zondag 22 mei 2011

De tweestrijd..

‘’Ik ben wie ik ben en dat zal nooit veranderen. Nooit.’’ Het klonk strijdvaardig en honderd procent oprecht. Het enige wat ontbrak was een luisterend oor. Aan de bar, in één of andere kroeg  in de binnenstad, is nu eenmaal niet de plek je ongenoegen te uiten, je manier van denken weer te geven of te rekenen op begrip of medestanders. Toch probeerde hij het. Tegen beter weten in. Eerst bij de man die hem op verzoek (en tegen betaling) voorzag van nieuwe drank, en vele keren daarna tegen toevallige omstanders. Niemand luisterde. Niemand leek het echt te boeien. Niemand ging op hem in. Sterker, hij leek soms wel de plaatselijke dorpsgek. Mensen keken elkaar even aan, schudde wat met het hoofd of deden geen enkele moeite niet te lachen. Hem uit te lachen dus, in feite. Terwijl zijn boodschap, zijn inziens althans, zo vreselijk veelomvattend was.

‘’Ik ben wie ik ben en dat zal nooit veranderen.’’ Zei hij nog een keer, maar nu tegen zichzelf, vlak voor hij zijn zoveelste vodka puur in één enkele teug naar binnen goot. ‘’Misschien zou ik soms wel willen maar het lukt me gewoon niet. Ik ben teveel wie ik ben. Ik ben teveel hoe ik in elkaar zit. Ik ben teveel mijn eigen ik.’’ Nu moest hij zelf even lachen en stak zijn vragende vinger op naar de man achter de bar die daarna, zonder verder nog vragen te stellen, zijn glas weer vulde. Vodka had iets magisch. Vodka had iets wat andere drank niet had. Vodka was ook gewoon helemaal honderd procent zichzelf. Zou nooit veranderen. Wat anderen er ook van zouden vinden. Is het goed je aan een soort drank op te trekken? Je daarmee te identificeren? Hij was net even te dronken om daar al te diep op in te gaan. Dacht dus van wel. Gewoon, omdat er iets moet zijn waaraan je houvast moet hebben.  En het soms heus niet erg is de makkelijkste weg te kiezen.

‘’Ik ben wie ik ben en dat zal altijd zo blijven. Het is de rode draad door mijn leven. Ik zou een pracht van een leven kunnen hebben zonder al te veel problemen. Zonder al te veel moeilijk gedoe en vrij van discussies die kant noch wal raken. Maar dat ga ik nooit redden. Want ik ben mijn eigen principes trouw. Ik doe wat ik wil. Ik doe wat ik denk dat goed is. Ik handel naar mijn eigen normen en waarden. Hoe bedenkelijk en ongrijpbaar deze blijkbaar ook moge zijn. Ik ben wie ik ben en dat is trouwens tevens het enige dat ik u met trots kan vermelden. Is dat erg? Is het een probleem dat ik mijn eigen normen en waarden altijd aan zal blijven hangen? Voor mij niet. Voor u wel. U maakt het mij moeilijk. Iedere dag weer. Ik moet. En ik zal. Ik ben verplicht. Iedere keer maar weer. Maar voor u, bij deze,  in feite een ongezien de tyfus, want ik ben wie ik ben. ‘’ Maar niemand luisterde. Geen mens die even de moeite nam. Dus werkte hij zijn vodka’s weg tot de tent ging sluiten. Tot hij naar huis ging. En stilte zijn deel was. Het gevolg van zijn eigen principes. Kilte in strijd met trots. De verliezer die won. Zonder dat iemand het wist. Omdat nu eenmaal niemand luisterde.