vrijdag 14 december 2018

De Gelopen Race..


Op een dag begin je te rennen. Eerst nog wat onwennig, maar het duurt niet zo gek lang tot je het ritme aardig te pakken hebt. Vanaf die eerste dag heb je mensen om je heen die met je mee lopen. Die je helpen. Want soms struikel je. En dan is het fijn als er iemand een pleister plakt. Of je nog eens vertelt hoe het moet. Onderweg kom je anderen tegen. Soms loop je een tijdlang zij aan zij. Sommigen halen je in of blijven juist achter. Maar er zijn er ook die belangrijk zijn tijdens de afstand die je aflegt. Die deel uitmaken van de vele kilometers die je loopt.

Maar uiteindelijk blijft het een soort van race. Naja, niet dat we het zo altijd zien, maar het blijkt het wel te zijn. Op een dag haken bijvoorbeeld de mensen af die als eerste met je meeliepen. Maar ook anderen geven onderweg op. Sterker; hoe langer je loopt hoe groter het slagveld. Je rent met zijn allen je race en het veld van deelnemers wordt steeds kleiner. Op een dag heb ook jij je eigen nieuwkomers leren lopen. Daar wil je niet van winnen. Daar wil je op achterblijven. Die mag je nooit inhalen. Dat zijn de regels van het spel.

Het hoogtepunt van de loop is dat je je kilometers maakt met zoveel mogelijk mensen om je heen. Die om je geven. En jij om hen. De zon schijnt, de route en het landschap zijn meer dan aangenaam. Meter voor meter ga je samen verder de tijd in. Op naar dat wat komen gaat.  Maar uiteindelijk haken er steeds meer mensen af. Eerst eentje. Op een moment en om redenen die je niet zag aankomen. En in de loop der tijd volgen er meer. Hoe groter de afstand is die jij loopt, des te vaker zie je mensen opgeven. Omdat ze niet meer konden. Of omdat ze van het leven niet meer mochten. Een drukke race, met uiteindelijk steeds minder deelnemers. Je blijft lopen. Op weg naar je eigen persoonlijke finish. Velen achter je gelaten, maar je nooit een winnaar gevoeld.

zondag 18 november 2018

De Beperkte Keus..


Ik lig in het gras en kan niet opstaan. Als ik dat wel doe gebeuren er vreselijke dingen. Ik zou langzaam wegzakken in de drassige aarde die mij langzaam naar beneden trekt. Bij elke stap die ik doe kom ik dieper in de ellende te zitten. Tot ik uiteindelijk happend naar lucht, hoestend en aarde kotsend, aan mijn einde kom. Het kan ook nog zo zijn dat ik plots aan de rand van een onmetelijk diep ravijn sta, en voor ik val, de grond onder mijn voeten voel wegbrokkelen. Hoeveel stappen ik ook terugdoe.

Maar ik kan ook niet opstaan omdat ik bang ben dat ze wakker worden, die twee daar in mijn hoofd. Met hun eeuwige strijd, de onophoudelijke discussies, de voortdurende gesprekken en het negatieve gezeik. Ik kan dat kabaal niet meer aan. Ik wil het niet meer. Maar zij weten van geen ophouden. Ze gaan maar door. Dus ben ik even gaan liggen. Niet wetende dat die rust mij geen weg terug meer zou gunnen. En dus lig ik nu hier. In het gras. En kan ik niet meer opstaan.

Ik kijk naar een blauwe lucht en grijze silhouetten die de meeste vreselijke schouwspellen tonen. Niks geen witte wattige schaapjes of ander vrolijk gefantaseerde beelden. Somberheid tot ver aan de hemel. Achter de wolken schijnt de zon, maar er is geen mens die haar ooit nog gaat zien. Pestend en ongetwijfeld gemeen grijnzend blijft ze verscholen achter massieve grijsheid. Ik sluit mijn ogen zoals ik dat altijd doe als het even tegenzit. Maar ik weet dat het me dit keer niet gaat helpen.

Ik lig in het gras en kan niet opstaan. Want het kan zijn dat er dan de meest vreselijke dingen gebeuren. Zolang ik mij niet beweeg, helemaal niks probeer, kan me niks overkomen. Als ik nou heel stil blijf liggen verzwakt misschien de aandacht van al het Leed ter Wereld en vergeet ze me. Dan spring ik op en ren ik weg. Heel hard, zonder te stoppen. Ik ren of mijn leven ervan afhangt en staak dat voor niets of niemand. Maar in mijn hoofd hoor ik iemand schamper lachen. En niet lang daarna hoor ik een tweede stem hetzelfde doen. Goddank, ze zijn het voor een keer eens. Ik open mijn ogen en zie niks dan gruwelijkheden. Ik probeer op te staan en verlang naar het ravijn. En beloof plechtig geen stap terug te doen.

zaterdag 20 oktober 2018

Het Onverwachte Ongenoegen..


Ze maken ruzie. Om alles. Soms de hele dag door. Ze kunnen het bijvoorbeeld niet eens worden over wie op dat moment de meeste rechten heeft, om met het speelgoed te spelen waar al maanden niet naar is omgekeken. Als de één de ander even aanraakt is dat een teken om het op een fel protesteren te zetten. Het liefst huilend. Want dan lijkt het net even meer alsof je geslagen en mishandeld bent. Zelfs verbaal geweld, omdat de één vindt dat de ander naar haar keek, is geoorloofd. Of de plek op de bank. Of de kleur van de beker waarin de Ranja wordt geschonken. Op sommige dagen telt alles. Alles om een discussie over te kunnen voeren of ruzie te kunnen maken. Want zo zijn zusjes.

Zelfs als ik er achteraan zou blijven lopen, constant alert zou zijn, hou ik het opruimen van de troep die ze maken niet bij. Zij kunnen rotzooi maken met alles wat maar voorhanden is en met ongekend beperkte middelen. Geef ze één A4-tje en een schaar en je weet niet wat je meemaakt. Kun je nagaan als je ze een tube lijm geeft. Of wat ander knutselspul van de Action. Iets met glitters bijvoorbeeld. Het is niet echt dat ik op mannen val, maar ik heb op mijn werk enkel en alleen die naam omdat alles aan mij altijd vol vrolijke glitters zit. Van mijn schoenen en kleding tot aan mijn haar en oren. Hoe ze het doen doen ze het, maar er is geen ontkomen aan.

Ze zijn nooit uitgepraat. Ikzelf heb toch echt wel momenten dat ik even niks te vertellen heb, maar dat komt hen in de verste verte niet bekend voor. Eenmaal wakker beginnen de betogen en verhalen. Ze beginnen te praten en te vertellen en dat stopt nooit. En omdat ze beiden deze drang hebben, doen ze dat ook gewoon door elkaar heen. En uiten ze hun ongenoegen als ik verkeerd op de één reageer of niet het juiste antwoord geef op de ander. En daar kunnen ze dan ook onderling weer ruzie over maken. Heel lang zelfs. Onvergefelijk en met heel veel kabaal. Om de boel een beetje recht te trekken, positieve aandacht te genereren, gaan ze dan soms knutselen. Met A4-tjes, scharen en lijm. En natuurlijk glitters. Want ze weten hoe gek ik daarop ben.

En dan op een gegeven moment zit het erop. Dan breng ik ze weer weg. Naar school of naar moeders. U weet hoe dat gaat anno 2018. Want gescheiden ouders; wie is er niet groot mee geworden? Onderweg voel ik dan een vreemd soort van opluchting. Want straks heb ik weer even  rust. Thuis lekker opruimen, glitters van het plafond vegen en eindelijk weer orde en stilte. Maar eenmaal daar word ik steevast overvallen door een akelig gevoel van leegte. De rust voelt naar en de stilte bonkt met al haar kracht en in alle hevigheid luidruchtig op de muren. Ik kijk de kamer rond en ruim niks op. Want rommel doet leven. Ik lijk in de verte ruziënde kinderstemmetjes te horen. Het klinkt als de mooiste muziek ooit gemaakt. Ik mis ze. Nog geen half uur later. En dat elke keer weer.

donderdag 11 oktober 2018

De Wederopstanding..


Gaat dus gewoon vetkudt met dat blog van mij he? Ergens eind juni mijn laatste betoog. Dat is toch niet normaal? En het is echt niet zo dat ik niks te vertellen heb hoor. Hou op en schei uit; en of ik van alles te vertellen heb. Maar het komt er gewoon niet van. Druk druk druk. Waan van de dag. Even dit en even dat en voor je het weet ben je een maand verder. En dat is zonde. Ikzelf denk namelijk best wel dat de wereld een klein beetje beter af was toen ik regelmatig van mij liet horen. Ik maakte u slimmer. Ik maakte u wijzer. En zo maakte ik van niets toch nog iets. Best prijzenswaardig, toch?

Maar sinds ik een soort van sociaal leven heb opgebouwd gaat het allemaal hard bergafwaarts. Ik vind mijzelf terug op verjaardagen, jubilea en op één op één uitnodigingen. Beetje lullen over het weer, werk en de kids. U kent het wel. Allemaal leuk en aardig maar zulks vreet tijd. Waar ik vroeger ’s avonds achter mijn pc ging zitten, de dop van mijn fles wodka losschroefde  en de wereld verraste met mijn inzichten, zit ik nu in gezelschap aan de Radler. Zo word ik toch nooit een groot schrijver?

Schrijvers horen te zuipen. Zich verre van mensen te houden. Hun eigen leven te leven. Om op die manier eenzaam en ongelukkig te sterven. Zes weken dood op bed te liggen voor iemand ze vindt. Zo krijg je de beste verhalen. Maar momenteel zit dat er dus allemaal niet in. En kom ik geen stap verder. Ik ga het dus vanaf nu anders doen. Gewoon, weer even back tot he roots. Prio’s stellen. Ongezien de tyfus allemaal, u kent het wel. Deur op slot. Underlayment voor het raam. We gaan weer even normaal doen. Drank op tafel. Winston’s binnen handbereik. Het Wakend Oog is terug. Lang leve het Wakend Oog. En na een week of zes niks meer gehoord te hebben gaarne even de politie bellen. U weet waarom.

vrijdag 29 juni 2018

Het Logisch Gevolg..


Ik voel mij vies. Ik sta al drie kwartier onder de douche, maar het helpt niet. Net zoals al die keren eerder vandaag. Mijn vingers zijn wit en de rimpelingen vertonen een indrukwekkend schouwspel. Ik kijk ernaar. Vol walging. Dezelfde walging die ik voel voor mijzelf. Ik knijp de laatste restanten Axe uit de kunststof fles. Blauwe lijntjes douchegel zoeken hun weg naar beneden via mijn lichaam. Sommigen komen een heel end, maar de meesten worden op hun tocht ingehaald en gegrepen door het water. In doodsangst spreidt de gel zich tot het zo verdund is, dat van een eerlijke strijd geen sprake meer kan zijn. Geen van de lijnen haalt de weg naar het doucheputje dan ook ongeschonden. Het is een ware slachting.  

Ik voel mij vies. Ik schrob mijn lichaam met een huishoudborstel. Centimeter voor centimeter. Het doet pijn, dat moet haast wel, maar ik voel het niet. Ik zie mijn huid rood worden. Op sommige plekken bloeden kleine schaafwonden. Maar ik blijf boenen. Ik wil van het gevoel af dat ik goor ben. Ik wil het idee achter mij laten dat alle ranzigheid denkbaar mijn lichaam overvallen en bedekt heeft. Ik durf al tijden niemand meer onder ogen te komen. Bang voor afkeurende blikken of de walging die ik van de gezichten af zou kunnen lezen. En dus blijf ik douchen. Blijf ik schrobben.

Ik voel mij vies en ik voel mij gebruikt. Alsof ik mijn lichaam gedwongen af heb moeten staan aan alle 750 homoseksuele leden van een motorclub. Mijn lichaam was daar, terwijl ik van afstand stond toe te kijken hoe men het tienjarig jubileum van het clubhuis vierde, met heel veel drank, drugs en mij. Ik was slechts een voorwerp ter vermaak. Een soort van Action-artikel welke je koopt omdat het kan, zonder daar ook maar enige andere emotie bij te hebben dan dat het gewoon verdomd goedkoop is. Ik voel mij vies. Ik voel mij gebruikt. En ik schaam me. En ik blijf schrobben, ik blijf wassen, ik blijf douchen. Tot het moment dat ik eindelijk vergeten ben ooit VVD gestemd te hebben.

vrijdag 6 april 2018

Zuchtend van Geluk..


Na tien ballonnen was ik toe aan professionele, door mijn zorgverzekeraar gedekte beademing. Ik fantaseerde over een grote metalen fles met ronde metertjes, messing draaiknoppen en een mondkapje. En toen had ik nog een dikke veertig ballonnen te gaan. Mijn omgeving vervaagde. Niets leek meer echt. Als roker heb je het maar knap lastig met ballonnen voor jarige kinderen. Maar ik blies moedig door. Het tempo nam na elke opgeblazen ballon af. Ik hing tussen zweven en nichterig flauwvallen. Maar om de zoveel tijd bolde mijn wangen zich en gaven ik en mijn wilskracht  het rubberen roze, geel, blauw of wit, moeizaam en met horten en stoten, hun luchtig leven.

Wilskracht is een mooi ding. Daar heb je wat aan. Want hoewel ik altijd en zonder uitzondering voor de weg van de minste weerstand zou gaan, zo ben ik, was dat ditmaal geen optie. Ik heb een dochter voor wie jarig nog een dingetje is. En dan druk ik mij voorzichtig uit. Voor haar is jarig zijn het grootste en het belangrijkste wat een mensenkind maar kan gebeuren. Jarig zijn is de mooiste dag die er is. Jarig zijn is alles. Jarig zijn is belangrijk. Al wekenlang is het aftellen geblazen. En die laatste week vooraf is magisch. Maar dat alles valt in het niet bij de Ochtend Van Het Wakker Worden. Die moet gewoon perfect zijn.

En dus heb ik de kamer versierd. Slingers van de Action hangen van links naar rechts. De cadeaus staan, met de grootste zorg ingepakt, op tafel alsof het een etalagewedstrijd betreft. En ik blaas dus ballonnen. Eén voor één en stuk voor stuk. Het mooie van zuurstoftekort is dat je buiten je eigen kaders kunt denken. Dat alles wazig en zweverig oogt. En dat geeft je de opening om mee te gaan in de visie van de jarige. Dat er niets, maar dan ook godvergeten niets, grootser is dan de verjaring van een achtjarige naar die van de leeftijd van negen. Je lult maar een end weg met je gezemel over de toestand van de wereld, de waan van de dag en god mag weten wat nog meer allemaal niet van belang is. Je blaast gewoon. En de volgende ochtend? Ze zegt niets, maar lacht fijntjes. Haar gezicht straalt. En was het weer elke zucht meer dan waard.

zaterdag 10 maart 2018

Het Vierlaags Ongemak..


Overdrijven we niet een beetje, zo met zijn allen? Zijn we het spoor niet een beetje kwijt?

Onlangs stond er toiletpapier op mijn boodschappenlijstje. Geen ingewikkeld product, toch? Zulks dient tenslotte een vrij eenvoudig doel. Maar toch is de keuze overweldigend. Kleurrijke verpakkingen schreeuwen in het schap van de supermarkt om aandacht. Extra zacht. Extra dik. Extra hygiënisch. Met of zonder kek printje.  Verpakt per zes, tien, twaalf of zelfs per vierentwintig. U zegt het maar. En tja, dan laat je je verdomme toch een beetje meeslepen he?

Ik koos voor de vierlaags-versie. Twaalf stuks in handige draagtas. Ik weet niet of u er heel veel verstand van heeft, maar vierlaags toiletpapier is echt wel de bom. Dat zie je niet veel. Vierlaags is eigenlijk misschien zelfs een beetje decadent, als je er wat langer over nadenkt. Maar hey, de verpakking was pakkend. Het leek naar me te wijzen. Het wenkte me. Serieus. Achteraf is het allemaal makkelijk lullen en zo, maar de marketing deed haar ding en ik was daar niet tegen bestand. Ze hadden me te pakken. Wist ik veel wat ‘vierlaags’ in de praktijk precies inhield.

Vierlaags is dik. Dat zijn heel veel lagen papier. Vier dus, om precies te zijn. Hele dikke. Met nog elf rollen te gaan voelt het elke ochtend weer of ik de zaterdag-editie van de Telegraaf door mijn Gerard Joling sta te trekken. Ik kan mij niet genoeg voorover buigen om het papier de ruimte te geven die het nodig heeft. Ik sta met één been op de grond en de andere op dik een meter hoogte tegen de wandtegeltjes gesteund, maar kom nog ruimte te kort één en ander soepel te laten verlopen. Ik kan een aanzienlijk deel afscheuren en het schuin tegen de wand zetten zonder dat het doorbuigt. Die zooi is kogelvrij volgens  mij. Kogelvrij toiletpapier. Dat is gvd toch niet normaal?

Serieus, we overdrijven. We zijn compleet gestoord met zijn allen. En het spoor volledig kwijt.  


donderdag 18 januari 2018

Hiep Hiep..

Ik ben zeer binnenkort jarig. Dat lijkt een feestelijke gebeurtenis, maar u en ik weten wel beter. Ja, ooit. Ooit was het leuk om jarig te zijn. Als kind is het vetcool. Want dan ben je heel erg belangrijk en zo. En als tiener is het handig. Want dan telt ieder jaar ouder. Kun je drank halen en sigaretten. En je bent als achttienjarige gewoon een stuk stoerder dan die gassies van een jaar of vijftien, zestien. Dat zijn dan gewoon kudtkinderen en jij niet. En zo kabbelt die blijdschap een beetje voort tot je vijfentwintigste. En dan houdt het op.

Dat is namelijk wel een beetje de leeftijd dat je begint in te zien dat het niet helemaal geworden is zoals je in gedachten had, qua privileges van het ouder worden. Bovendien komt dertig dan angstig dicht in de buurt. Ooit een leeftijd dat je dacht dat iemand dan gewoon fuckin’ oud was en in feite totaal uitgerangeerd. Maar omdat je verjaardagen niet stopt, tik je op een dag die dertig aan. Geheel onverwachts vergaat de wereld niet, maar om nou te zeggen dat het een heugelijke dag is. Uiteindelijk wordt het allemaal nog erger, iedere verjaardag weer. Want hoe je het went of keert; die veertig komt eraan.

Ook dan gaat het leven gewoon door. Je bent minder bejaard dan je vroeger, twintig jaar terug, had gedacht. Maar toch, het steekt. Laten we nou maar gewoon eerlijk zijn. Sowieso besef je dat je dan wel zo’n beetje min of meer op de helft zit. Zeker als je er ooit naar uitkeek de leeftijd te hebben drank en sigaretten te kunnen halen. En van die gelegenheid vanaf het begin volop gebruik hebt gemaakt. En dan komt dus die volgende mijlpaal in zicht. Vijftig. Dat gaat mij, mijn komende verjaardag, nog niet overkomen, maar ik zie hem in de verte al naar me zwaaien. Grijnzen zelfs. En volgens mij zie ik soms zelfs een opgestoken middelvinger. De rat.


Natuurlijk ben ik blij dat ik de leeftijd heb bereikt die ik nu heb en straks ga pakken. Ik had tenslotte tussentijds ook tegen een boom kunnen rijden, ten onder kunnen gaan aan een akelige ziekte of lullig en zinloos om het leven kunnen komen. Ik las laatst dat iemand was overleden na het innemen van Viagra. Op zijn nieuwe opblaaspop. Dan komt het allemaal wel heel dichtbij, laat ik het zo zeggen. En dus probeer ik de moed erin te houden. Ik vier mijn verjaardag. Ik hang slingers op en zorg voor gebak. En iedereen mag komen. Liefst als u net wat ouder bent dan ik. Zodat ik een beetje kan wennen aan hoe het is, om ooit te zijn zoals u.