Ik zou eigenlijk vroeg gaan slapen. Was er aan toe, zoals dat zo mooi heet. Ik voelde mij brak en ellendig. Slapen is dan normaal gesproken hét wondermiddel. Slaap is namelijk alles. Ik begrijp dat het niet mogelijk is, maar slapen zou je eigenlijk gewoon je hele leven moeten doen. Droom je dromen en rust zacht. Draai je nog eens om en nestel je in de wirwar van dekens en lakens of, zo u wilt, het vier seizoenen dekbed. Alle ellende die eventueel over je wordt uitgestort is voortaan slechts een vervelende droom. Het kan wel eens gebeuren, maar het geeft niet. Dromen zijn nu eenmaal bedrog. Als geoefend slaper weet je niet beter.
Niemand die lelijk tegen je kan doen. Niemand die het je moeilijk maakt. Je slaapt. Niemand die je kan kwetsen. Niemand die met stemverheffing zijn of haar ongenoegen tegen je kan uiten. Want je slaapt. En ook andersom scoort het effect. Niemand die jij boos kunt maken. Niemand die jij meer dwars kunt zitten. Je slaapt. Niemand die jou, eigen schuld of niet, oprecht kan haten. Niemand meer het slachtoffer van jouw daden. Want je slaapt. En niet alleen jij, maar de hele wereld. De hele wereld is in rust. En problemen bestaan dus niet. Slechts het zachte geronk, geknor of gesnurk van slapende mensen die het allen goed hebben.
Nog mooier zou het zijn als je bewust kon slapen. Dus dat je weet dat je slaapt. Dit gevoel is, zo stel ik mij voor, te vergelijken met wakker worden een aantal uur vóór je wakker zou moeten worden. Kent u dat gevoel? Je ontwaakt en ziet op de klok dat je veel te vroeg bent. Geweldig, want je hebt nog een aantal uur. Dat heerlijke gevoel zou je dan je hele leven hebben. Bewust slapen. Weten dat je slaapt en altijd zal blijven slapen. Dat dit het is. Gelukkig met je mooie dromen en de ultieme rust. Warm in bed met het geluid van de regen tegen je raam. Laat het tegen die tijd zelfs maar gewoon altijd regenen en waaien. Het verhoogt het genot van de bewuste slaper.
Ik zou eigenlijk vroeg gaan slapen. Ik was er aan toe, zoals dat heet. Maar het zou er niet meer in zitten. Want een deel van de wereld was net zo wakker als ik. En dus gingen de zaken zoals ze gingen. Vielen de woorden zoals ze vielen. Niks geen tevreden zacht geronk, geknor of gesnurk van slapende mensen die het goed hebben. Geen vervelende dromen, wetende dat het slechts bedrog is. Alles is echt. Meer dan echt. Terwijl de regen tegen de ramen tikt, en er een behoorlijke wind lijkt op te steken, weet ik dat ik een lange slapeloze nacht in ga. U wens ik welterusten. Droom zacht. Ga ik nog even noodgedwongen meedoen met de wakkere wereld.