zaterdag 13 februari 2016

Lieve Valentijn..

Morgen is het Valentijnsdag. Ik heb daar wel wat mee. Ik doe op dit blogje soms misschien een beetje lomp en onbehouwen, maar uiteindelijk is dat natuurlijk allemaal grootspraak. Want ik heb iets met liefde. Ik vind het mooi en geef mij er graag aan over. En natuurlijk kent het pad der liefde niet zelden de nodige obstakels. Maar die neem ik. Gracieus en manmoedig. Soms, als het mooi weer is, ren ik naakt door groene weiden, de steel van een paardenbloem tussen mijn gebit geklemd. Ik denk aan haar en huppel mijn huppels. Als een sierlijk hert. Omdat het soms gewoon niet mogelijk is om liefde in woorden uit te drukken. Dan moet je het laten zien. Al die prachtige gevoelens, die wirwar van overdonderende emoties. Ik ren, ik lach, ik leef. Want ik ben verliefd.

Morgen is het Valentijnsdag en toevallig ook de dag dat het precies drie jaar geleden is dat ik mijn eerste straatverbod opliep. Ineens mocht ik niet meer bij haar door de brievenbus zeiken, ontlasting op de ramen smeren en andere uitingen van intense gevoelens in de lak van haar auto krassen. Ik heb het daar best nog wel moeilijk mee gehad. Van de week was er nogal ophef omdat er bij een voetbalwedstrijd een pop werd opgehangen van één van de spelers. Dat deed me denken aan die keer dat ik een aantal van die poppen bij haar aan de boeidelen had gespijkerd. Keurig haar naam, die van haar man en de kinderen in de kledij geborduurd. Dit laatste rekende de rechter mij behoorlijk zwaar aan. Ook een vrouw trouwens. Niet helemaal eerlijk dus.


Maar dit jaar is alles anders. Ik heb liefde gevonden. En dit keer is het die van mijn leven. Valentijnsdag is niet meer de dag dat ik terugdenk aan alle nare dingen die zijn voorgevallen. Ik was fout, had dingen anders moeten doen. Klopt. Maar vanaf dit jaar is het ook mijn dag. Ik doe weer mee. Ik heb chocolade gekocht. En bloemen. Ik weet weer hoe het is om iemand lief te hebben. Om van iemand te houden. Weet u dat ik al weken uitkijk naar de dag van morgen? Dat ik al tijdenlang bezig ben met allerlei voorbereidingen? Morgen wordt mijn dag. En die van haar. Want ik ben erachter gekomen hoe ze heet, waar ze woont en welke auto van haar is. Welkom in mijn leven liefje. Ik ga je een Valentijnsdag bezorgen die je nooit zult vergeten. Ik hou van je. En jij straks ook van mij.  

maandag 8 februari 2016

De Uiteindelijke Conclusie

Tuurlijk. Iedereen wil een normaal leven. En dat je dan zelf nog een beetje sleutelt aan de kaders van wat nou wel en niet normaal is, ach, daar zal ook niemand moeilijk over doen. Want wat voor de één normaal is zou tenslotte voor een ander best wat minder mogen. Of juist meer. Hangt er vanaf wat je normaal vindt. Daar zit een zekere bandbreedte in, zeg maar. En dat is mooi. Want vrijheid is blijheid. Maar toch schijn ik daar niet erg mee geholpen te zijn. Want ik schiet boven alle gemiddelden uit. Bij mij is niets normaal. Bij mij wil het maar niet lukken om datgene te bereiken wat eigenlijk bijna iedereen wel wil. Sterker en onder ons gezegd; wat ik ook wel had gewild.

Maar ik heb mij er inmiddels bij neergelegd. Het gaat niet lukken. Ik kan proberen en ik kan doen. Maar het gaat gewoon niet gebeuren. Blijkbaar ben ik uitgerust met een akelig soort gen wat voorkomt dat ik ooit zal vinden wat ik zoek. Ik ben als een blinde die gevraagd is met hele grote, stug rubberen handschoenen de glazenkast met de grootst mogelijke zorgvuldigheid leeg te ruimen. En dat niet alleen; ik moet ze stuk voor stuk afstoffen, door een teiltje water en Dreft halen en ze daarna op alfabetische volgorde weer terugplaatsen. Dat lukt dus niet. Al wil ik het nog zo graag. Al neem ik de grootst mogelijke voorzichtigheid in acht en doe ik nog zo mijn best. Alles gaat stuk. Alles gaat kapot.


Ik heb het geduld niet. Of mis gewoon de verstandelijke vermogens. Ik ben lomp en onbehouwen. In principe bedoel ik alles goed, maar het komt maar zelden lekker uit de verf. Ik ben zo wanhopig op zoek naar rust dat ik het er waanzinnig druk mee heb. En dan kun je een normaal leven natuurlijk wel op je bolle albinobuik schrijven. Niets is zeker bij mij. Er is niks dat vaststaat. Mijn gemoedstoestand is van een onnavolgbaar soort. Ik combineer ronduit asociaal, koud en kil gedrag met oprechte liefde. Van het één op het andere moment ben ik of de graag geziene gast óf juist degene waarvoor je de uitsmijter waarschuwt. Ik ben bang voor niemand en bang van alles. Of andersom. Maar vooral zou ik ontzettend graag een normaal leven willen leiden. Precies. Net als iedereen. 

zaterdag 6 februari 2016

Het Winkelend Geteisem..

Ik kom net bij de supermarkt vandaan en ja, ik ben dus bloedchagrijnig. En ja, dan kan ik weleens een beetje uit mijn slof schieten. Onredelijk zijn misschien. Maar nee, dat neemt dus niet weg dat we nu een aantal afspraken met elkaar kunnen maken. Gewoon wat dingen afspreken hoe we dat voortaan doen in een supermarkt. De eerste, en de belangrijkste regel is dat je verblijf in een winkel als deze zo kort mogelijk moet zijn. Daar ga je voor. Betekent dus bijvoorbeeld dat je nooit meer, en met nooit bedoel ik nooit, met je te grote lijf en je kudtkarretje in een pad gaat staan ouwehoeren met mensen die je kent. Of misschien ken je ze niet eens, maar heb je zoveel behoefte aan sociaal contact dat je bent gaan denken dat een supermarkt daar de geschikte plek voor is. Dat is het niet. Ga thuis gewoon dood, in alle eenzaamheid. Maar doe niet of het daar één of ander fuckin’ clubhuis is. Je blokkeert de paden, lamlul.

Kudt op, in de rij bij de kassa, met je gerag tegen mijn enkels met dat pleuriswinkelwagentje van je. Als je de lengte van zo’n karretje al niet lekker in kunt schatten is het, in mijn optiek, een godswonder dat je ooit je rijbewijs hebt gehaald. En dat ze je die gewoon niet afnemen. Als je al je sneue aankopen op de band hebt geflikkerd, is het dan echt zo moeilijk om even dat balkje achter je rotzooi te leggen? Zodat straks de kassière kan zien wat van jou is en van een ander? Die zit daar voor twee euro bruto per uur van alles en nog wat te scannen. Denk je nou echt dat ze aan jouw kop kan zien welke cholesterolverhogende troep van jou is en welke niet? Je treft het dat ik niet achter de kassa zit. Ik zou dat balkje anaal bij je ingebracht hebben als je zou lopen zeiken dat ik de verkeerde zooi aan het scannen ben, omdat jij te belazert was om dat balkje even neer te leggen. Met je grote bek.

En weet je wat het doel van een kassa is? Dat je afrekent. Dus op het moment dat je in de rij plaatsneemt kun je dat zien aankomen. Waarom wacht je dan met het trekken van je portemonnee tot de caissière het bedrag noemt? Of zelfs tot je de laatste boodschappen in je karretje hebt gelegd? Dan spoor je toch niet? De volgende keer dat ik je in de rij zie staan heb je pinpas, briefgeld of munten alvast tussen je tanden. Ik waarschuw je. En wat we ook niet meer gaan doen is, als de caissière het bedrag noemt, zeggen; ‘’Dat klopt niet.’’ Om vervolgens samen het bonnetje door te nemen en tot de conclusie te komen dat het wel klopt. Je waagt het niet he. Volgende keer reken je gewoon netjes af en je zoekt het elders maar uit. Maar niet meer in mijn godvergeten rij. Niet meer bij de kassa waar ik met mijn poffertjesporem sta toe te kijken hoe jij je druk maakt dat je 20 cent uitkering extra moet inleveren. Dat is sowieso gemeenschapsgeld en dus ook van mij. En mij maakt die 20 cent niet uit, pauper. Ik wil gewoon snel weg.


Een supermarkt, maar van toepassing op heel veel winkels, is een noodzakelijk kwaad. Daar moet je heen omdat het nog niet anders kan. Mensen die zeggen lol te hebben in ‘winkelen’ neem ik al niet serieus, maar gasten die supermarkten zien als een soort uitje zou je natuurlijk gewoon direct preventief moeten ruimen. Die staan toch alleen maar de evolutie in de weg. De enige gedachte die je moet hebben als je een winkel binnenstapt, is hoe daar weer zo snel mogelijk weg te kunnen. Daarvoor is efficiëntie nodig. Doordachtheid. Regels. Regels zoals hierboven gesteld. Lees dit betoog nog eens door voor u boodschappen gaat doen. Lees het nog eens héél goed door. Want ik ben er klaar mee. Dit kan zo niet langer. Weet dat en handel daarnaar. Want ik hou u in de gaten. Met een tas vol van die balkjes. De steigerhouten versie. 

donderdag 4 februari 2016

Ren Senna, Ren!

Mijn dochter gaat meedoen aan de Kika-run. Hoe cool is dat? Dan ben je zes en dan vind je het dus kudt dat er kinderen doodgaan aan één of andere vage ziekte. Ik ben met grote regelmaat trots op dat doorgaans nogal eigenwijze ding, maar hier scoort ze natuurlijk helemaal punten mee qua vaderlijke gevoelens. De Kika Kinderrun gaan lopen terwijl je ook gewoon chips kan eten op de bank, onderwijl een beetje te zitten Netflixen. Ik hoop niet dat ik hoef uit te leggen hoe ik in elkaar stak op die leeftijd. Het zou mij imago-technisch gezien niet helemaal de boost geven die mijn imago zou kunnen gebruiken, laat ik het zo zeggen.  Maar zij doet het gewoon.

ben ik dan wel helemaal eerlijk tegen haar geweest? Nee, dat ben ik niet. Ik heb haar uitgelegd dat kinderen soms ziek worden. En doodgaan. En dat er geld nodig is om ziektes uit de wereld te helpen. En dat mensen dan allerlei dingen organiseren om dat geld bij elkaar te schrapen. Zo doen grote mensen dat. En omdat zij ook graag groot wil zijn, zo werkt dat nu eenmaal met hen die nog klein zijn, wilde zij daar natuurlijk wel haar steentje aan bijdragen. En natuurlijk heb ik toen niet uitgelegd dat er geld zat is. Dat als wij, grote mensen, écht zouden willen er binnen nu en tien jaar nooit meer een kind dood zou gaan aan wat voor ziekte dan ook. Maar dat het voorkomen van dode kinderen dus geld kost. En geld vooral vet cool is om uit te geven aan jezelf. Of om als machthebbende prestige mee te financieren.


En dus rent dat kleine ding straks haar meters. Met het idee de wereld te veranderen. En trots dat ze is. Van alles bedenkt ze om geld binnen te harken. En ze is blij met alles. Stuivers, dubbeltjes. Alles telt. Ze maakt tekeningen voor de verkoop, bakt cake om her en der aan de man te brengen. Of doet een keer extra de afwas omdat daar nu eenmaal keiharde huishoudelijke prijsafspraken over zijn gemaakt. Want de wereld veranderen; laat dat maar over aan meisjes van zes. Die fiksen dat. Die geloven in de goede afloop. Die gaan nog ergens voor. De grotemensenwereld bestaat nog niet. Alles is op te lossen. Je moet alleen een beetje je best doen. En dat doet ze. Als zij haar best doet gaan er geen andere kinderen meer dood. En geeft zij de toekomst een draai. Blijf geloven. Ren Senna, Ren!