maandag 10 mei 2010

Het Onvermijdelijke Afsluiten..


Zwijgend liep hij door de lange gang van herinneringen. Hij sloot de kleine houten luikjes waarachter zich de symbolen van voorheen bevonden. Opgeborgen in de uitsparingen, met veel moeite gebikt in het harde steen van de massieve wanden, van die lange gang. Het was er donker en koud. En hoe meer luikjes hij sloot, hoe meer herinneringen hij aan het oog onttrok en hoe donkerder het werd. Omdat de kleine openingen een zeker licht hadden weten uit te stralen. Of was het hoop geweest? Hij wist het niet en rilde even van de kou. Het was vochtig en kil, daar diep in de kern van zijn gedachten.

Het was triest te moeten constateren dat deze laatste wandeling, langs de mooie dingen van voorheen, hem nu nogal afstandelijk en leeg voorkwamen. Dat het blijkbaar toch mogelijk was geweest hem zover te krijgen dat uiteindelijk niets er meer toe deed. Hij, die nooit opgaf en altijd het goede leek te blijven zien, sloot de houten luikjes. Met een verbittering die hem, tot dan toe, volledig vreemd was geweest. Al die moeite bij het opbouwen van deze herinneringen; nu verworden tot slechts een simpel besef dat alles voor niets was geweest. Omdat tegen onredelijkheid nu eenmaal geen wapens bestaan.

Zwijgend liep hij door de lange gang van zijn herinneringen en keek mistroostig naar wat zich in de ruim uitgehouwen gaten in de stenen wand bevond. Om daarna zorgvuldig de deurtjes te sluiten. Met pijn in zijn hart, omdat hij het zich ooit allemaal anders had voorgesteld. Maar misschien vooral omdat hij teleurgesteld was. In haar, die deel uitmaakte van herinneringen die blijvend hadden moeten zijn. Maar hij was uiteindelijk voor haar de moeite niet waard geweest. Moest hij dan nog blijven proberen? Nadat hij het laatste luikje sloot, liep hij door naar het licht aan het einde van de gang. Het leek verder dan ooit. Maar vooral nog leek alles nu  ineens zonder doel.