Had ik vandaag al gezegd dat ik van je hou? Nee, echt niet? Mijn excuses. Dan ben ik dat gewoon helemaal vergeten. Of ik heb er even geen tijd voor gehad. Kan ook. Dat het er gewoon even niet van kwam. Stom, ja. Ik weet het. Want het kost geen tijd en al helemaal geen moeite. Ik had het dan op zijn minst terloops even kunnen zeggen, in een kort voorbijgaan. Maar nog beter had ik voor je kunnen gaan staan. Gewoon, een momentje. Dan had ik je beide handen even in de mijne genomen. En terwijl ik je aankeek had ik het je gezegd. Daarna een kus. En vervolgens zou ik de tijd hebben genomen je tegen me aan te houden. Dan had je het weer even geweten. Wat meer zekerheid gehad. Maar ik deed het vandaag niet. En dat was niet handig.
Maar het komt omdat je zo ver bent. Onbereikbaar ver, lijkt het soms wel. Maar ook omdat je misschien niet eens bestaat. Wellicht heb ik je zelf bedacht, en is er verder niemand die van je bestaan weet. Fluister ik regelmatig een fictieve naam, en denk ik aan ogen die aan niemand toebehoren. Net zoals ik je stem denk te horen, en waarde hecht aan je woorden. Maar ook hoe je ruikt, de blikken in je ogen, en je humor. Het lijkt allemaal zo echt. Soms sta je voor me, en dan praten we. Hebben we het naar ons zin, en moeten we lachen om de kleine dingen. Anderen zien mij dan staan, en vragen zich af waarom ik in mijzelf sta te praten. En wat er te lachen valt. Dan praat en lach ik met jou. Jij, die helemaal niet bestaat. Die ik ooit, god mag weten waarom, helemaal zelf heb verzonnen. Is het daarom dat het weleens kan gebeuren dat ik vergeet te zeggen dat ik van je hou?
Ik ben een fantast. Dromen en fantasieën houden mij op de been. In mijn wereld kan ik alles. Alles wat ik wil. En in mijn wereld heb ik alles. Alles wat ik ooit maar zou kunnen wensen. Er zijn geen winters, er bestaat geen geestelijke eenzaamheid en er zijn geen tegenslagen die het vermelden waard zijn. Alles gaat zijn gangetje en complexe problemen zeggen mij helemaal niets. Omdat ze er nu eenmaal niet zijn. Niet bestaan. Omdat eenvoud hoogtij viert. Eenvoud in de vorm van liefde. Mijn liefde voor jou. Voor die die niet eens bestaat. Nee, herstel; waarvan anderen zeggen dat je niet bestaat. Maar wij weten wel beter. Toch? Want ik zie die blik in je ogen als ik jouw handen in de mijne neem. Als ik je aankijk. En als ik zeg dat ik van je hou.
Passanten kijken even om naar mij, met mijn uitgestoken handen. Ze vragen zich af tot wie ik het woord richt. Het maakt me niet uit. Zolang ik het weet, is het goed. Zolang ik die blik in je ogen zie, is alles zoals het zou moeten zijn. Want ook de realiteit is maar relatief. Want wij, jij en ik -jij die niet bestaat, maar door mij verzonnen is- weten dat. Ik voel de warmte van je handen. Ik hoor je zachte stem, en geniet van je lach. Ruik aan je haar, als je me in je armen neemt. Ik zeg dat ik van je hou, en beloof je oprecht dit morgen weer te doen. Als we elkaar dan treffen. Als we elkaar morgen tegenkomen. Je dan even niet onbereikbaar ver lijkt te zijn. En anders moet je het bij deze maar gewoon van me aannemen. Dat een dag, een week, een maand -een jaar voor mijn part- geen waarde heeft, als het gaat om mijn liefde voor jou. Jij, die niet bestaat. Behalve voor mij. Wie en waar je ook moge zijn. Ik hou van je. Had ik vandaag al veel eerder moeten zeggen. Stom he? Maar het kwam er gewoon niet van.