maandag 24 maart 2014

Nederland Oh Nederland..


Ik moest van de week op het hoofdkantoor van een groot bedrijf zijn. Dat probeer ik altijd een beetje te vermijden. Is namelijk niet helemaal mijn ding. Maar soms is er geen ontkomen aan, kun je niet anders. En dat is zonde want ik hoor daar helemaal niet. Ik heb daar niets mee. Ik weet niet precies wanneer het is geweest, maar ik kan u verzekeren dat het ooit, op een dag, helemaal mis is gegaan met grote bedrijven. Wat dat betreft zijn ze tot op zekere hoogte best wel een afspiegeling van onze huidige maatschappij; Ziek doch lachwekkend. En vooral niet meer te redden. Ik moest daarheen voor een bijeenkomst. Ik zeg ‘bijeenkomst’ omdat ik er zelf geen ander woord voor heb. Maar hun noemen dat een ‘event’. Dat klinkt namelijk heel cool. Er staan dan ongemakkelijk zittende stoeltjes in de zaal en er is een heus podium. En daar, op dat podium, komen mensen allerlei dingen vertellen. En soms moet je dan klappen. Of dingen roepen. Zo enthousiast mogelijk.

Er klonk heel harde muziek en toen kwam de directeur van het bedrijf het podium op rennen. Hij verscheurde een A-viertje met daarop de naam van een concurrent. Direct daarna rende iemand hem achterna. Die deed hetzelfde.  Twee bedrijven hadden hun deuren blijkbaar moeten sluiten. En daar het vestigingen van een concurrent betrof was dat reden voor heel veel vreugde. Als ik zoiets hoor denk ik altijd aan de mensen die op straat staan. Maar wel gewoon hun hypotheek moeten betalen. Schoolgaande kinderen hebben. En dus vanaf heden nogal een probleem hebben. Maar daarom hoor ik dus ook niet thuis bij dit soort bijeenkomsten. Want heel veel gejuich om me heen. Applaus. Enthousiast gejoel. Vinden we natuurlijk prachtig, mensen die naar de kloten gaan. Hoe meer hoe beter. Harder die muziek, heel veel harder. We hebben tenslotte iets te vieren, nietwaar?  
Kan het beschamender? Ja hoor, net zo makkelijk. Een Brit die een zaal vol Hollanders toespreekt. In zijn taal. En die stomme Hollanders maar proberen daar een touw aan vast te knopen. Wedden dat die gasten op verjaardagfeestjes wel lopen te klagen over buitenlanders die zich moeten aanpassen? Dat het eigenlijk een plicht zou moeten zijn dat iedereen gewoon Nederlands spreekt? Maar nu even niet dus. Alles wat de man zegt vinden ze mooi. Ze klappen en juichen. En dan moet de hele zaal opstaan. Om elkaar een high five te geven. Serieus. U gelooft me vast niet; ‘Kom kom, Wakend Oog, dat maakt U de kat maar wijs, en zo’. Maar echt, ik ben erbij geweest. Ik zag het gebeuren. En ze deden het he. Allemaal. En daarna riepen ze,  in het Engels natuurlijk, dat ze goed waren. Vond ik ook trouwens. Namelijk in het kweken van dikke pensen en vroegtijdige kaalheid. Maar ook daar zaten we vast niet helemaal op één lijn.  Zoals we dat de  hele dag niet meer zaten. Ik mis de Hollandse nuchterheid. Mensen die de handen uit de mouwen steken zonder overal een wetenschap van te maken. Of die denken dat Engels lullen je slimmer maakt. Nog een keer gejuich in de zaal. Ik fluisterde ‘ongezien de tyfus’. Zo enthousiast mogelijk.