zaterdag 24 maart 2012

De Commerciële Boodschap..

Toen ik onlangs op zoek was naar een cadeau voor een vriend van mij, (Ja, die heb ik heus wel) wees iemand mij op de site van The Walking Men. Klonk op zich interessant, maar het zei me nou niet bepaald veel. ‘Hebben hele coole T-shirts’ werd er aan de tip toegevoegd, om mij over te halen klikkerklik naar de site te gaan doen. En dat deed ik. Als ik er van tevoren over had nagedacht wat ik aan zou treffen, zou ik nooit en te nimmer bedacht kunnen hebben op wat voor een site ik terecht zou komen. Echt niet.

Over de T-shirts kan ik kort zijn; gewoon doen. Zien er geweldig uit. Als je inderdaad met iets bijzonders aan wilt komen zit je hiermee gegarandeerd goed. Als gever en als drager. Leuke, kleurrijke ontwerpen anno 2012. Of 2013 zelfs. Wat mij betreft zijn ze in elk geval hun tijd ver vooruit. Maar ik ga het hier niet met u hebben over T-shirts. Is nu eenmaal niet mijn sterke kant. Hoe cool ze dan ook moge zijn.
Het gaat mij even om de site. Want hoe werkt dat met sites die van alles en nog wat aan de man moeten brengen? Precies. Niet zelden zijn die van een hoog ‘gaap-gehalte’ en krijg je al snel kromme tenen als je ergens dat welbekende winkelmandje in de hoek geplaatst ziet staan. Dat gaat u op deze site niet overkomen. Er is van alles te beleven, van alles te zien en als je niet oppast vergeet je zelfs waar je eigenlijk voor kwam. En kijk, dat laatste geeft wat mij betreft het beste weer hoe de Walking Men in elkaar zit.

U koopt namelijk niet zomaar een mooi T-shirt. Nee. U koopt een verhaal. Een visie. U koopt een stukje enthousiasme van gasten die ergens achter staan. Oprecht. 100%. Absolute hulde en respect dus. Zeker in een tijd waar alles maar draait om geld en efficiëntie. Ik raad u aan eens goed de tijd te nemen hier virtueel rond te dwalen. En om regelmatig terug te keren naar een wereld die de vrolijk gekleurde zon laat schijnen op donkere dagen. En op regenachtige zondagmiddagen. Naar daar, waar alles net even anders is. Ik zeg dus klikkerdeklik. Gewoon, omdat ik het zeg. En ik nu eenmaal altijd gelijk heb.

donderdag 22 maart 2012

Volgt U Ons Een Beetje..?

Ik heb alles wat u zich maar kunt wensen. Ik heb zoveel geld dat ik met een gerust hart kan zeggen dat geld niet gelukkig maakt. Zoals u weet is dat nu eenmaal louter een uitspraak van mensen die toch geld genoeg hebben. Anders zeg je dat niet. Zou dom en raar zijn. Omdat ik alles heb kan ik zeggen dat geld niet gelukkig maakt zoals een neger met een gerust hart kan pochen met het feit dat lengte er niet toe doet. Makkelijk lullen zegmaar, om in dit kader maar eens een leuke woordspeling te maken. En ik doe daar op mijn manier doodleuk aan mee. Gewoon, omdat het kan. Nee, sterker nog; omdat ik dat kan. Want ik heb nu eenmaal alles. In overvloed.

Ik heb een wagenpark voor de deur staan waar menig Audi dealer een erectie van zou krijgen. Een cabrio voor de dagen dat het mooi weer is, een zwarte voor als ik wat sombertjes ben, een knalroze om mijn dochtertje naar het kinderdagverblijf te brengen en zelfs een blauwe voor de maandag. En dit is natuurlijk nog maar een greep uit het totale assortiment. Ik heb een kast van een huis waarvan ik na vijf jaar nog steeds niet alle kamers heb gezien en omdat alle vrouwen nu eenmaal normen en waarden kennen waar wij mannen met de pet niet bij kunnen, heb ik sex met een frequentie die iedere arts voor onmogelijk dan wel ondoenlijk zou houden. Geld is macht. Macht is vrouwen. Zo zijn ze nu eenmaal. Stuk voor stuk en allemaal. Maar dat terzijde.

Ik heb alles wat menselijkwijs maar mogelijk is. Een topfunctie in het bedrijfsleven, maar inmiddels puur uit hobby en vermaak. Ik sta zo hoog op de maatschappelijke ladder dat u, daar ergens onder en mijlenver weg, mij niet eens meer kunt zien. Ik ben voor u die onbereikbare stip aan de horizon. Zoals u voor mij oogt als één van de miljoenen insecten, uiteengespat op een willekeurige voorruit van mijn talloze auto’s. Vergeef me overigens deze ietwat ongelukkige vergelijking. Het laatste wat ik zou willen is arrogant overkomen. Dat ik alles heb en u bent wie u bent is voor mij in elk geval nooit reden geweest op u neer te kijken. Moeilijk? Ja, natuurlijk. Maar u is het mij nu eenmaal waard moeite voor te doen.

Ik ben en heb alles wat u nooit zult krijgen. Maar er is één ding wat ik nog mis. Echt waar. Namelijk ‘Volgers’. Volgers van mijn Twitter account. Twitter is heel modern en cool moet u weten. Maar toch is gebleken dat maar weinig mensen mijn verrichtingen aldaar volgen. En dat is jammer. U kunt vanaf nu de kloof tussen alles en niets dichten door mij toe te voegen aan uw vrienden. Door een Volger te worden van het enige en echte Wakend Oog. Blijf op de hoogte van onze wijsheden en mis voortaan niets meer wat voor u van belang zou kunnen zijn. Ik heb alles al, maar u mis ik. Uiteraard meen ik dat uit de grond van mijn hart. Ik lul heus niet zomaar wat. Dicht de kloof tussen hen die alles hebben en u. Volg mij. Volg ons. Laten we vrienden zijn. Vanaf nu. Waag die klik. Doe die stap. Wij heten u in elk geval van harte welkom. Ik heb alles, maar ik wil u. We klikken! En volgen. Afgesproken?

donderdag 15 maart 2012

Het Te Lange Dwalen..

‘Ik moet opschieten. Ik heb te lang gedacht dat er tijd genoeg was, maar hield mijzelf al die jaren dus voor de gek. Ik moet wat gaan doen. Ik kan niet langer wachten. Of uitstellen. Denken dat de dingen die zouden moeten komen dit doen op honderd procent vrijwillige basis. Niets komt naar je toe. Alles wat je wilt zal je zelf moeten halen. Van hoe ver het ook moet komen. Niets gaat vanzelf. Hoe heb ik dat ooit toch kunnen denken?’ Het mannetje voelde bij deze gedachte  een mengelmoes van pure paniek en een ongekende vorm van moedeloosheid. Er was nog zoveel wat hij graag had willen doen. Zoveel dromen. Zoveel dingen waarmee hij ooit dacht de wereld te kunnen veranderen. Maar er was van al zijn plannen, ideeën, wensen nooit iets terecht gekomen. En plots was hij oud geworden. Of ‘ouder’ op zijn minst. En er was helemaal niets bereikt. Nog geen fractie van wat hij ooit in gedachten had gehad.

Nog één keer keek hij naar zichzelf via de spiegel in de badkamer. Nog één keer keek hij goed, en zag dat de jaren toch echt waren gaan tellen. Daarmee kwam prompt een einde aan vele jaren van ontkenning. Het mannetje zou nooit oud worden. Het mannetje had alle tijd van de wereld. Met het mannetje kwam het echt wel goed. Het had allemaal gewoon wat tijd nodig. Meer niet. Maar zomaar ineens kwam aan die gedachte, aan dat gevoel, abrupt een eind. Alsof honderden handen tegelijk hem wakker probeerden te schudden. Iemand met een megafoon in zijn gezicht stond te brullen. Dromen leken ineens niet meer haalbaar. Zijn goede bedoelingen evenmin. Sterker; die vent met die megafoon schreeuwde niet, maar stond hem domweg hatelijk uit te lachen. Die talloze handen wekten hem niet alleen, maar wezen naar hem. Alsof hij een soort van bezienswaardigheid was. Weer anderen stompten hem. Sloegen. Prikten. Deden hem oprecht pijn.

Heel even, het zal niet meer dan een seconde zijn geweest, keek het mannetje zichzelf even aan. Diep in de ogen. Hij zag vooral vermoeidheid. Maar ook een vragende blik. Zijn spiegelbeeld leek niet helemaal meer te weten hoe het nu verder moest. Het mannetje zelf wist het ook niet. Toch knikte hij zijn evenbeeld, zo geruststellend als hij maar kon, even toe. Daarna weer die vent met zijn megafoon, die honderden priemende vingers en (Nieuw! Nieuw! Nieuw)! zijn eigen Grote Denken wat zich mengde in de toch al rommelig lijkende discussie. Verward beende hij zich een weg de badkamer uit. Weg van die spiegel. Op de overloop was er nog iets van strijdvaardigheid en het idee dat alles anders moest. Bovenaan de trap al leek dit gevoel al te verdwijnen. Op een manier of je wakker schrikt uit een droom die je niet wilt vergeten, maar die beetje bij beetje toch uit je geheugen wegglipt, hoe je ook je best doet alles zo goed mogelijk te onthouden. Beneden aangekomen was er al helemaal niets meer over van de strijdlustigheid. Alles was weg.

De wanhoop zegt ‘hallo’. De moedeloosheid trekt de aandacht alsof ze de mooiste vrouw ter wereld is. (Die zich langzaam, helemaal en alleen speciaal voor jou, ontkleed en je onderwijl vragend aankijkt.) Ze spreekt mooie woorden en de wereld ziet er natuurlijk ineens heel anders uit. We horen bij elkaar; Moedeloos en ik. Zoveel is wel duidelijk. Het lijkt een prachtig stel. Bestemd voor elkaar. Na al die tijd van denken dat het goed komt, er tijd genoeg was er nog wat van te maken, was dit het resultaat; Moedeloosheid in haar zuiverste vorm. Het mannetje moest even lachen. Cynisch. Gemeen. Net zo gemeen als hij keek naar het pistool wat hij, onderweg naar de keuken, uit de sidetable onder aan de trap haalde. Over een kwartier was hij dood. Dat was een feit. Eén waar geen speld meer tussen was te krijgen. Het mannetje kon enkel nog maar lachen. Cynisch. Ja, misschien. Maar eindelijk wel oprecht gemeend.

Als ware verdoofd neemt het mannetje plaats aan de keukentafel. Met zijn vrije hand veegde hij zachtjes de kreukels uit het kunststof tafelkleed. Het was altijd makkelijk schoon te houden geweest, maar oogde wel altijd wat ongezellig. Hij vond het een raar moment deze conclusie nu op dit moment te trekken, maar deed het toch. Net als talloze andere die hij kort daarna nog trok. Het leven is minder groots als je zou denken. Als de tijd daar is blijken de kleine dingen de meeste aandacht op te eisen. Hij had op moeten schieten. Haast moeten maken. Er was een moment geweest dat hij niet langer had moeten wachten. Maar dat deed hij wel. Hij dacht dat het wel goed zou komen. Dat de tijd nooit voorbij zou gaan. En toen het besef kwam dat het anders was, bleek hij te laat. De wanhoop zei ‘hallo’. De moedeloosheid trok al zijn aandacht. Hij richtte de loop op zijn hoofd en haalde de trekker over. Resoluut. In de stilte daarna tikte de keukenklok. Met meer volume dan ooit daarvoor. Of ze wilde zeggen dat het nooit aan haar had gelegen.  

zaterdag 10 maart 2012

De Goede Hoop..

Zo. Zaterdagavond. Niet dat die avond minder kudt is als alle andere, maar het gaat even om het idee. De zaterdag heeft toch een bepaalde status, zegmaar. Daar kijk je naar uit, daar doe je het voor. Uiteindelijk is het altijd een teleurstelling, maar dat doet allang niet meer ter zake. Je doet mee met allerlei loterijen omdat je dan tenminste nog kunt denken dat je ooit iets gaat winnen. Ook al weet je dat hier nooit en te nimmer sprake van zal zijn. En zo zit het met de zaterdag ook een beetje. Je kijkt ernaar uit omdat je nu eenmaal iets moet hebben om naar toe te leven. En zo sleep ik mij van zaterdagavond naar zaterdagavond. Tegen beter weten in. Zaterdag is kudt. Net als de rest van de week.

Is dat negatief? Nee. De boodschap op zich is dat tenslotte niet. Vooruit kijken en hopen op het beste. En vooral het idee hebben dat ze jou nooit te pakken krijgen. De hele week kunnen ze tegen je zeiken, zeuren en zemelen, maar die zaterdag pakken ze je niet af. Die is van jou. En van jou alleen. En dan is alles anders. Ongezien de middelvinger, bikkelhard de tyfus. De maandag was kudt, de dinsdag niet te harden. Woensdag deed de hele wereld moeilijk en onredelijk, donderdag was weer gewoon ruk en de vrijdag met geen pen te beschrijven. Ha, maar uiteindelijk was het weer zover. Zaterdag. Mijn dag. Mijn winnende lot. De Dag der Dagen. Eeuwigdurend doch snoeihard puur geluk, verpakt in slechts vierentwintig uur.
En dat geluk, die ongekende vreugde, bouwt zich in de loop van de dag op tot ongekende proporties. Ik leef toe naar een moment welke een ongekende climax moet hebben. Moet haast wel. Kan niet anders. Maar inderdaad, het loopt altijd anders. Ik bekijk de uitslagen van de loterij nog een keer en verscheur demonstratief mijn lot. Stukje beeldspraak, maar dat had u wellicht al begrepen. In de loop van de avond wacht ik nog op de dingen die komen gaan, maar ze komen niet. Het is een avond als al die andere. Kudt dus. Na lang uitstellen ga ik straks weer naar bed en dan zit ook deze dag er weer op. Het gevoel van teleurstelling zal me nog even uit de slaap houden, maar dan zit ook deze week er weer op. En is het morgen zondag. En enig idee wat nou echt de ultieme kudtdag is? Ja, precies, ook dat nog.  En dan op weg  naar de volgende zaterdag. Onderweg weer een week van hindernissen trotserend. Ik zie er naar uit. Kan haast niet wachten. De eerstkomende zaterdag is mijn dag. Ik voel het gewoon. Mooi he? Volgende week is alles anders. Nu al.   

donderdag 8 maart 2012

Van Vaste Waarde..

Op een mooie heldere avond stond ik buiten. Ik genoot van de rust en de stilte. De avond (of de nacht) heeft nu eenmaal iets bijzonders. Dit in tegenstelling tot de ochtend, die mij maar niet op een positieve manier weet te raken. Nee, ik moet het echt hebben van de avond. Of nog beter; De nacht. Ik stond buiten en keek naar de maan. En de maan naar mij. We spraken niet. Dat hoeft ook niet want we kennen elkaar. En als je elkaar echt goed kent hoef je niet te praten. Dan is kijken vaak al genoeg. Sterker; dan is elkaar even een blik van verstandhouding gunnen, meer dan ruim voldoende. Ik weet dat jij daar bent en ik weet dat dit wederzijds is. Laten we dus samen genieten van dit moment. Van de rust. De stilte. En zo werkt het dus ook tussen mij en de maan.
Ik ken de maan al vele jaren en zij mij. Vanaf het moment dat ik nog heel klein was en voor het eerst op een avond omhoog keek. Er was contact. Het voelde goed. Het is verdomd lastig uit te leggen hoe zoiets nou eigenlijk in zijn werk gaat. Het is er dan gewoon. En beide weet je dan dat het goed zit. De maan weet waar ik als kind van droomde. De maan weet wat me in der loop der tijden dwars heeft gezeten. En wat mijn wensen waren. De maan weet wie ik ben en doet daar niet moeilijk over. We zijn vrienden. Al mijn hele leven lang. Waar ik ook heenging, waar ik ook kwam, de maan was er altijd. Vroeg of laat was er altijd wel weer een moment dat ik op een heldere avond buiten stond en omhoog keek en zij naar beneden. Niets is inmiddels meer zoals het was en alles ging voorbij. Maar zij niet.  

De maan maakt donkere nachten licht. Die nachten dat je buiten staat en geniet van de rust en de stilte. Als alles door je vingers lijkt weg te glippen, en er geen enkel houvast meer is aan de dingen waar je dacht waarde aan te hechten, lijkt zij jou haar onzichtbare handen te reiken. Handen in de vorm van licht en aanwezigheid. Onveranderlijk. Een vaste waarde in een verder onvoorspelbaar leven. Licht dat een aai door je haar geeft, zoals enkel de mensen hebben kunnen doen die je nu soms zo vreselijk mist. Omdat de tijd verder ging en alles anders werd. Maar de maan bleef altijd hetzelfde. En ooit, als zelfs niemand meer bloemen komt leggen daar waar ik rust, zal ze naar me blijven kijken. Haar licht blijven schijnen. Zonder wat te zeggen. Want dat hoeft nu eenmaal niet als je elkaar begrijpt. Als je vrienden bent. De maan en ik. Ik en de maan. Voor altijd.

Note: Inderdaad, dit verhaal heeft ooit eerder al het levenslicht gezien. Maar dat is nu eenmaal het voordeel van een blog dat toch geen mens leest; Dan kun je weleens wat in aangepaste vorm herhalen. gewoon, omdat het kan. Omdat ik dat wil. En omdat de maan mij vanavond weer even aankeek.