maandag 14 juli 2014

De Gevallen Held..


Ik zat laatst een weekend op zo’n vakantiepark. In een bungalow. Althans, volgens de folder is het een bungalow. In het echt is het een houten barak. Een met spaanplaat meubelen ingerichte schuur. Een beetje asielzoeker krijg je er niet in, laat ik het zo zeggen. Die gaat dan met opgestoken vinger allemaal dingen roepen over de rechten van de mens, en zo. Krijg je dat. Maar ik zat er dus wel. Omdat ook paupers weleens op vakantie willen. En dan kom je al snel op een dergelijk vakantiepark terecht. Omdat er verder geen ruk te beleven is pers ik mijn net iets te grote lichaam altijd in zo’n kunststof tuinstoeltje en ga ik naar de andere vakantiegangers zitten kijken. En man, wat kun je het dan nog naar het zin hebben. En wat had ik een geluk dat weekend. Tenminste, zo leek het.
Schuin tegenover mijn hok stond er eentje die tijdelijk werd bewoond door een stel rasechte tokkies. Ik ben gek op tokkies moet u weten. Prachtvolk is het. Mocht er ooit een soort van Beekse Bergen komen waar ze die gasten in hun nagebouwde natuurlijk habitat tonen, heb ik daar wel een paar tientjes entree voor over. Dat je dan blikjes Heineken naar ze mag gooien. En opwinding alom als je een foto maakt waarop het net lijkt alsof er een middelvinger naar je wordt opgestoken. Of dat ze dingen naar je roepen. Niet dat je het verstaat natuurlijk, maar cool is het wel. Dat je elkaar aanstoot en zegt; ‘ Wat lijken ze echt he?’ Nah, en nu waren het gewoon voor een paar dagen mijn overburen.  Ik bedoel, hoeveel geluk kun je eigenlijk hebben?
De alfareu van de roedel was een grote vent van dik in de veertig. Met heel lang haar. Geen matje meer maar een heuse loper. Uiteraard had hij een pens om trots op te zijn. Keurig afgekleed middels een voetbalshirt. Met daaronder de welbekende joggingbroek. En slippers. Van die kunststof dingen met een brede band over de witte sok. Blauw. Slippers van een tokkie zijn altijd blauw. Ik weet niet waarom. Hij had een vrouw mee die waarschijnlijk Anita heette. In elk geval zag ze er wel zo uit. En twee kinderen. Een dochter van een jaar of veertien met een tatoeage op haar arm. Los gezien van het feit dat het strafbaar is en je de moed maar op moet kunnen brengen, vermoed ik dat je aan twee Breezers meer dan voldoende zou hebben. Qua investering. En verder was er nog een jochie mee van een jaar of tien. Met een brilletje. En piekerig kort blond haar.
Dat jochie liep de hele dag om zijn vader heen. Wilde zijn aandacht. Probeerde hem te pleasen. Maar het effect was gering. Tokkie-vaders met grote pensen en lang haar hebben het niet zo op kleine ventjes met brilletjes. Voegt gewoon niet. En ik geef eerlijk toe; ik vond het ook maar niks. Het verstoorde ook een beetje mijn beeld. Pa was vooral bezig met de mensen om hem heen. Weleens gezien hoe een tokkie communiceert met anderen? Nee? Zonde. Het is oogstrelend. Zo lekker back to basic. Ze gaan dan altijd licht wijdbeens staan. De handen nonchalant in den zakken van de joggingbroek gestoken. En soms halen ze die hand eruit om even opzichtig aan hun geslachtdeel te zitten. Het is geen krabben, het is geen schikken. Het is gewoon even de vuist om het zaakje heen klemmen. Komt nog van vroeger. De aap met de grootste lul was de baas. En bij hun zit dat natuurlijke gedrag er nog in. Met dat gebaar laten ze hun gesprekspartner van dat moment weten superieur te zijn. Mooi he, de natuur?
Die avond was er voetbal op tv. Het Nederlands elftal. Ik had geluk. Hij nam in zijn vakantieschuur plaats voor het raam. Zijn bolle kop nog geen 30 centimeter verwijderd van de veel te kleine televisie. Gehesen in oranje t-shirt ging hij helemaal op in het spel. Schreeuwen. Brullen. Tieren. Ik dacht dat ik de meeste ziektes en verwensingen weleens eerder had horen benoemen, maar er ging een wereld voor mij open. Sowieso vind ik het altijd mooi als mensen tegen een tv praten. Doet me denken aan toen ik een jaar of vier was. En als de televisie uitging, ik wachtte op het moment dat al die kleine mannetjes via het snoer van de stekker op weg naar huis gingen. En nu keek ik naar iemand van dik in de veertig die er min of meer dezelfde ideeën op nahield. Brullen tegen een beeldscherm. Prachtig. Zit je dan als volwassen vent met veel te lang haar op een pauper-park lekker jezelf te laten gaan. Mocht die Beekse Bergen voor tokkies er echt komen raad ik de directie aan overal beeldschermen te plaatsen. Echt.
Maar ineens verdween die dikke kop uit mijn beeld. Daarna hoorde ik heel veel herrie. Alsof het vakantieverblijf een spontane zelfvernietiging was aangevangen. Een paar enorme klappen. Brekend spaanplaat leek het wel. Daarna hoorde ik geschreeuw. Een lichte stem. Van een jochie, schatte ik in.  Daarna nog meer herrie. En toen een huilen. Wat niet lang daarna abrupt stopte. De tv ging uit en daarna het licht. De volgende dag heb ik ze niet meer gezien. Eerst dacht ik dat ze uitsliepen. Maar later op de dag vertelde een andere buurman me dat ze al weg waren. Zijn vrouw had gezien hoe dat kleine ventje door zijn vader door dat hok werd geslagen. Zomaar. Ineens. Uit het niets. Het zal de spanning van de wedstrijd zijn geweest. Of het feit dat kleine brildragende kereltjes die hun vader adoreren niets te zoeken hebben in de wereld van rasechte tokkies. Ik voelde me naar. En dacht aan hun reis naar huis. Zou hij onderweg in de auto nog even zijn zak hebben vastgepakt? Om nogmaals te benadrukken dat hij de grootste lul had? En dus de baas was? Zou hij trots op zichzelf zijn geweest? Maar vooral dacht ik aan dat kereltje. Achterin de auto kijkend naar de rug van zijn held. Niet beter wetende.