donderdag 15 juli 2010

Geen Halve Maatregelen..

Het is een boze droom. Zo eentje waar je wakker van schrikt en het nog even duurt voor je beseft wat er is gebeurd. Nee, sterker, zo een die je een enorme opluchting verschaft zodra het besef begint te komen dat je wakker bent en alles wat zojuist is voorgevallen niet echt is geweest. Langzaam maakt angst en verdriet plaats voor blijdschap. Het onbehagelijke gevoel blijft nog even hangen, maar ebt weg. Nog voor de wekker gaat is alles vergeten. Nou ja, alles. Flarden aan herinneringen blijven wat plagen en zeuren. Dromen kunnen afschrikwekkend zijn. De dag haar glans afnemen.  Ken je dat gevoel? Ik wel. Ik kende het maar al te goed. Maar bij mij bleven ze dan ook niet beperkt tot de nachtelijke uurtjes.

Het is een nare gedachte. Zo eentje waar je van schrikt. Plots zie je dingen voor je die je helemaal niet wilt zien. De geest bakt en braadt scenario’s alsof het haar een lieve lust is. Ze neemt haar vrijheid om je de akeligste dingen te laten denken. Veelal op momenten dat je even alleen met haar bent. Of wanneer er ook maar de kleinste aanleiding  lijkt te zijn. Het ene doomscenario na het ander passeert de Revue van Verwarring. Je wilt aan iets anders denken, maar ze heeft je in een houtgreep. En uiteindelijk stopt je wakkere ik met ontkennen, maar gaat het op zoek naar bevestiging van geponeerde stellingen. Vol wantrouwen, een zwellend gevoel van woede en allesverwoestende wraakzucht. Om niks dus. Maar zo rollen nare gedachtes. Zo houdt je geest je voor de gek.

Het is een onheilspellend gevoel. Zo eentje die je verder niet kunt sturen of wegwuiven. Het is er gewoon. Je weet niet waar het vandaan komt en wat de reden is. Het is ook het alleen zijn. Eenzaamheid tot op het bot. Jezelf afgeschreven en nutteloos voelen. Dát zal niet zonder reden zijn, daar moet haast wel een kern van waarheid inzitten. Het is, niet precies wetende wanneer en waarom ook alweer, het opgeven van hoop en ambities. De hang naar geluk verloren. Het negatieve de vrije loop laten om er zeker van te zijn dat opgeven de juiste keuze is geweest. Het is nog een keer doods en emotieloos glimlachen naar een ondergaande zon, in de hoop dat het kreng nooit meer  op gaat komen. Niet voor jou althans.

Inmiddels kan ik mij er niets meer bij voorstellen..

Er zijn geen nare dromen meer. Ik word er in elk geval niet meer van wakker. Ik verdenk je er weleens van dat jij dat regelt. Nog voordat ze hun ding kunnen doen verjaag je ze. Misschien kom je dan iets dichter tegen me aan liggen. Of kunnen boze dromen gewoon niet tegen je vingertoppen, die zachtjes mijn rug beroeren. Nare gedachten zijn al even kansloos. Ik ben namelijk nooit meer alleen met ze. Omdat jij altijd bij me bent, ook als dat niet zo is. Je hebt plaatsgenomen in mijn hoofd. Zwaar bewapend met zorgzaamheid en liefde pleeg je regelrechte massamoord op elke gedachte met verkeerde bedoelingen. Ik heb ook een wapen. Vertrouwen. En samen gaan we zo voor de ultieme genocide. Geen halve maatregelen.  Ik ben van nut en belangrijk. Omdat ik nu eenmaal ben wie ik ben. Ik heb geen hang naar geluk meer. Ik ben het. Als de zon ondergaat pak je mijn hand. We glimlachen. En kijken uit naar de dag van morgen. Iedere dag weer.