maandag 28 oktober 2013

Windkracht Hoopvol..


Nou, dat scheelde niet veel he? Wat een wind, wat een woei. Ik dacht even dat we er allemaal aan zouden gaan. Dat dit het was. Sterker, was er wel blij mee. Had me er zelfs al een beetje bij neergelegd. Dat heb je toch weleens? Dat je denkt, ‘Ach, wat zou het ook. Laat de hele boel maar waaien’.  Of ligt dat aan mijn negatieve inslag? Kan best hoor. Ik weet al tijden niet meer wat nou wel en niet gangbaar is, qua denkwijze. Ik ga altijd uit van de minder fraaie kanten van het leven. Dat heb je gewoon. Of juist niet natuurlijk. Maar ik dus wel. ik zie alles altijd heel zwaar in. Want zo ben ik. Alles is kudt. Alles is somber. Ik kan mij zelfs niet eens meer herinneren wanneer ik voor het laatst gelachen heb. Kunt u nagaan.

Dus toen vanmorgen de armageddon zich leek aan te dienen vond ik het allemaal wel wat hebben. Spannend. Opwindend. Een beetje als een klein kind dat wakker wordt en naar beneden rent om te zien wat de goede Sint in zijn schoentje heeft achtergelaten. Kent u dat gevoel? Mooi was dat he? ‘Code rood!’ Las ik. En Engeland leek inmiddels niet meer te bestaan. Man, zo positief was ik een maandag nog nooit aangevangen. Toen ik naar buiten keek zag ik een eik voorbij vliegen. Ik denk een bouvier. Zo gek veel verstand van honden heb ik namelijk niet. En de meneer van het nieuws op tv sloeg ook allerlei dreigende taal uit. Dat we kapot gingen. Hoewel hij het natuurlijk iets anders verwoordde.

En toen ging het los. Bomen vielen om als banken. Tuinmeubilair vloog naar zonniger oorden. Schuttingen lieten massaal weten dat dit geen hout sneed. Vernielingen aan het spoor gingen als een trein. Pannen die uit hun dak gingen. Kortom, er gebeurde van alles. En ik vond het geweldig. Ik stond op de dijk. Mijn armen de lucht in en met gebalde vuisten. Ik riep, ik schreeuwde. Ik moedigde haar aan. ‘Kom maar op! Doe je allesverwoestende woei. Haal nog één keer goed uit. Zodat de wereld morgen weer opnieuw kan beginnen. Doe het. Laat de hele boel maar waaien.’ Maar ze deed het niet. De wind nam af. Alsof ze het toch niet aandurfde. Daarna begon het te regenen. Somber en druilerig. Met heel soms even een opleving. Maar dat concept kende ik al. Want zo, zo ben ik.