Wat heeft hem uiteindelijk gebroken? Wat is er gebeurd dat
de dingen nu zijn zoals ze zijn? Nee; dat hij is zoals hij is. Het mannetje
wist het niet en haalde even zijn schouders op. Voor niemand in het bijzonder,
want er was geen mens die hem zag. Hij zat aan tafel in de keuken en dronk zijn
koffie. Voor zich uit starend en zichzelf vragen stellend. Waarom kon hij niet
de gewoon de dingen doen die hij wilde? Waarom waren de meest heldere dagen nog
grauw en grijs? Waarom stond ook deze nieuwe dag hem nu al tegen? Net als die
van gister, eergisteren en die daarvoor. En waarschijnlijk ook die van morgen.
Hij roerde doelloos in zijn koffie. Besefte dat hij in theorie niets te klagen had. Welnee, duizenden en duizenden mensen hebben het veel moeilijker dan hij. Die hebben pas reden tot klagen. Die mogen verdrietig zijn of niet zoveel behoefte hebben aan een nieuwe dag. Soms schaamde het mannetje zich dan ook. Misschien daarom dat hij er liever niet over sprak. Grote kans dat ze hem een zeur zouden vinden. En terecht! En het was zo al lastig genoeg. Laat staan als de mensen hem ook nog eens als een zeikerd zouden zien. Nee hoor, gewoon voor je houden. Dat is voor iedereen het beste.
Hij roerde doelloos in zijn koffie. Besefte dat hij in theorie niets te klagen had. Welnee, duizenden en duizenden mensen hebben het veel moeilijker dan hij. Die hebben pas reden tot klagen. Die mogen verdrietig zijn of niet zoveel behoefte hebben aan een nieuwe dag. Soms schaamde het mannetje zich dan ook. Misschien daarom dat hij er liever niet over sprak. Grote kans dat ze hem een zeur zouden vinden. En terecht! En het was zo al lastig genoeg. Laat staan als de mensen hem ook nog eens als een zeikerd zouden zien. Nee hoor, gewoon voor je houden. Dat is voor iedereen het beste.
Hij schonk zich een nieuwe bak koffie in. Nam weer plaats
aan tafel. Roerde en staarde. Buiten scheen de zon. Dat kon hij zien door de
kier in het gordijn. Had hij maar de kracht ze open te doen. Nee, ze met gordijnrail
en al van het plafond af te trekken. Had hij maar het lef de ramen open te
gooien en blij te zijn, de nieuwe dag in te kunnen ademen. Te ruiken, te
proeven. Om vol overgave de nieuwe dag te plukken, wetende dat deze nooit meer
terugkomt. Dat je ook deze dus gewoon weer moet vieren. Vol overgave en met
alles wat je hebt. Het mannetje haalde weer even zijn schouders op. Voor
niemand in het bijzonder.