Ik zat laatst een weekend op zo’n vakantiepark. In een
bungalow. Althans, volgens de folder is het een bungalow. In het echt is het
een houten barak. Een met spaanplaat meubelen ingerichte schuur. Een beetje
asielzoeker krijg je er niet in, laat ik het zo zeggen. Die gaat dan met opgestoken
vinger allemaal dingen roepen over de rechten van de mens, en zo. Krijg je dat.
Maar ik zat er dus wel. Omdat ook paupers weleens op vakantie willen. En dan
kom je al snel op een dergelijk vakantiepark terecht. Omdat er verder geen ruk
te beleven is pers ik mijn net iets te grote lichaam altijd in zo’n kunststof
tuinstoeltje en ga ik naar de andere vakantiegangers zitten kijken. En man, wat
kun je het dan nog naar het zin hebben. En wat had ik een geluk dat weekend.
Tenminste, zo leek het.
Schuin tegenover mijn hok stond er eentje die tijdelijk werd
bewoond door een stel rasechte tokkies. Ik ben gek op tokkies moet u weten.
Prachtvolk is het. Mocht er ooit een soort van Beekse Bergen komen waar ze die
gasten in hun nagebouwde natuurlijk habitat tonen, heb ik daar wel een paar
tientjes entree voor over. Dat je dan blikjes Heineken naar ze mag gooien. En
opwinding alom als je een foto maakt waarop het net lijkt alsof er een
middelvinger naar je wordt opgestoken. Of dat ze dingen naar je roepen. Niet
dat je het verstaat natuurlijk, maar cool is het wel. Dat je elkaar aanstoot en
zegt; ‘ Wat lijken ze echt he?’ Nah, en nu waren het gewoon voor een paar dagen
mijn overburen. Ik bedoel, hoeveel geluk
kun je eigenlijk hebben?
De alfareu van de roedel was een grote vent van dik in de
veertig. Met heel lang haar. Geen matje meer maar een heuse loper. Uiteraard
had hij een pens om trots op te zijn. Keurig afgekleed middels een
voetbalshirt. Met daaronder de welbekende joggingbroek. En slippers. Van die
kunststof dingen met een brede band over de witte sok. Blauw. Slippers van een
tokkie zijn altijd blauw. Ik weet niet waarom. Hij had een vrouw mee die
waarschijnlijk Anita heette. In elk geval zag ze er wel zo uit. En twee
kinderen. Een dochter van een jaar of veertien met een tatoeage op haar arm.
Los gezien van het feit dat het strafbaar is en je de moed maar op moet kunnen
brengen, vermoed ik dat je aan twee Breezers meer dan voldoende zou hebben. Qua
investering. En verder was er nog een jochie mee van een jaar of tien. Met een
brilletje. En piekerig kort blond haar.
Dat jochie liep de hele dag om zijn vader heen. Wilde zijn
aandacht. Probeerde hem te pleasen. Maar het effect was gering. Tokkie-vaders
met grote pensen en lang haar hebben het niet zo op kleine ventjes met
brilletjes. Voegt gewoon niet. En ik geef eerlijk toe; ik vond het ook maar
niks. Het verstoorde ook een beetje mijn beeld. Pa was vooral bezig met de
mensen om hem heen. Weleens gezien hoe een tokkie communiceert met anderen?
Nee? Zonde. Het is oogstrelend. Zo lekker back to basic. Ze gaan dan altijd
licht wijdbeens staan. De handen nonchalant in den zakken van de joggingbroek
gestoken. En soms halen ze die hand eruit om even opzichtig aan hun
geslachtdeel te zitten. Het is geen krabben, het is geen schikken. Het is
gewoon even de vuist om het zaakje heen klemmen. Komt nog van vroeger. De aap
met de grootste lul was de baas. En bij hun zit dat natuurlijke gedrag er nog
in. Met dat gebaar laten ze hun gesprekspartner van dat moment weten superieur
te zijn. Mooi he, de natuur?
Die avond was er voetbal op tv. Het Nederlands elftal. Ik
had geluk. Hij nam in zijn vakantieschuur plaats voor het raam. Zijn bolle kop
nog geen 30 centimeter verwijderd van de veel te kleine televisie. Gehesen in
oranje t-shirt ging hij helemaal op in het spel. Schreeuwen. Brullen. Tieren.
Ik dacht dat ik de meeste ziektes en verwensingen weleens eerder had horen
benoemen, maar er ging een wereld voor mij open. Sowieso vind ik het altijd
mooi als mensen tegen een tv praten. Doet me denken aan toen ik een jaar of
vier was. En als de televisie uitging, ik wachtte op het moment dat al die
kleine mannetjes via het snoer van de stekker op weg naar huis gingen. En nu
keek ik naar iemand van dik in de veertig die er min of meer dezelfde ideeën op
nahield. Brullen tegen een beeldscherm. Prachtig. Zit je dan als volwassen vent
met veel te lang haar op een pauper-park lekker jezelf te laten gaan. Mocht die
Beekse Bergen voor tokkies er echt komen raad ik de directie aan overal beeldschermen
te plaatsen. Echt.
Maar ineens verdween die dikke kop uit mijn beeld. Daarna hoorde
ik heel veel herrie. Alsof het vakantieverblijf een spontane zelfvernietiging
was aangevangen. Een paar enorme klappen. Brekend spaanplaat leek het wel. Daarna
hoorde ik geschreeuw. Een lichte stem. Van een jochie, schatte ik in. Daarna nog meer herrie. En toen een huilen.
Wat niet lang daarna abrupt stopte. De tv ging uit en daarna het licht. De
volgende dag heb ik ze niet meer gezien. Eerst dacht ik dat ze uitsliepen. Maar
later op de dag vertelde een andere buurman me dat ze al weg waren. Zijn vrouw
had gezien hoe dat kleine ventje door zijn vader door dat hok werd geslagen. Zomaar.
Ineens. Uit het niets. Het zal de spanning van de wedstrijd zijn geweest. Of het
feit dat kleine brildragende kereltjes die hun vader adoreren niets te zoeken
hebben in de wereld van rasechte tokkies. Ik voelde me naar. En dacht aan hun
reis naar huis. Zou hij onderweg in de auto nog even zijn zak hebben
vastgepakt? Om nogmaals te benadrukken dat hij de grootste lul had? En dus de
baas was? Zou hij trots op zichzelf zijn geweest? Maar vooral dacht ik aan dat
kereltje. Achterin de auto kijkend naar de rug van zijn held. Niet beter
wetende.