Nou, dat scheelde niet veel he? Wat een wind, wat een woei.
Ik dacht even dat we er allemaal aan zouden gaan. Dat dit het was. Sterker, was
er wel blij mee. Had me er zelfs al een beetje bij neergelegd. Dat heb je toch
weleens? Dat je denkt, ‘Ach, wat zou het ook. Laat de hele boel maar waaien’. Of ligt dat aan mijn negatieve inslag? Kan
best hoor. Ik weet al tijden niet meer wat nou wel en niet gangbaar is, qua
denkwijze. Ik ga altijd uit van de minder fraaie kanten van het leven. Dat heb
je gewoon. Of juist niet natuurlijk. Maar ik dus wel. ik zie alles altijd heel
zwaar in. Want zo ben ik. Alles is kudt. Alles is somber. Ik kan mij zelfs niet
eens meer herinneren wanneer ik voor het laatst gelachen heb. Kunt u nagaan.
Dus toen vanmorgen de armageddon zich leek aan te dienen
vond ik het allemaal wel wat hebben. Spannend. Opwindend. Een beetje als een
klein kind dat wakker wordt en naar beneden rent om te zien wat de goede Sint
in zijn schoentje heeft achtergelaten. Kent u dat gevoel? Mooi was dat he? ‘Code
rood!’ Las ik. En Engeland leek inmiddels niet meer te bestaan. Man, zo
positief was ik een maandag nog nooit aangevangen. Toen ik naar buiten keek zag
ik een eik voorbij vliegen. Ik denk een bouvier. Zo gek veel verstand van
honden heb ik namelijk niet. En de meneer van het nieuws op tv sloeg ook
allerlei dreigende taal uit. Dat we kapot gingen. Hoewel hij het natuurlijk
iets anders verwoordde.
En toen ging het los. Bomen vielen om als banken. Tuinmeubilair
vloog naar zonniger oorden. Schuttingen lieten massaal weten dat dit geen hout
sneed. Vernielingen aan het spoor gingen als een trein. Pannen die uit hun dak
gingen. Kortom, er gebeurde van alles. En ik vond het geweldig. Ik stond op de
dijk. Mijn armen de lucht in en met gebalde vuisten. Ik riep, ik schreeuwde. Ik
moedigde haar aan. ‘Kom maar op! Doe je allesverwoestende woei. Haal nog één
keer goed uit. Zodat de wereld morgen weer opnieuw kan beginnen. Doe het. Laat
de hele boel maar waaien.’ Maar ze deed het niet. De wind nam af. Alsof ze het
toch niet aandurfde. Daarna begon het te regenen. Somber en druilerig. Met heel
soms even een opleving. Maar dat concept kende ik al. Want zo, zo ben ik.