maandag 12 april 2010

De Contactuele Vraag..


Is het erg om contactgestoord te zijn? Ik durf het eigenlijk niemand te vragen. Het is ook niet zomaar een vraag die je zomaar in de groep gooit natuurlijk. Mensen zouden er dingen van kunnen denken. En dat wil je niet. Nou zou je er een verhaal omheen kunnen breien. Dat je een vriend hebt die mensenschuw denkt te zijn. En die vroeg zich dan af of dat erg was. Zoiets. Maar hoeveel vrienden heeft een contactgestoorde? Precies. De kans door de mand te vallen is dan evengoed nog betrekkelijk groot. Ik vraag het mij dus niet hardop af, maar gooi bij deze zomaar even een balletje op. Dat is heel wat anders. Bovendien komt dit verhaal van een blog waar niets waar is. Dus dat kan dan best. Misschien komen we samen tot een antwoord. Gewoon, even leuk samen dingen doen op een doordeweekse dag. Ik ben gek op samen dingen doen. Ik kan het niet genoeg benadrukken.
Mijn eerste gedachte is dat je het, als volwassen eenkennige, eigenlijk helemaal niet zo slecht hebt. Je ziet weinig mensen en de kans dat je in gezeur, gezemel en conflictsituaties terecht komt is zodoende minimaal. Je hoeft niet met gepaste tegenzin allerlei verjaardagen af te lopen. En je zult maar zelden worden gevraagd om de helpende hand te bieden bij een verhuizing of klusactiviteiten waar je toch alleen maar moe van kan worden. Nooit hoef je te doen alsof je niet thuis bent als de bel gaat, want de bel gaat niet. Telefoonkosten zijn laag, je komt zelfs een heel end met zo’n prepaid ding. En als je bier in huis haalt weet je zeker dat het voor jezelf is. En dat je niet, naarmate de avond vordert en de drinkende visite van geen wijken lijkt te weten, blikjes hoeft te verstoppen. Kerstkaarten die je niet krijgt hoef je niet weg te gooien en idem dito met allerlei verjaardagsmeuk.
We willen toch allemaal tijd voor onszelf? Als contactgestoorde heb je tijd voor jezelf. Niemand heeft toch zin in drukte aan zijn hoofd? Als ‘ietwat teruggetrokken type’ heb je alle rust die je maar kunt wensen. Is het dus erg om contactgestoord te zijn? Is het erg om je slecht thuis te voelen met allerlei volk om je heen? Lieden die ouwehoeren over de technische specificaties van auto’s, hypotheken en de voortgang van de kinders. En die het na zoveel jaar nog steeds grappig vinden ‘balkellende’ in plaats van ‘Balkenende’ te zeggen, als zij hun gal spuien over de politieke situatie in Nederland? Nee he, niet echt. Is het dus erg om liever niet al te veel mensen te zien? Ik denk van niet. Soms wat eenzaam misschien, maar zo hebben we allemaal wel wat. Weet u, ik zal het doorgeven aan die vriend van me. Denk dat hij er wel blij mee is. En wedden dat hij er een biertje op doet? In alle rust en zonder gezeur. Bedankt. Namens hem. Uiteraard.

vrijdag 9 april 2010

De Vrolijke Metgezel..


Net op het moment dat alles goed lijkt te gaan, er niets meer te klagen is, er zich geen oneffenheden meer op het pad des leven lijken te bevinden, gaat het vaak mis. Jammer is dat toch. Je kunt hoog of laag springen, maar dit zijn nu eenmaal de wetten van het leven. En iedereen komt een keer aan de beurt, vergis u niet. Aan niemand gaat het noodlot helemaal voorbij. Aan persoonlijke porties leed, de grootte daarvan kan overigens behoorlijk variëren, ontkomt uiteindelijk geen mens. En mij dus ook niet. Met goede moed en enthousiasme  ving ik deze week aan. Mij kon niets gebeuren. Maar u raad het al he? Precies, het ging mis; sinds enkele dagen loop in rond met een enorme pukkel op mijn kin.

Plots was hij daar. Groot, rood en alle aandacht opeisend. Vraag me niet waar dat kreng ineens vandaan kwam. Hij was er gewoon. Toen ik in de spiegel keek -ik meende iets te voelen en wilde daar wel eens het mijne van weten- bleek de omvang ronduit schokkend. Mijn god nog aan toe zeg, en zoiets groeit dan gewoon uit je gezicht. Dat is toch bijna eng? Een pukkel op je kin ter grootte van, wat zal ik zeggen, een volwassen knikker. Niet dat ik zo ijdel ben, maar geloof mij maar dat je leven er dan ineens heel anders uitziet. En stel dat er haar uit gaat groeien? Of als hij nooit meer weg wilt? Blij is met de gevonden stek. Tevreden met zijn uitzicht op deze, voor hem, volledig nieuwe wereld? Slechts enkele van de vragen die mij direct door het hoofd schoten.

U begrijpt dat de eerste reactie er één is van paniek. Ondanks dat er geen sprake was van een gele stip in het centrum van de rode uitstulping, zette ik het op een knijpen alsof mijn leven ervan afhing. Wat in feite natuurlijk ook zo was, want wie in godsnaam zou er willen leven met een soort van verkeersbord op zijn porum? Het resultaat was gruwelijk. Hij werd nog roder en nog groter. Leek voor zijn pukkelleven te vechten. Niks geen gespat van gele rommel tegen de spiegel, normaliter het teken aan de winnende hand te zijn. Rood ging daarna sierlijk over in paars. En het kleurenpallet als geheel, nam onderhand enkele vierkante centimeters in beslag. En verrek zeg, het deed nog pijn ook.

Sinds enkele dagen ziet mijn leven er heel anders uit. Mensen praten niet meer tegen mij, maar tegen een enorme pukkel op mijn kin. Niet bewust. Niet omdat ze dat zo graag willen. Maar ze kunnen niet anders. Ik zie hoe ze me geforceerd aan proberen te kijken als ik met ze in gesprek ben, maar ik zie ook hoe hun ogen afdwalen. Soms vinden ze nog heel even de kracht om het rode gespuis te negeren, kijken ze me weer heel even in de ogen, maar het is nooit voor lang. Ze kunnen niet anders. Ze moeten wel. Mijn rode metgezel is nu eenmaal niet te negeren. Sommigen vragen voorzichtig wat ik daar op mijn kin heb, anderen doen er wijselijk het zwijgen toe. Ik weet trouwens niet wat erger is. Als ik ga slapen wens ik hem welterusten en hij mij misschien wel. Ik stiekem hopende dat morgen alles anders is. Dat hij blij is met zijn bestaan. Geluk duurt namelijk nooit lang. Ik kan het voor nu alleen maar hopen.