Er zijn veel redenen te bedenken waarom deze wereld het niet
gaat redden. Nou ja, de wereld zelf gelukkig wel, maar wij niet, de mensheid. Het
is een kwestie van tijd en dan houdt het op. Zijn we er niet meer. En dan is er
zelfs niemand meer die zou kunnen terugdenken aan de tijd dat we er wel waren.
Dat laatste is wel cynisch als je daar goed over nadenkt. We vonden onszelf
over het algemeen verdomd belangrijk. Maar als de mensheid geschiedenis is, dan
is er geen geschiedenis over de mensheid. Althans, er is geen levend wezen op
aarde wat zich ooit nog druk om ons zal maken. ‘Nou nou, ho ho, Wakend Oog,
moet dat nou weer zo somber?’ Zo somber
is dat helemaal niet.
Want er zijn veel redenen waarom deze wereld het niet gaat
redden, maar de ergste zijn wij zelf. Niet allemaal hoor, ik ga ons nou niet
over één kam scheren. Maar wat loopt er veel raar volk rond. Egoïstisch
betweterig tuig. Voor wie het nooit genoeg is. Die altijd lopen te zeiken. Die
altijd wel iets weten te vinden anderen teleur te stellen of te raken. Die het
eigenbelang voorop stellen. En is het niet dat belang, dan toch wel het ego.
Lieden die zich nooit en te nimmer zullen inleven in anderen. Verbaal de botte
bijl hanteren. Zichzelf verheffen boven alles en iedereen. Pure domheid en een
gevaarlijk soort zwakzinnigheid proberen om te zetten in een uiteindelijk zielige
uiting van intelligentie.
Er is veel van dit soort gespuis. Kudtvolk dat overal
verstand van denkt te hebben, maar uiteindelijk de wereld met lege handen
achterlaat. Kijk naar de politiek. Kijk naar grote bedrijven. Tuig met dikke
auto’s en kleine piemels. Het tinnef onder de mensheid. Maar dat voor een
belangrijk deel ons reilen en zeilen bepaald. En dat kan niet goed gaan.
Sterker, dat gaat niet goed. Heel langzaam gaan we eraan. Ten onder aan ego’s.
Ten onder aan hen die nooit genoeg hebben. Ten onder aan onszelf. Want we staan
erbij en kijken ernaar. Laten het ons gebeuren. We weten het allemaal, maar staan
niet op. Vechten niet. In feite zijn we al gevallen. Bestaan we niet meer. En
is de rest geschiedenis. Geschiedenis voor niemand.