zondag 21 juni 2015

Vader's Dag..


Opgedragen aan hem, wie vanmorgen één cadeau te weinig kreeg.

 
‘’Ik weet het, je bent dood. En ‘dood’ is akelig definitief. Het betekent dat je hier nooit meer binnenstapt. Het wil zeggen dat ik nooit je stem meer hoor. Het komt erop neer dat ik je nooit meer zie. Of je nooit meer aan kan raken. Of boos op je kan zijn. Ik probeer nu het besef aan te leren hoelang ‘nooit meer’ eigenlijk wel niet is. De eerste resultaten van die leerweg zijn ronduit kudt. ‘Nooit meer’ is erg lang. Ik kan daar verdomd slecht aan wennen. Eigenlijk denk ik zelfs dat ik dat nooit ga redden. Ik moet ermee omgaan, dat wel. Maar dat is een heel ander verhaal. Wennen gaat het niet. Niet tijdens deze sessie, de eerste weken dat ik zonder jou moet leven, maar ook daarna niet. Nu jij er niet meer bent zijn de dingen anders. Nee, ik zal het nog sterker vertellen; niets is meer zoals het was. Ik mis je. Godverdegodver, wat mis ik je.’’

Vaders en dochters, het blijft een lastig iets. Je kunt tien kinderen rond hebben lopen, maar als daar één meisje tussenzit is het toch anders. Vaders hebben iets extra’s met dochters. Hoeveel ze ook houden van hun zonen. Vaders beseffen al snel dat ze de plicht hebben extra beschermend te moeten optreden. Vaders zijn vanaf het begin bang voor vriendjes met petjes en bontkraagjes. Vaders zijn de onvoorwaardelijke helden van hun meisjes. Althans, dat vinden ze zelf. En zo gedragen ze zich dan ook. Dochters kunnen alles maken bij vaders. Natuurlijk zijn ze weleens boos. Maar dat is altijd maar heel tijdelijk. En met een vergevingsgezindheid die een ieder zal verbazen. Een man met een dochter is nooit meer dezelfde man dan wie hij ooit was, voor zij bestond. Vaders houden van hun dochter met een onvoorwaardelijkheid die onmogelijk te beseffen is als je geen man bent. Zelfs moeders zouden er een puntje aan kunnen zuigen, laat ik het zo zeggen.

Maar wat nou als je dochter doodgaat? Dat kleine mensje van wie jij de held bent? Of in elk geval graag wilde zijn? Dan kun je tot in den treure op je smart-tv middels oude foto’s herinneringen blijven ophalen. Maar je kunt je er nooit en te nimmer bij neerleggen dat ze nooit meer zomaar de huiskamer binnenstapt. Of je haar stem niet meer zult horen. Terugkijken gaat niet werken. Daar ga je het niet mee redden. En dat weet je hoor, als vader. Als held. Als de man die haar zou behoeden voor al het onheil ter wereld. Maar wat moet je wel? Wat is nou de beste weg? Wie vertelt een vader wat hij moet doen als hij zijn kleine dame voor altijd zal moeten missen? Wie vertelt hem dat ‘dood’ verdomd definitief is? Wie vertelt hem dat aanraken geen optie meer is? En het verlangen naar haar stem slechts een onhandige droom?

Ik niet.

Ik kijk naar mijn dochters. Geniet van alles wat ze doen. Klein vrouwelijk tuig, waarop ik onmogelijk echt boos kan worden. Ik moet boosheid weleens spelen. Puur opvoed-technisch gezien. Als ze straf krijgen van hun moeder leef ik stiekem met ze mee. Sterker, ik vind het maar onverdiend. Mijn dames zijn mijn alles. Ik zal altijd voor ze opkomen. Ik zal ze altijd beschermen.  Ik ben niet wie ik ben zonder ze. Ik zou ze geen dag kunnen missen. Mijn kleine meisjes. Die nooit ziek zullen worden. Die nooit doodgaan. Zolang ik leef. Nooit zal ik hoeven nadenken hoe het zou zijn, ze te moeten missen. Nooit zal ik hoeven denken ‘’ik weet het, je bent dood. En ‘dood’ is best definitief.’’ Tenminste, dat hoop ik. Want ik zou het niet aankunnen. Vaders horen hun dochters niet te verliezen. En zij die het overkomt verdienen al het respect ter wereld. Want vaders en dochters is een verhaal apart.  Een verhaal dat je pas kent als je vader van een dochter bent. Het mooiste verhaal ooit verteld.