zondag 17 april 2016

De Bouwvallige Tweestrijd..

Nou. Het lijkt er dan toch op. Huis verkocht. Ik moet weg. Waarheen is nog niet helemaal duidelijk. Maar dat is toch altijd al een dingetje geweest bij me. Nog nooit zal het ‘waarheen’ van Mieke Telkamp zo terecht door de speakers van het uitvaartcentrum klinken, als tegen de tijd dat ik aan de beurt ben. Maar dat terzijde. Ik moet weg en dus ergens heen. Ik neem aan dat dat allemaal wel goedkomt. Nu eerst eens op mijn gemak verwerken dat alles anders gaat worden. ‘Nou nou, Wakend Oog’ doen we nu niet een beetje dramatisch? Neen, dat doen we niet. Want hey, ik had een pestpleurishekel aan dit kudthuis gekregen, maar het was wél mijn kudthuis. En mijn pestpleurishekel. Maar bovenal was het mijn plek. Hoezeer ik deze ook verafschuw.

Het is altijd een raar huis geweest. De goede herinneringen zijn op één hand te tellen. Hier binnenstappen is vragen om problemen. Ik geloof niet in spoken, maar dat er toch iets is dat van invloed kan zijn op van alles en nog wat, ga ik niet meer ontkennen. Hier tien jaar wonen maakt je twintig jaar ouder. Depressiviteit nestelt zich in al je genen als je hier een tijdje zit. Het is een huis met een eigen wil. Je kunt er aan opknappen en klussen wat je wilt, maar het heeft allemaal geen effect. Het zal er nooit veel beter op worden. Op donkere dagen heb ik hier weleens voor de deur gestaan en durfde ik bijna niet naar binnen. Het licht door de ramen leek dan op opengesperde ogen. De deur zou me opslokken en mijn kop zou nog een tijdje over de Facebooks dwalen als gedeeld bericht, met de vraag wie mij voor het laatst gezien had.


En nu gaan we dus afscheid van elkaar nemen. Tenminste, als het huis het wil. Het is tenslotte verkocht onder voorbehoud. Deze akelige berg stenen en rot hout kennende, is de strijd dus nog niet gestreden. Als het mij niet wil laten gaan dan ga ik niet. Dan gaat er van alles mis en zit ik hier misschien uiteindelijk de rest van mijn leven. Schilder ik jaarlijks de kozijntjes, los ik zaken op die ik al talloze keren heb opgelost en wenkt het naar me als ik op een donkere avond voor haar sta. Maar ik hoop natuurlijk dat het anders gaat lopen. Dat het me loslaat. Klaar is voor een nieuwe arme stumper die daar de mooiste jaren van zijn leven gaat verkloten. En tóch zal ik het missen. Mijn plek. Mijn herinneringen. Mijn kudthuis en mijn pestpleurishekel. Het ga je goed huis. En dat je ooit maar onverzekerd af moge branden.