zaterdag 6 februari 2016

Het Winkelend Geteisem..

Ik kom net bij de supermarkt vandaan en ja, ik ben dus bloedchagrijnig. En ja, dan kan ik weleens een beetje uit mijn slof schieten. Onredelijk zijn misschien. Maar nee, dat neemt dus niet weg dat we nu een aantal afspraken met elkaar kunnen maken. Gewoon wat dingen afspreken hoe we dat voortaan doen in een supermarkt. De eerste, en de belangrijkste regel is dat je verblijf in een winkel als deze zo kort mogelijk moet zijn. Daar ga je voor. Betekent dus bijvoorbeeld dat je nooit meer, en met nooit bedoel ik nooit, met je te grote lijf en je kudtkarretje in een pad gaat staan ouwehoeren met mensen die je kent. Of misschien ken je ze niet eens, maar heb je zoveel behoefte aan sociaal contact dat je bent gaan denken dat een supermarkt daar de geschikte plek voor is. Dat is het niet. Ga thuis gewoon dood, in alle eenzaamheid. Maar doe niet of het daar één of ander fuckin’ clubhuis is. Je blokkeert de paden, lamlul.

Kudt op, in de rij bij de kassa, met je gerag tegen mijn enkels met dat pleuriswinkelwagentje van je. Als je de lengte van zo’n karretje al niet lekker in kunt schatten is het, in mijn optiek, een godswonder dat je ooit je rijbewijs hebt gehaald. En dat ze je die gewoon niet afnemen. Als je al je sneue aankopen op de band hebt geflikkerd, is het dan echt zo moeilijk om even dat balkje achter je rotzooi te leggen? Zodat straks de kassière kan zien wat van jou is en van een ander? Die zit daar voor twee euro bruto per uur van alles en nog wat te scannen. Denk je nou echt dat ze aan jouw kop kan zien welke cholesterolverhogende troep van jou is en welke niet? Je treft het dat ik niet achter de kassa zit. Ik zou dat balkje anaal bij je ingebracht hebben als je zou lopen zeiken dat ik de verkeerde zooi aan het scannen ben, omdat jij te belazert was om dat balkje even neer te leggen. Met je grote bek.

En weet je wat het doel van een kassa is? Dat je afrekent. Dus op het moment dat je in de rij plaatsneemt kun je dat zien aankomen. Waarom wacht je dan met het trekken van je portemonnee tot de caissière het bedrag noemt? Of zelfs tot je de laatste boodschappen in je karretje hebt gelegd? Dan spoor je toch niet? De volgende keer dat ik je in de rij zie staan heb je pinpas, briefgeld of munten alvast tussen je tanden. Ik waarschuw je. En wat we ook niet meer gaan doen is, als de caissière het bedrag noemt, zeggen; ‘’Dat klopt niet.’’ Om vervolgens samen het bonnetje door te nemen en tot de conclusie te komen dat het wel klopt. Je waagt het niet he. Volgende keer reken je gewoon netjes af en je zoekt het elders maar uit. Maar niet meer in mijn godvergeten rij. Niet meer bij de kassa waar ik met mijn poffertjesporem sta toe te kijken hoe jij je druk maakt dat je 20 cent uitkering extra moet inleveren. Dat is sowieso gemeenschapsgeld en dus ook van mij. En mij maakt die 20 cent niet uit, pauper. Ik wil gewoon snel weg.


Een supermarkt, maar van toepassing op heel veel winkels, is een noodzakelijk kwaad. Daar moet je heen omdat het nog niet anders kan. Mensen die zeggen lol te hebben in ‘winkelen’ neem ik al niet serieus, maar gasten die supermarkten zien als een soort uitje zou je natuurlijk gewoon direct preventief moeten ruimen. Die staan toch alleen maar de evolutie in de weg. De enige gedachte die je moet hebben als je een winkel binnenstapt, is hoe daar weer zo snel mogelijk weg te kunnen. Daarvoor is efficiëntie nodig. Doordachtheid. Regels. Regels zoals hierboven gesteld. Lees dit betoog nog eens door voor u boodschappen gaat doen. Lees het nog eens héél goed door. Want ik ben er klaar mee. Dit kan zo niet langer. Weet dat en handel daarnaar. Want ik hou u in de gaten. Met een tas vol van die balkjes. De steigerhouten versie.