. Maar niet veel nee.
Ik neem eigenlijk iedere dag wel even de tijd om van mijzelf te genieten. Eerst kijken we elkaar even aan, mijn spiegelbeeld en ik. Knipogen naar elkaar. Ik streel opzichtig door mijn weelderige bos haar. Toon de spiegel mijn gezicht van zoveel mogelijk kanten gezien. Daarna ontdoe ik mij van mijn T-shirt. Ik streel mijn gebronsde torso. Daarna bekijk ik mijzelf. Vol trots. En een klein beetje ongeloof soms. Die schouders. Die buik met spieren van massief staal. Gecamoufleerd, verstopt. Als wasbord. Omdat bescheidenheid ook hen niet vreemd is. Maar perfect in vorm. Van six-packachtige proporties. Kogelvrij. Alleen echte mannen hebben buiken van staal.
En daarna. Mijn God, daarna. Wulps in de spiegel kijkend ontdoe ik mij van mijn laatste kledij. Tergend langzaam. En kijk dat! Zelfs in slappe toestand haal ik het landelijk gemiddelde qua lengte al fors omhoog. Maar als ik mijzelf maar lang genoeg aankijk is die toestand natuurlijk maar van korte duur. En dan heb je het dus echt ergens over. In erectiele toestand sla ik zonder moeite het zijruitje van je Mercedes-Benz aan diggelen. Nonchalant, terwijl ik langsfiets. Reken zelf maar uit hoeveel lengte en kilo pure mannelijkheid daar voor nodig is. Ik ben verdomd blij met mezelf. Maar begrijp alleen niet waarom niet iedereen ziet, wat ik zelf graag zou zien.

dinsdag 12 mei 2015

De Ondergang..


Ik heb ik u al eens uitgelegd dat een mens niet kan leven van het schrijven van stukjes op een blog. Zeker niet als dat kudtstukjes zijn op een blog van niks, zoals deze. En dus doe ik daarnaast ook allerlei andere dingen. Omdat het moet. Ik doe heel veel en heb het er zelfs best druk mee. De grens ligt bij betaalde seks. Tenminste, met mannen. Boven een bepaalde leeftijd. Maar verder doe ik van alles. Zoals bijvoorbeeld het beheren van de Facebook-pagina van een bedrijf hier uit mijn woonplaats. Een lokale vestiging van een landelijke keten. Een groot bedrijf dus. Ik ga u uitleggen waarom dat niet van lange duur gaat zijn. En dan niet eens om mij. Maar omdat het perfect aangeeft waarom dit soort bedrijven achter elkaar op de fles gaan. Economische crisis? Welnee. Laat u niet voor de gek houden.  

Ik plaats een bericht op facebook. Met een plaatje. Het gaat over de openingstijden op zondag van het bedrijf in kwestie. En die van de concurrent. Op het plaatje zie je Buurman en Buurman die elkaar omhelzen. Met de slogan; ‘Liefde is.. Saampjes gezellig op zondag open zijn..’ In de tekst verwijs ik naar het feit dat zo’n beetje het hele winkelcentrum die dag open is en dat men op de site kan kijken welke buurmannen dit betreft. Leuk was dat ik twee concurrenten van elkaar de liefde liet betuigen en ze zo samen een boodschap uitbrachten. Dat werd dan ook enthousiast ontvangen door de volgertjes van de pagina in kwestie.  gezien het aantal likes. Wat positief voor mij is, omdat ik zo kan zien goed bezig te zijn. En als ik goed bezig ben blijft mijn schoorsteen roken. En is er brood op de plank.

Maar dan komt het. De Social Media Manager (Haha, ‘Social Media Manager’) van de concurrent bevalt het blijkbaar niks en stuurt een mail naar een collega van haar, ene Willem. ‘Het berichtje moet van de internets verdwijnen.’ Willem is manager beveiliging, veiligheid en derving. En dat pakt hij serieus aan want onder zijn mail staan al deze woorden in hoofdletters. In die mail lult ze wat over intellectueel eigendom en over de NMA. Een Facebook berichtje op een pagina van niks in een stad van niks over twee winkels van niks zou namelijk weleens bij de NMA kunnen suggereren dat er afspraken zijn tussen  de twee, over de openingstijden. Ik persoonlijk ken de NMA niet, maar die hebben dus blijkbaar helemaal niks zinvols te doen als ze hier over zouden vallen. (Het door mij gebruikte plaatje kwam ik op een miljoenmiljard andere internetpagina’s tegen maar, eerlijk is eerlijk, ik had geen bron gebruikt, dus daar hebben ze een puntje)

Afijn. Willem zou geen manager Beveiliging, Veiligheid en Derving zijn (in hoofdletters) als hij het er bij liet zitten. Die bladert door zijn adresboek en komt daar de juiste man tegen bij wie hij zijn ongenoegen kan uiten. Sterker, het is zijn collega van de concurrent; Ook een manager beveiliging, veiligheid en derving. Denk ik. Want helaas stuurde die de mail door vanaf zijn Iphone, dus dan zie je dus geen coole titels en zo. En of die dus wel of niet in hoofdletters zijn. En hoewel je van deze man zou verwachten dat hij alle adressen binnen handbereik heeft, omdat (als manager beveiliging, veiligheid en derving) snel en adequaat reageren nu eenmaal in je natuur zit, stuurt hij de mail met het verzoek door naar de district-manager. Of die de winkelmanager wil aanspreken (via een mailtje) op het Facebook-berichtje, waar twee buurmannen elkaar omhelzen en de tekst laat weten dat men op zondag open is.

En dus ontvangt die winkelmanager uiteindelijk dat mailtje. Maar die is er niet. En zijn vervanger ook niet. Dus de vervanger van de vervanger stuurt het berichtje door naar mij. Ik scrol terug, moet vreselijk lachen en verwijder het desbetreffende berichtje. Maar die eerste in deze hele rij verlangde ook nog ‘terugkoppeling’. Dus gaat de bevestiging van het verwijderen van een digitaal berichtje van niks, geplaatst door een vestiging van niks, uit een plaats van niks, over een onderwerp van niks ook nog eens dezelfde weg van niks terug. En dan evengoed nog de crisis de schuld durven geven van hun ondergang. Wat zou het mooi zijn van een blog als dit te kunnen leven. Alleen al om je niet meer te hoeven storen aan pure stompzinnigheid. Want wat nou als die allereerste gewoon rechtstreeks een berichtje had gestuurd naar die Facebook-pagina? Was dat niet efficiënter geweest? Grote bedrijven gaan ten onder aan zichzelf. Aan wereldvreemden met mooie titels. Met veel hoofdletters. Ik ben nog denkende hoe dit samen te vatten in een Facebook-post. Maar vooral op zoek naar een nieuwe klant. Van het type ‘opgestroopte mouwen en verder niet teveel gezemel.’ Dat doe ik dan gratis. Zelfs al kan ik van een blog als dit niet leven.

zaterdag 2 mei 2015

De Ouderlijke Klasse..


Ik haal regelmatig mijn dochter op van school. Dat is hartstikke leuk. Niet eens alleen vanwege het blije gezicht als ze me ziet staan hoor. Of dat ze met open armen mijn kant op rent. Dat zal het op het Libelle-forum allemaal lekker doen, maar daar gaat het nu even niet om. Het gaat mij om het publiek wat op en rondom schoolpleinen op hun kroost staat te wachten. Prachtig. Wat u denkt natuurlijk dat mensen met kinderen allemaal heel correct zijn. Ze hebben tenslotte nogal een verantwoordelijkheid. Opvoeden, en zo. Dat soort dingetjes. Maar niets is minder waar. Het is gewoon hetzelfde tuig, gajes en tokkie-volk dat je overal zou kunnen treffen. Het hebben van kinderen is helemaal geen reden je anders te gaan gedragen. De fuck met je voorbeeldfunctie. Goddank. Want wat kan ik daar van genieten.
Mijn eerste glimlach is met het oog op het parkeerbeleid. Echt niet dat jij je, als luie Bold And The Beautiful-kijker, op de fiets hijst of lopend komt om je kroost op te pikken. Dat doe je met de auto. Dat je daarvoor met je verlopen wittewijnharses je auto op plekken en op manieren kwijt moet die niet bepaald een schoonheidsprijs verdienen doet niet terzake. Schuin op de stoep, op het zebrapad, het maakt allemaal niks uit. Als je maar geen tien meter extra moet lopen. Uiteraard wel zeiken als een ander zo parkeert. Want zo ben je dan ook wel weer. Want jij bent bijzonder. Uniek. En dus mag jij het wel. Aan het begin van het jaar heeft de school gevraagd niet op de stoep te staan wachten, maar op het schoolplein. En dus ga je met dat veel te grote lijf op de stoep staan. Zodat geen mens er meer langs kan. Precies waar de school al bang voor was. Maar hey, laat die gasten lekker lullen, toch? Want jij bent jij.
Nog mooier is het om te zien dat er ook op het schoolplein een soort van hiërarchie is. Je hebt hele coole ouders, vaak vrouwen -eigenlijk altijd vrouwen-  die zich superieur achten aan de rest van het kindophalend plebs. En zo staan ze daar dan ook. In groepjes. Met de armen over elkaar of met een peuk in de mondhoek gedrukt. Soms probeer ik daar even dichtbij te gaan staan. Om naar ze te kunnen luisteren. Prachtig. Die verhalen. Die grootspraak. Iedereen is minder. Op alles hebben ze kritiek en commentaar. Niets deugt. Alles weten ze beter. Alles zouden ze anders doen. En dan heb ik het nog niet eens over hoe zij zich uitlaten over de ‘mindere klasse’ van Wachtende Ouders. Grote dikke pensen, verlopen koppen, intelligentie waarvoor je een hond zou straffen. En dan evengoed een grote bek over een ander. Wat een genot daar bij te mogen zijn.
Maar dan komt het mooie nog. Om het schoolplein staat een muurtje van ongeveer 40 centimeter hoog. Dubbelsteens, dat dan weer wel. Omdat veel kroost nu eenmaal nog verstandelijk beperkter is dan hun verwekkers, zien zij vaak hun ouders niet staan. (dat zou beter gaan als die, zoals afgesproken, op het schoolplein hadden gestaan, maar dat terzijde) Zoekende, lege blikken van klein grut. En dan die zwaarlijvige moeders die over dat muurtje van 40 centimeter heen proberen te klimmen. Echt, ik zou het eens moeten filmen. Walrussen die het strand op klauteren. Uit de kluiten gewassen schilpadden. Gedrochtelijke, buitenaardse  wezens zoals je die kent uit films waar de planeet Aarde vol overgave dreigt te worden overgenomen.  Maar wel die peuk in de bek he?. Hijgend over dat muurtje heen.
Destijds zocht ik een school die goed aangeschreven stond. Best wel belangrijk, toch? En dat staat deze school. Nu heb ik ontzettend veel spijt van deze keuze. Want als het op een school, die blijkbaar de nodige kudos verdient al zo werkt, hoeveel lol had ik dan gehad op scholen die minder staan aangeschreven? Nog grotere lijven. Nog grotere arrogantie. Kruipend over muurtjes of andere obstakels heen. GTST-volk met dreigende, gewelddadige blikken. Auto’s dwars over de weg. Vechtpartijen en haartrekkerij. Ik heb het gevoel dat ik van alles mis zo. Of ik het dan niet erg vind dat kinderen dit soort ouders hebben? Op zich wel. Maar als mijn dochter naar buiten komt, en met dat blije gezicht en met open armen naar me toe rent ben ik dat allang vergeten. ‘Ik ben blij dat wij anders zijn.’ Zeg ik weleens. Dan kijkt ze me niet begrijpend aan. We lopen hand in hand naar huis en ze vertelt  over haar dag. Wat een wereld. Wat een mensen. Ik zal binnenkort toch eens een berichtje achterlaten op het Libelle-forum. Ik ben toch niet de enige die hier de lol van inziet?

vrijdag 17 april 2015

Het Eeuwige Leven..



Nee joh, het is goed zo. Je hebt je best gedaan. Meer kunnen ze je toch niet vragen? En het is nou niet zo dat je er direct de brui aangaf. Je was niet bepaald iemand van snel de handdoek in de ring. Integendeel.  Ze kunnen lullen wat ze willen, maar je hebt echt wel wat laten zien. Respect hoor, laten we eerlijk zijn. Het zou mijn ding niet zijn, laat ik het zo zeggen. En trouwens niet alleen die van mij. Er zijn tegenwoordig nog maar weinig echte helden. Zeiken, zeuren en zemelen is een beetje de norm geworden. Om kleinigheden of om niks. Dus laat staan als er een keertje echt wat loos is. Dat je op je fucking zestiende doodgaat bijvoorbeeld. En dat je dat op een gegeven moment zelf weet. En dan zegt; ‘Ik wil eigenlijk helemaal niet dood, maar op deze manier is het ook geen doen.’

Ik begreep dat je bang was vergeten te worden. Mwah, ik zou me daar niet te om druk maken. Als ik zo een beetje om me heenkijk kon dat nog weleens héél lang duren. Realistisch als je bent zal je begrijpen dat ook na vandaag het leven doorgaat. Voor de één wat sneller dan voor de ander. Want zo gaan die dingen. Maar jou vergeten? Ha! Schrijf dat maar op je buik. Zijn we ooit dat jongetje vergeten dat zijn vinger in de dijk stak, om velen voor allerlei nat onheil te behoeden? Weet je sowieso hoeveel standbeelden er in den lande staan van mensen die ooit iets bijzonders hebben gepresteerd? En welke namen je allemaal tegenkomt als je je zou verdiepen in de geschiedenis van ons land? Nou, daar hoor jij dus ook thuis. ‘de Strijd van Savira.’ Hoe vind je dat klinken? Of mag het wat jou betreft wel wat vrolijker?

Ik ken mensen die aan je zullen denken tot op de dag dat ze hun laatste adem uitblazen. Die ieder jaar je verjaardag zullen vieren. En stil zullen staan bij de dag dat Alles Ophield. Die over dertig, veertig, vijftig jaar nog tranen om je laten. Of juist lachen om jouw dingetjes die het nu eenmaal uitlokken het op een lachen te zetten. En dan zijn er nog die anderen die je waardeerden, die jou bovengemiddeld bijzonder vonden of ook van je hielden. Voor wie je oprecht belangrijk was. En dan heb je ook nog een grote groep die jou gewoon een echte held vond. Om wat je allemaal door hebt moeten maken en hoe je daar uiteindelijk mee omging. Denk je nou echt dat die je zomaar gaan vergeten? Dat ga je toch niet menen? Nou dan. Dus het is goed zo. Maak je verder maar geen zorgen. Ogen dicht en op naar beter. Je hebt je best gedaan, Grote Held.

dinsdag 10 februari 2015

De Eeuwigdurende B-film..


Ik ben het een beetje zat, weet u dat. Ik heb er allemaal niet zoveel zin meer in. Een beetje alsof je op een verjaardag zit, maar daar bij voorbaat al geen zin in had. Of je een film bent gaan kijken die al na een half uurtje niet meer weet te boeien.  Van zo’n verjaardag loop je ook niet zomaar weg. En op de één of andere manier heb je het idee dat je die film nog uit moet gaan zien. Misschien omdat je hoopt dat het nog wat gaat worden. Zelfs al is dat tegen beter weten in. En dat is wel grappig misschien, want dat lijkt op het gevoel wat ik heb. Waar ik mee rondloop. Ik denk namelijk ook best vaak dat ik gewoon een beetje geduld moet hebben. En dat het dan wel goedkomt. En dus wacht ik op die onverwachte wending in het verhaal, die alles anders moet gaan maken. Al jaren trouwens.
Maar de laatste tijd heb ik steeds vaker het idee dat het met die film niks meer gaat worden. Het verhaal is gewoon kudt. En misschien is de cast ook niet geweldig. Ik weet het niet. Steeds vaker kijk ik zonder iets te zien. Leef ik zonder echt te leven. Ik zit maar stom te wachten op de dingen die komen gaan. Die me raken. Die me weten te boeien. Waar ik gevoel bij heb. Maar ze komen niet. De tijd schrijdt voort. Alles om me heen gaat verder of is druk aan het veranderen. Maar ik niet. Mijn film is ergens vastgelopen. Ik kijk naar een stilstaand beeld op een reusachtig scherm. Een scherm zo groot dat het niet uitmaakt of ik links, rechts of vooruit kijk. Soms trilt het beeld even. Lijkt er opnieuw beweging in te komen. Maar het draait op niets uit. Slechts het geluid van een rumoerige projector. Waarvan anderen misschien juist zouden zeggen dat het de geluiden van de stilte zijn.
Ik ben het zat en heb geen zin meer. Ik zit voor de rest van mijn leven op een verjaardag waar zwijgende berusting heerst. Niemand is blij te zijn  daar waar hij of zij is. Maar daar weet tenminste iedereen dat er een einde aan komt. Vroeg of laat zwaait de gastheer je uit. En ben je oprecht gelukkig als je weer thuis bent. Dat optimisme mis ik. In wie ik ben en hoe ik mij voel. Ik kijk niet alleen een film die niet weet te boeien, maar ik maak er deel vanuit. Sterker, ik ben de hoofdrolspeler. Alles draait om mij. Ooit heeft de bedenker van mijn verhaal bedacht dat ik nog eens heel groot ging worden. Maar het kwam niet lekker uit de verf. Het is niet gelukt. Soms, als ik het echt niet meer zie zitten, zou ik die uit-knop wel willen beroeren. Gewoon niet meer verder kijken. Stoppen en op tijd naar bed. Eindelijk rust. En geen gedoe meer. Want soms is een film gewoon kudt. Ja toch?