zondag 26 februari 2017

Kwestie van Cultuur..

Omdat ik een man van de wereld ben, maak ik een hoop mee. En leer ik doorgaans heel veel karakters kennen. Ik heb te maken met verschillende mensen, culturen en gebruiken. Ik weet inmiddels als geen ander dat herkomst wel degelijk van invloed is op gedrag en gewoontes. En daar heb ik dan ook gewoon respect voor. Zo ben ik. Sterker; dat is juist mooi. Als ik een Amsterdammer hoor praten denk ik niet ‘’Wat een lachwekkend kudtaccent en hoe komt het dat die malloot het idee heeft het middelpunt van de wereld te zijn.’’ Ik leef me dan gewoon in; Klein geschapen. Pure domheid. Inteelt. Spraakgebrek. Opgegroeid in een gebied waar ieder weldenkend mens zonder veel nadenken de scheermesjes over de polsen zou halen. Is het dan aan mij, dit alles op een rijtje gezet, om hen te veroordelen? Nee, ik vind dus van niet. Niet met al mijn ervaring.

Ik heb de afgelopen maanden studie mogen maken van Friezen. Soms van afstand, verscholen in het struikgewas. Andere keren er middenin. Als ze met elkaar praatten gromde ik weleens met ze mee. Vaak knikten ze dan instemmend, maar ik heb mij ook weleens uit de voeten moeten maken. Ik heb boeken vol aantekeningen en had op een gegeven moment beeld- en geluidsmateriaal voor weken. Ik heb dat inmiddels geanalyseerd en de uitkomsten zijn verrassend. Het is prachtvolk. Ik gooi binnenkort de staafdiagrammen en excelbestandjes nog even online, maar noem bij deze alvast wat conclusies. Friezen zijn in 94% van de gevallen eerlijk en oprecht. (Landelijk gemiddelde 7%) Ze maken zich weinig druk om dingen die niet ter zake doen en hebben een broertje dood aan arrogant kudtvolk van over de dijk, dat denkt het beter te weten (100%) Een Fries maak je de pis niet lauw (87%) en ze kunnen allemaal schaatsen. Ondanks alle vooroordelen zijn ze over het algemeen helemaal niet stug, maar het boeit ze gewoon geen Friese fuck wat jij er allemaal van denkt. Mooie cijfers dus, Friesland, Van harte.


Sinds een maand ben ik undercover in Groningen. Een aantal dagen per week steek ik de Fries-Groningse grens over en begeef ik mij in vijandelijk gebied. Ik heb inmiddels een aantal Groningers gezien die wellicht ongevaarlijk lijken, maar vooralsnog lijkt voorzichtigheid geboden. Mijn eerste indrukken zijn in elk geval zorgwekkend. Een beetje of je in een trainingskamp van IS jezelf aftrekt en klaarkomt in het gezicht van de aanwezige imam, terwijl je hijgend kerstliedjes staat te neuriĆ«n. Zo kijken ze je daar aan als je je geblindeerde observatiebus verlaat om willekeurig tegen mensen ‘goedemorgen’ te zeggen. Groningen Stad lijkt redelijk veilig. Maar de landelijke gebieden daaromheen zijn verraderlijk. Ik hou u op de hoogte. Beloofd. Maar mocht u langer dan twee weken niks van mij gehoord hebben; waarschuw de autoriteiten en laat ze die gasboringen flink opvoeren. Ik ben een man van de wereld. Maar hier kan ik ook weinig mee. Laat Groningen in hemelsnaam niet mijn Waterloo worden. 

woensdag 8 februari 2017

De Voorzichtige Conclusie..

Ik woon nu een half jaar in Friesland. Dik zelfs. En ik kon mij voorstellen dat u het wel vet cool zou vinden om eens te horen hoe ik ervoor sta. Toch? Want een metropool als Den Helder achter je laten en een nieuw leven beginnen in een dorpje welke zonder navigatie op het dashboard niet te vinden is; het is me nogal een overgang he? Bovendien heb ik zo vaak lelijk gedaan over Noord Holland in haar algemeenheid en Den Helder in het bijzonder dat u, achterblijver, het natuurlijk geweldig zou vinden om te horen dat ik het kudt heb en spijt als haren op mijn hoofd. Maar daar moet ik u gaan teleurstellen. Verhuizen naar een anoniem klein prutsdorpje gelegen in het landelijke Friese is wellicht het beste dat ik ooit heb gedaan. Serieus. Sterker; Het enige waar ik oprecht spijt van heb is dat ik dit niet twintig jaar eerder heb gedaan.

Het dorp waar ik woon telt net iets meer dan 200 inwoners. Maar ik vermoed dat dit met minimaal 100 naar boven is afgerond. Wij hebben hier niets. Nou ja, niets. We hebben een brievenbus. Een vet cool ding. Daar kun je heenlopen, kiezen in welke van de twee gleuven je jouw brieven stopt en dan komt het goed. Ik kan vanaf hier brieven sturen naar waar ik maar wil. Als het moet de hele wereld over. Dit dorp heeft ook een eigen website. In een keurige comic sans staat beschreven wat hier allemaal te beleven is. Een foto van die brievenbus pontificaal op de homepage. Ook wordt onze snackbar daar benoemd. Eens in de twee weken kun je hier namelijk patat halen. In het buurthuis. Dan gaat op zaterdagmiddag de frituurpan aan en kun je bestellen wat je wilt zolang het maar patat is. En druk dat het daar dan is. Je moet er bij zijn geweest om het te geloven.


Als ik ’s morgens wakker word hoor ik niets, behalve zo nu en dan het loeien van een koe. Als ik dat in Den Helder hoorde wist ik dat mijn buurvrouw weer te lang aan de witte wijn had gezeten. En dat is toch anders. Als ik achter uit mijn raam kijk zie ik schapen. Die staan daar met een mannetje of vijftig de hele dag een beetje te grazen en dom te kijken. Als ik mijn deur uitstap kijken ze even op, maar uit niets blijkt dat zij voornemens zijn zich met mijn zaken te bemoeien. Zij grazen en kijken dom. Ik graas niet. Meer hoeven we van elkaar niet te weten. Soms, als ik even tijd heb, ga ik midden in mijn tuin staan en kijk ik in het rond. Ik zie groen. Ik zie ruimte. En mijn wollige vrienden. Ik hoor geen rammelende winkelwagentjes, geen auto’s of flarden van discussies tussen de ene tokkie, die openlijk en luidruchtig in de clinch ligt, met de andere. Ik luister naar de stilte. Ik luister naar niets. En zou nooit anders meer willen. Het was hier een mooi half jaar. Ik kan niet anders zeggen. Leuk dat u het vroeg.