zaterdag 30 juni 2012

Bye Bye..!

.

Speciaal Voor Jou..


Sterf. Direct en zonder omhaal. Krijg de kolere. Laat de diagnose een ongezien de tyfus zijn. Wat hoop ik op een krantenbericht dat u onder een tram liep, een stadsbus net even te laat zag aankomen of de politie nog lang in het duister tast waar het gaat om uw abrupte einde. Koolmonoxide, een desastreuse val van de trap of een even verrassende als dodelijke steekvlam tijdens het bereiden van de warme avondhap. Het zal mij werkelijk een zorg zijn. Als u maar sterft. Dood gaat. Vanaf dat moment zo snel als maar mogelijk wegrot. Zo vlot als de ontbinding van een lichaam dat maar toelaat. 
Ga gewoon dood. Direct en zonder omhaal. Grijp nog even naar uw borst, grote ogen opzettend, en zak dan gewoon langzaam in elkaar. Doe nog even van die leuke kuukse bewegingen maken die stervenden nu eenmaal eigen zijn, daar op die koude stoeptegels van welk fuckin’ troosteloos winkelcentrum dan ook, voor u die allerlaatste adem uitblaast. Laat me hopen dat u echt even dacht dat die snel naderende sirenes in de verte, u redding zouden brengen. Ik ben namelijk gek op verhalen met een slecht end. Ga gewoon dood. Bij voorkeur met de hoop dat het goed afloopt. Als u op het laatste moment maar beseft dat het allemaal niet meer mag gaan baten. Ik hoop dat u dan bang bent. Heel, heel erg bang. Dat u in uw broek zeikt, zo bang. En het wel of niet waardig sterven, zo in elk geval ook geen issue meer is.
Alleen al de gedachte aan het gekletter van mijn urine op uw grafsteen. Onbetaalbaar. Uiteraard zal ik daarbij ook de bloemstukjes en andere uitingen van verdriet van uw liefhebbende nabestaanden niet vergeten. Ik zeik op alles wat maar met u te maken heeft. En daarbij ontzie ik niets. Echt niet. Maakt u daarover maar geen zorgen. Ga gewoon dood. Sluit die ogen en sterf. Ik gun het u. Sterker; ik hoopte er al tijden op. U was een smet op de mensheid. Een akelig oponthoud op weg naar betere tijden. En anderzijds juist gewoon gelijkwaardig aan één van die talloze uiteengespatte muggenlijkjes op de voorruit van mijn auto. Ga dood en de wereld is weer net iets mooier. Sterf. Langzaam en pijnlijk. Doe voor één keer iemand een plezier. Mij. Is uw aanwezigheid toch niet helemaal voor niets geweest.

woensdag 27 juni 2012

De Laatste Rit..

.

Het Kabaal van de Stilte..


Hoe kun je vergeten waar je nooit meer aan wilt denken. Hoe kun je stoppen te denken aan de dingen waarvan je nooit en te nimmer ook maar nog iets wilt weten. Hoe zet je mensen uit je hoofd. Zij die uiteindelijk altijd meer kwaad dan goed deden. Waarom is het niet mogelijk je gedachten te wissen, leed en ellende naast je neer te leggen, en met een schone lei opnieuw te beginnen. Hoe komt het dat sommige dingen je maar bezig blijven houden. Waarom kun je niet kiezen waaraan je denkt. Waarom laten gedane zaken je niet met rust. Zij waren het toch, die nooit keer zouden nemen? Dus vanwaar al deze verspilde energie en emotie. Gister was gister. Vandaag is dat niet. En morgen is alles anders. Wanneer is het nu echt eens morgen. Wanneer is nu echt alles anders. En nemen de mooie gedachten die van vandaag en gister over?
Gezeten op een bankje, bovenaan de dijk, ben ik voor heel even de gelukkigste man op aarde. Ik kijk naar de golven alsof het de mooiste film is, die ooit is gemaakt. Het is een ongekend spectaculair gezicht hoe de golven alles nemen wat hen in de weg ligt. Hoe ze speels op de grote stenen stukslaan, om zich vervolgens in de anonimiteit van het water te herpakken.  Ik hou ervan naar het geluid van het water te luisteren, dat haar spel altijd speelt in strak samenwerkingsverband met de wind. De wind is onmisbaar voor het water, maar ook voor hen -mensen zoals ik dus- die weleens wat anders willen horen dan hun eigen gedachten. Ik voel mij altijd klein te weten dat het water er altijd is geweest en altijd zal blijven. Duizenden jaren geleden zat er ook iemand zoals ik naar datzelfde water te kijken. En luisterde hij naar diezelfde wind. Net zoals, God mag weten hoe lang en hoe vaak nog, dit in de toekomst het geval zal zijn.
In feite zou ik altijd op de dijk moeten blijven zitten. Nooit en te nimmer zou ik moeten stoppen met het kijken naar de golven en te luisteren naar de wind. Ik zou daar in mijn eentje oud willen worden. Om niet meer denken aan de dingen die ik wil vergeten. Ik wil een onberispelijk schone lei, die dit voor altijd blijft. Zonder ooit ook nog maar enige kanttekening. Voor eens en voor altijd zou morgen alles anders moeten zijn. Ik ben de gelukkigste man op aarde en dat wil ik dan blijven. Ik kijk naar de golven en luister naar de wind. Maar in feite kijk ik naar de eeuwigheid en voel ik mij nietig. Zo klein en onbetekenend dat mijn gedachten er niet meer toe doen. En er eindelijk rust is. En daarna wil ik dood. Het laatste wat ik wil zien zijn de golven van de zee. En als mijn ogen dan zijn gesloten, luister ik nog héél even naar de wind. Om daarna te sterven als een gelukkig mens. De gelukkigste man op aarde. Ergens op een bankje. Bovenaan de dijk.

vrijdag 22 juni 2012

De Goede Hoop..


Is toch zeker ook gewoon kudt? De hele godganse dag maken ze je lekker met verhalen over noodweer in de vorm van slagregen, allesvernietigende windvlagen en onweer die geen mens kan overleven, maar uiteindelijk is de enigste storm die in een glas water. Daar kan ik ontzettend van balen moet u weten. Zelfs een beetje pissig om worden. Als je een saai, oninteressant, naargeestig kudtleven hebt zijn dit nou juist een beetje de krenten in de pap. Beetje afwisseling. Alles net even anders dan anders. Mooi toch? Je kunt een beetje slap lullen over voetbal natuurlijk, maar nu zelfs dat niet meer ter zake doet zou een ramp een welkome afwisseling zijn. Brengt ons een beetje tot elkaar, zeg maar. Hebben we iets om het over te hebben. Leuk. Spannend.

Dus geloof me als ik zeg dat ik echt wel goede hoop had. Zoveel waarschuwingen en allerlei onheilspellende kleuren op de weerkaartjes; Kon niet anders of het zou een topdag worden. En wees eens eerlijk; Dat dacht u ook he? Want in feite zijn we allemaal gek op rampen en ellende. Gewoon, omdat het de dagelijkse sleur een beetje breekt. Zo´n dinges-golf, als een tijd terug in Japan. Kijk, dat is tenminste nog eens een ramp. Daar lul je de volgende dag wel over op het schoolplein als je dat kudtkind van je naar school brengt. Dat is nieuws. Dat zet tenminste zoden aan de dijk. En dat missen we hier dus wel een beetje. Stelt u zich toch eens voor; een fuckin’ golf van tweeduizend kilometer hoog, die Zeeland, Brabant en Limburg in één keer helemaal de tyfus golft. Man man man, dat is toch zeker genieten?

De hele zenderprogrammering van alle omroepen door de war. Extra uitzendingen en allerlei experts die hun verhaal mogen komen doen. Alleen dat al is ontzettend knap. Het vinden van experts op het gebied van, in dit geval, het wegvagen van drie hele provincies. Die bestaan namelijk helemaal niet, maar men lijkt daar altijd wel iets op te kunnen verzinnen. Ik denk dat men in dit geval bijvoorbeeld aankomt met een badmeester van een middelgroot zwembad, die met een serieus gezicht uit de doeken doet hoe verwoestend hoge golven wel niet kunnen zijn en dat mensen nog steeds onderschatten hoe vreselijk nat water eigenlijk is. Maakt ons thuis geen fuck uit. De kaasblokjes gaan op tafel en we trekken er een nieuw biertje bij open. Omdat het allemaal zo erg is, en zo.

Rampen zijn cool. Zo zitten we nu eenmaal in elkaar. Al was het maar omdat het de sleur een beetje breekt. We willen sensatie. Een beetje actie. Wees eerlijk; Als u een krantenkop ziet met weet ik veel wat voor ramp dan ook, bent u toch ook gewoon teleurgesteld als het dodental niet verder komt dan tien? Heeft u toch ook een beetje het gevoel dat het allemaal wat tegenvalt? Bedoel, welke gek zet daar nou de kaasblokjes voor op tafel? En stel nou dat Zeeland, Brabant en Limburg echt een keer zwaar de lul zouden zijn? Vinden we dat dan echt erg of stappen we het weekend daarop massaal in de auto omdat ter plekke vast wel hele coole foto’s zijn te maken? Broodjes mee. Pakjes Taxi. En natuurlijk een leeg SD kaartje in de camera. Want drijvende lijken, verwoeste landschappen en huilende kindertjes willen fotograferen en er achter komen dat je kaartje vol is; het zal je godverdegodver maar gebeuren. Over rampen gesproken.

Maar goed, vandaag was het volgens de media dan zover. Half Nederland zou er aangaan. Een noodweer van ongekende vorm zou ons treffen. Met spanbanden snoerde ik de bomen in mijn tuin vast, met grote schroeven maakte ik het tuinmeubilair één met hun ondergrond. Ik vulde zandzakken en sprak de voicemail van mijn moeder in. Dat ik echt wel van haar hield, maar het de laatste tijd gewoon nogal druk had gehad. En toen ging ik gelaten zitten wachten op wat komen zou. Maar er kwam niets. Ja, een beetje regen. Of ik godverdegodver als echt Hollander niet weet hoe regen in de zomer eruit ziet. Niks geen donder en bliksem. Niks geen golven van tachtig triljoen meter hoog die moeiteloos hun weg over de dijken vonden, om te verdrinken wat er maar te verdrinken viel. Saai en stom dus. Valse hoop. Lekkermakerij. Teleurstellend. En zachtjes huilend viel ik die avond op mijn zandzakken in slaap.


dinsdag 19 juni 2012

Begin van het Einde..


Zo. Nog een aantal verhaaltjes te gaan en dan stoppen we ermee. We geven het op. Er zijn nog een paar dingen die we kwijt willen en daarna sluit dit blog zijn deuren. Dit keer voorgoed. Zelf hebben wij het idee dat daags daarna de wereld gewoon doorgaat. Er maar weinig mensen zijn die voor een aantal keer de slaap zomaar moeilijk kunnen vatten. Wij zijn namelijk niet bepaald een gemis. Maar het leek ons niettemin netjes om ons vertrek een paar betogen van tevoren kenbaar te maken. Als gebaar naar dat handvol lezertjes wat ons altijd is blijven volgen. Dik vijf jaar lang. Natuurlijk kun je dan je kanttekeningen plaatsen bij de geestelijk vermogens van deze trouwe bezoekers, maar dat doen we nu niet. Zou niet aardig zijn. Wat ons betreft is respect meer op zijn plaats. Vijf jaar lang pols openhalende verhalen moeten lezen. Ga daar maar aanstaan. Maar het einde is dus in zicht. We gooien de handdoek in de ring. We geven op. We laten het erbij.

Ooit is dit blog begonnen als een soort van therapie voor onszelf. We konden ons ongenoegen uiten en hoopten dat we ons daarna beter zouden voelen. Maar dat is niet gelukt. Praten helpt namelijk helemaal niet. Het is onzinnig allerlei emoties te uiten. Gewoon bek dicht en flink doorzuipen. Uiteindelijk is dat de allerbeste therapie. Daar helpt echt geen blog bij. Geloof ons. En dus is deze plek op het Grote Enge Internet overbodig geworden. Met ons komt het nooit en te nimmer meer goed. Wij zijn negatief tot op het bot. Ook al hebben we de afgelopen vijf jaar meerdere pogingen gedaan het tegendeel te bewijzen. Maar wij geloven inmiddels nergens meer in. Niet in u, niet in morgen en al helemaal niet meer in onszelf. Uiteindelijk gingen wij ten onder aan onze onbegrensde negativiteit. Wat wij zelf overigens zien als puur realisme. Als onze waarheid. Maar wij zijn dus niet te helpen. Door niemand niet. Al was het maar omdat we dat inmiddels niet eens meer willen.

Als u een hele mooie dure auto ziet staan vraagt u zich af hoe het zou zijn daar een rondje mee te rijden. Wij vragen ons af hoe het zou zijn om met dat ding met 200 kilometer per uur tegen een boom aan te raggen. Ziet u het nuanceverschil? Als iemand aardig tegen u doet spreekt u daarover uw waardering uit. Wij weten zeker dat een dergelijk type ons hard en degelijk een oor probeert aan te naaien. Begrijpt u dat? U put moed uit vriendschappen. Wij weten dat ze niet bestaan. U denkt dat liefde alles overwint. In onze optiek is liefde een overblijfsel uit de tijd dat mensen nog niet in staat waren te communiceren maar, in naam der natuur, simpelweg voor nazaten moesten zorgen. Of denkt u soms echt dat twee olifanten of zebra’s van elkaar houden? Vriendschappen. Liefde. Om elkaar geven. Wat voor elkaar over hebben. Morgen is alles beter. Wij zijn eruit; het is allemaal klinkklare onzin. En daar kunnen wij nu eenmaal niet tegenop bloggen. Gaan we gewoon niet redden. Past simpelweg niet in de kijk op de wereld die wij hebben. Punt.

Uiteraard is er nog een aspect wat niet onbelangrijk is geweest bij het nemen van onze beslissing. Namelijk ons volslagen gebrek aan talent. Wat wij doen, dat doen anderen honderd keer beter. Negatief? Ja. Maar als u voorgaande tekst had gelezen was deze stomme opmerking niet in uw gedachten opgekomen. Iedereen heeft een talent. De één kan goed schaatsen. De ander is helemaal geweldig met cijfers. Weer een ander weet van losse woorden teksten te maken die daadwerkelijk tot de verbeelding spreken. Wij hebben geen enkel talent. We zijn nergens goed in. Blinken nergens in uit. Alles wat we doen is het net niet. En dus is het beter te stoppen. Om op te geven. Wij hebben ons best gedaan, maar het mocht allemaal niet baten. Niet voor u. Niet voor onszelf. En dus nokken we met deze martelgang. Het Wakend Oog is binnenkort niet meer. We kappen ermee. We sluiten de tent. We zetten het net zo lang op een zuipen tot we ooit op een dag de moed vinden om met een broodrooster in bad te gaan. Wij tikken geen letter meer op papier, maar ooit hoort u nog een keer van ons. Via de krant dus waarschijnlijk. Met zo’n mooie dikke zwarte rand om de tekst. En dat was het dan. Wij geven op. Definitief. Wij staken de strijd met onszelf. Omdat het nooit en te nimmer zal worden, zoals wij het in gedachten hadden.


woensdag 13 juni 2012

Het Oranjegevoel..


Mooi. Ik heb mijn gelijk. Daar hou ik van, mijn gelijk halen. Komt omdat ik slecht tegen mijn verlies kan. En ja, dan heb je het als Hollander niet bepaald makkelijk he? Maar dat even terzijde want ik ga niet afdwalen in dit betoog. Sterker; Ik hou het kort vanavond. Want het gaat nu even om mijn gelijk. Het mooiste wat er is. Een soort van erkenning van en voor jezelf. Je gelijk krijgen is zoiets als een tweedehands auto kopen van een kamper met vet haar en dan twee weken onbezorgd met je nieuwe aanwinst kilometers kunnen maken. Of een vrouw treffen met humor. Een eerlijke Marokkaan. Seks zonder verplichtingen. Afijn, komt dus bijna nooit voor. In mijn geval dus zeker niet.
Maar afgelopen zaterdag gebeurde er iets vreemds. Had ik een bepaald inzicht en trok in conclusies. Die ik vervolgens voor waar aannam. Het kon niet anders of ik had het gelijk aan mijn zijde alsof het een klein hondje was, wat goed afgericht al kwispelend met zijn staartje, trouw en loyaal aan mijn zijde plaatsnam. Ik zag in de supermarkt, het zal zo rond elf uur die ochtend geweest zijn, een grote volwassen kerel met een oranje T-shirt en een idem petje op het gelaat gedrukt. Ik dacht eerst dat het zo’n halfje was. Leuk toch, die mensen weten nu eenmaal niet beter. Kun je blij maken met kleine dingen. Maar het was geen verstandelijk gehandicapte. Hij was boodschappen doen met zijn vrouw. In zijn oranje shirt. Met zijn ‘Hup Holland’ petje op zijn volwassen harses.
Toen kreeg ik ineens het gevoel dat het helemaal niets zou worden. Nee, ik zal het u sterker vertellen, ik hoopte het. Want mijn god nog aan toe zeg, als normale, weldenkende mensen zo over straat gaan dan verdien je het als land, als natie, toch gewoon dat een toernooi als dit van korte duur is? Als grote kerels met te dikke pensen op zaterdagochtend met hun lelijke wijf de wekelijkse boodschapjes doen, gekleed in het oranje, dan vraag je er toch gewoon om? En dan laat ik de mongolen die oranje zakjes om de buitenspiegels van hun auto sjorren, de voorgevel van hun nieuwbouwgedrocht met allerlei prullaria denken te moeten versieren en de lieden die zelfs hun kinderen in het oranje hijsen, en dat -godverdegodver- vol trots op de social media plaatsen, nog maar even ongenoemd.  Want dan vraag je toch om ellende? Ja. Dat doe je. En ik wist dat.
Mijn EK was dus afgelopen zaterdag om een uur of elf al ten einde. Ik voelde dat het mis zou gaan. Gewoon, omdat het niet anders kon. En omdat ‘wij’ niet anders verdienden. Op zich kan ik ermee leven dit land te moeten delen met een enorm percentage aan tokkies. Maar het is die arrogantie waar we echt lek op gaan. Denemarken was een eitje, en die moffen zouden we wel even pakken. En dat sprak men dan uit met een oranje pruik op den kudtkop geplaatst. Of met een te dikke pens in een oranje t-shirt geperst. Maar als er echt een God is, dan is er ook één van Het Voetbal. En die pak je niet. God is niet gek. Hij keek. Hij zag. En hij overwon. Kun je nog zo misplaatst arrogant zijn, maar uiteindelijk heeft Hij het voor het zeggen. Naja, en ik dus. Ik en mijn gelijk. Ik wist het. Ik hoopte het. Voor volk en vaderland. En ik kreeg gelijk. Daar hou ik van, mijn gelijk halen. De tyfus, oranjetokkies. Heel hard en ongezien. Want dit krijg je er nou van.