woensdag 29 oktober 2014

Ode aan een Beroemde Onbekende..


Ik moet het gewoon ook niet meer doen, dat internetten. Je ziet dingen die je niet wilt zien en komt dingen aan de weet die je helemaal niet wilde weten. Bijvoorbeeld een oproep van een vader wiens dochter van dertien ineens dood was. Een verkeersongeluk. Meisje bleek geweldig getalenteerd te zijn waar het gaat om het bespelen van een piano. Volgens de oproep van de man wilde zijn dochter graag beroemd worden. Maar dat kon nu niet meer want ze was overleden. En of we allemaal even een filmpje wilde gaan kijken waar ze haar kunsten vertoonde. Zodat ze evengoed nog beroemd werd. En dat deed ik dus. En inderdaad; puik stukje pianospel. Maar geen weldenkend mens die daar nog de volle aandacht voor zou kunnen hebben. Ik niet in elk geval.
Want wat je ziet is een meisje dat nog niet eens goed en wel met haar leven is begonnen. En wat je hoort zijn klanken die je doen wegdromen. De weg vrij maken je gedachten te laten gaan. Over een kleine dame van dertien bijvoorbeeld, met nog een heel leven voor zich. Die ’s morgens de deur uitgaat om naar school te gaan. Zoals mijn dochters ooit zullen gaan doen. Voelt u hem al aankomen? Je ontkomt er niet aan he, als vader,  om linkjes te leggen. En dat komt dan verdomd hard aan. Want dat kan dus gewoon he? Dat je je dochter het ene moment nog staat uit te zwaaien en er niet lang daarna een agent voor je deur staat met slecht nieuws. En je leven nooit meer is wat het was. Jezus, wat zal dat aankomen. Wat zal dat een pijn doen.
Terwijl ik dit tik zit Anna, zo heet de dame in kwestie, haar spel te spelen. Op de piano in de huiskamer. Moeders op de bank. Ik zie ballonnen op de achtergrond. Blijkbaar was er wat te vieren. Geen enkel idee wat ze binnenkort staat te gebeuren, alles lijkt te zijn zoals het hoort. Zoals elke dag. Die van haar en die van ons. Vandaag is vandaag. En morgen zien we wel weer, maar er zal vast niet zo heel erg veel verschil zijn. Maar soms is dat dus wel zo. Zoals in haar geval. En dat van haar familie. Ineens kan alles anders zijn. Plots staat er een agent voor je deur. Of zit je in een ziekenhuis de hand vast te houden van een dierbare. Staar je naar slangetjes en ingewikkelde apparatuur. Of kijk je in je kast wat gepast zou zijn die dag te dragen, als je de liefde van je leven moet wegbrengen. Zullen we afspreken te stoppen met zeiken en zeuren om niks? Omdat morgen alles ineens heel anders kan zijn? Dat zou mooi zijn. Kijk maar naar Anna.

dinsdag 21 oktober 2014

Het Koloniale Tuigh..


Eerst vond ik die Zwarte Piet discussie maar onzin. Maar toen de discussie aanhield, feller werd, ben ik mij er wat meer in gaan verdiepen. En inmiddels schaam ik mij een beetje weet u dat? Dat ‘wij’ zoveel waarde hechten aan een feest waar zovelen mee gekwetst worden. Dat is toch erg? Wat zijn we toch een stel egoïstische hufters. Dus omdat wij sinds jaar en dag een feestje voor de kinderen vieren op de manier zoals wij dat doen, moeten we de ogen maar sluiten voor al het vreselijke leed wat sommigen onder ons is aangedaan? Vindt u dat zelf ook niet een beetje vreemd? En dan maar roepen dat Zwarte Piet niets met slavernij te maken heeft. Belachelijk. Achteraf  -dat soort inzichten krijg je helaas altijd pas achteraf- heb ook ik de akelig racistische blikken in de ogen van mijn dochter gezien, als we anderhalf uur in de kou stonden te blauwbekken, wachtend op de aankomst van Sinterklaas en zijn slaven.  Het akelige koloniale vijfjarige wicht. Wat ben ik toch blind geweest.
U zou eens moeten weten hoe erg het is als je achter- achter- achter- achter- achter grootouders slachtoffer van slavernij zijn geweest. Dan lult u wel anders. Een dergelijk leed is niet te beschrijven, laat staan te verdragen. Daar loop je dagelijks mee. Dat raakt je. Je voelt de pijn. Hoort bij wijze van spreken de kettingen rammelen. En dat allemaal door die akelige blanken. Wij dus. Dat er in die contreien destijds onderling ook een levendige handel was, doet niet ter zake. Net zoals het geen punt is dat anno 2014 er nog landen zijn waar slavernij welig tiert. Als nakomeling, en als drager van al dat vreselijke leed, is het onzin je daar druk om te maken. Beter kun je je richten op een kinderfeest. Veel effectiever. Heb je veel meer aan. Dan maak je pas echt een punt. En wij stomme blanke hufters gaan daaraan voorbij. Had ik al gezegd dat ik mij diep schaam, iedere dag weer, als ik mijn blanke hoofd in de spiegel zie? Sterker, walging is het.
Nou, en dat gevoel heb ik dus ook als ik Zwarte Pieten zie. En die schijnheilige kudtkop van Sinterklaas. Je ziet gewoon aan zijn harses dat hij geniet van zijn blanke superioriteit. De lelijke haatbaard. Dus ik snap de Pieten-haters wel. Ik sluit me bij ze aan. Zwarte piet is racisme. Punt. Maar als dit is opgelost gaan we verder; Clowns drijven de spot met roodharigen. Vuurtorens idem. Het dragen van een bril is een regelrechte aanval op nerds, puur om ze belachelijk te maken. Opsporing Verzocht met louter Marokkaanse verdachten is tendentieus. En kerstbomen zijn ook kudt. Tenminste, als je zou geven om alles wat groeit en bloeit. Maar eerst Zwarte Piet. Te beginnen bij mijn dochter. Een beetje tekeningen zitten maken voor De Donkere Onderdrukte. De trut. En rond lopen te bazuinen dat Zwarte Pieten lief en grappig zijn. De schijnheil. Gelukkig maar dat wij volwassenen er zijn om altijd alles te verkloten. Anders zou het toch zeker nooit meer goedkomen?

dinsdag 7 oktober 2014

De Liefdeloze Vergelijking..


Ik ben gek op de liefde. Op het gevoel dat alles anders is. Ik ben gek op liefde omdat het je dingen laat voelen die er normaal gesproken niet lijken te zijn. Dagen zijn mooier. De nachten onbeschrijfelijk. Je voelt je beter. Sterker. Grootser. Liefde geeft het vertrouwen in jezelf waarnaar je altijd op zoek bent. De liefde maakt je af. Als je de liefde hebt gevonden ben je klaar. Dan ben je een ander mens. Completer. Liefde laat je enkel mooie dingen zien. Het pakt je hand en neemt je mee door De Pracht van het leven. Zoals het leven zou moeten zijn. Zoals het eigenlijk is bedoeld. Ik ben gek op de liefde als ze mij op donkere wolken wijst en me enthousiast verteld hoe mooi ze zijn. De kleuren. Het lijnenspel. Die prachtige vormen. En het feit dat ergens daarachter altijd de zon schijnt. 
Ik ben gek op de liefde. Omdat liefde optimisme is. Liefde wijst naar donkere wolken en prevelt zachtjes in je oor dat zij het is die zich daarachter verschuilt. Liefde is de upgrade van je leven. Zelfs als je dacht dat je alles al had, pak je de liefde uit als het mooiste cadeau ooit gekregen. Je rukt aan het papier als een kleuter die voor het eerst Sinterklaas viert. Onstuimig. Nieuwsgierig. Compleet openstaand voor alles wat maar denkbaar is. En teleurstellingen bestaan niet. Liefde is nooit het cadeau wat je al had. Of waar je eigenlijk niks aan hebt. Liefde is altijd welkom. Het is weten wat je al die tijd hebt gemist, waarnaar je altijd hebt gezocht. Liefde is dat allerlaatste puzzelstukje. Liefde rondt alles af. Zet de punten op de i. De liefde eenmaal gevonden weet je alles. Dan heb je alles. Nee, sterker; dan ben je alles.
Ik ben gek op de liefde. Omdat het zo ontzettend lijkt op zuipen. Je ziet die fles drank en je voelt iets. Wat je voelt weet je niet, maar het is altijd sterker dan jezelf bent. Je gaat de uitdaging aan en schenkt je glas vol. En nog eens. En nog eens. Totdat de glazen niet meer te tellen zijn. Maar dat hoeft ook helemaal niet. Samen zie je dingen die je nooit eerder zag. Ze zijn mooi. En het volschenken van glazen staat gelijk aan het pakken van haar hand. Ze neemt je mee naar plekken waar je nooit eerder was. En als vanzelf zijn alle dingen beter dan ze ooit leken. Je lacht om het idee dat je je ooit alleen hebt gevoeld. De dagen zijn mooier dan ooit tevoren. En de nachten onbeschrijfelijk. Als die nacht voorbij is en de ochtend zich aandient is alles weer voorbij. En zit je met een kater. Ik ben gek op de liefde omdat het zoveel lijkt op zuipen. Maar vooral ben ik gek op zuipen. Omdat ik dan heel even écht begrijp hoe liefde zou moeten zijn.

woensdag 1 oktober 2014

Het Harige Gepeupel..


Lees ik net ergens dat spinnen dit jaar groter dan ooit zullen zijn. Want we hebben een warme winter gehad en dan gaan die krengen dus niet dood. Dat is wel een beetje een domper op de feestvreugde. Want ik heb een bloedhekel aan koude winters, maar met uit de kluiten gewassen spinnen heb ik helemaal niks. Op zich wel gek want als je het over echte mannen hebt dan heb je het automatisch over mij. Ik ben belachelijk zwaar geschapen, heb voor het laatst een traan gelaten toen ik drie was en ik boer en laat scheten wanneer het mij uitkomt. Maar ondanks al deze pure mannelijkheid heb ik het niet op beestjes met veel te veel pootjes, behaard bovendien. En verder zien ze er sowieso gewoon niet uit. Dat hangt daar maar een beetje dreigend in een hoek van de kamer spin te zijn. Laat zich zakken via draadjes die je niet kunt zien. Of wacht rustig in je wasbak op het moment jou een hartaanval te bezorgen. Sta je ’s morgens met je tandenborstel in de knuistjes geklemd, allerlei verwijfde kreetjes te slaken. Als echte man.
Het punt van die krengen is dat je je nooit helemaal op je gemak voelt als je weet dat ze er zijn. Zit ik tv te kijken zie ik in mijn ooghoek een groot zwart iets over het laminaat gieren. Spin-alert. Sterker, je ziet ze tegenwoordig niet alleen, maar je hoort ze ook. Of er acht naaldhakken tegelijkertijd over het bouwmarktlaminaat paraderen, zo groot is dat harige tuig inmiddels al. En dan kun je nog zo’n echte vent zijn, maar je trekt toch echt je voeten op de bank. Dat doe je gewoon. Omdat het idee dat het kreng via je voeten de pijpen van je huispak inkruipt, niet te verdragen is. Bij mij begint het dan ook gelijk te jeuken. Overal. Ik krab, schud en sla van me af. Je voelt je ongemakkelijk. Of je in een donkere verlaten steeg staat te pinnen, terwijl er twaalf Marokkaanse kansenjongeren met je mee staan te kijken.  Dat pint toch anders, ja toch? Nou, dat idee een beetje.
Spinnen zijn gewoon zwaar kudt. En is het u opgevallen dat ze steeds brutaler worden? Vroeger was het geluid van de stofzuiger genoeg om ze in beweging te krijgen. Maar ik had er laatst eentje die alleen maar even omkeek. Serieus. En daarna één van zijn vele poten naar me opstak. Ik vermoed zijn middelste. En gewoon blijven zitten he. Heel langzaam draaide hij daarna zijn harige kop weer terug en toonde zo aan zich weinig druk te maken. Ik drukte op de aan-knop van mijn Philips 2000 Watt, zoals Schwarzenegger dat zou doen als hij de trekker van zijn vernuftige schietwapen zou overhalen. Ik keek  heel cool, gromde er zelfs een beetje bij. Maar het maakte hem niet uit. Hij bewoog even dat grote lijf van hem, om mij demonstratief zijn harige achterwerk te kunnen laten zien, en dat was alles. ‘De tiefus met je kudtstofzuiger.’ Je zag het hem denken. En dan gaan ze dus nog veel groter worden de komende maanden. Slaan ze je straks met je eigen stofzuigerpijp de kamer uit. Je zult het zien. Het zit erop, we gaan eraan. De natuur wint. En geen stofzuiger die ons nog kan redden.