zondag 22 oktober 2017

Nu of Nooit..

In de auto zit ze naast me. In haar hand heeft ze een rolletje papier geklemd. Er zit een lintje omheen. Een wit lintje. Een dun wit lintje dat krult en lijkt te bewegen in alle richtingen denkbaar. Ergens aan dat lintje hangt een briefje. Zowel dat briefje als dat opgerolde A-viertje zijn voor mij, zo benadrukt ze een aantal keer. En of ik daar, straks, als het mij uitkomt, even naar wil kijken. Ze zegt het bijna plechtig. Net zo plechtig als dat ze het rolletje papier vasthoudt. Daarna kijkt ze nonchalant naar buiten. Naar daar, waar de dag haar verloren strijd vecht tegen het opkomend duister. De lucht is mooi. Tientallen tinten roze kleuren de lucht en begeleiden ook deze dag weer respectvol de geschiedenis in.

Ik kijk even naar rechts en probeer haar zo goed en zo degelijk mogelijk in mij op te nemen. Nu is ze een kleine dame van acht, maar de tijd gaat voort. Nu zit ze daar nog met een maaksel, speciaal voor mij, op schoot. Onhandig friemelend aan krullend wit lint. Helemaal voor mij, en voor mij alleen, is ze aan de gang gegaan. Ik vermoed dat ze dat over vijf jaar niet meer zal doen. En over tien jaar is daar al helemaal meer geen denken aan. Maar vandaag nog wel. Vandaag is de dag dat ze aan het knutselen sloeg, op een gegeven moment dacht dat het goed genoeg was en dat warrige witte lintjes haar doelen moesten accentueren of staven.

Amper thuis krijg ik het kleinood in mijn handen gedrukt. Ze kijkt me hoopvol aan. Ik vermoed dat zij zich serieus afvraagt of ik een oprechte mening heb over de kwaliteit van aangebodene. Want ze excuseert zich. Dat ze geen stiften heeft gebruikt, maar alleen pen. En dat ze meer had willen doen, maar daar geen tijd voor heeft gehad. Ik lees het briefje aan het lintje. Daarna verwijder ik dat lintje van het rolletje papier. Ze heeft een boodschap voor me gehad. Geschreven in letters zoals meisjes van acht dat doen. Veel van het wit rondom de zinnen is opgevuld met onhandig ogende getekende hartjes. De allermooiste hartjes die ik ooit heb gezien.

Natuurlijk uit ik mijn waardering. Natuurlijk zeg ik hoe mooi ik het vind en hoe blij ik ermee ben. En dat ben ik ook echt. Sterker; ik doe mijn best geen traan te laten hoewel ik deze het liefst de vrije loop zou laten. Uit dankbaarheid. Uit blijdschap. Want je kunt lullen wat je wilt, maar de wetenschap dat een kleine dame van acht jou de allerliefste vind, kun je niet zomaar aan je voorbij laten gaan. Dat doet iets met je. Ze kijkt uit het raam en staart naar de roze lucht en de laatste stuiptrekkingen van deze dag. Ik kijk met haar mee. Nu friemelen mijn vingers onhandig aan wit krullend lint. Ik zou de tijd voor altijd stil willen zetten. Op dit moment. Op deze dag.

Maar de tijd zet je niet stil.


Tijd is slechts bedoeld om je het besef van dit moment te geven.


Maak daar nou godverdomme wat moois van.

.