Ze maken ruzie. Om alles. Soms de hele dag door. Ze kunnen
het bijvoorbeeld niet eens worden over wie op dat moment de meeste rechten
heeft, om met het speelgoed te spelen waar al maanden niet naar is omgekeken.
Als de één de ander even aanraakt is dat een teken om het op een fel
protesteren te zetten. Het liefst huilend. Want dan lijkt het net even meer
alsof je geslagen en mishandeld bent. Zelfs verbaal geweld, omdat de één vindt
dat de ander naar haar keek, is geoorloofd. Of de plek op de bank. Of de kleur
van de beker waarin de Ranja wordt geschonken. Op sommige dagen telt alles.
Alles om een discussie over te kunnen voeren of ruzie te kunnen maken. Want zo
zijn zusjes.
Zelfs als ik er achteraan zou blijven lopen, constant alert zou zijn, hou ik het opruimen van de troep die ze maken niet bij. Zij kunnen rotzooi maken met alles wat maar voorhanden is en met ongekend beperkte middelen. Geef ze één A4-tje en een schaar en je weet niet wat je meemaakt. Kun je nagaan als je ze een tube lijm geeft. Of wat ander knutselspul van de Action. Iets met glitters bijvoorbeeld. Het is niet echt dat ik op mannen val, maar ik heb op mijn werk enkel en alleen die naam omdat alles aan mij altijd vol vrolijke glitters zit. Van mijn schoenen en kleding tot aan mijn haar en oren. Hoe ze het doen doen ze het, maar er is geen ontkomen aan.
Ze zijn nooit uitgepraat. Ikzelf heb toch echt wel momenten dat ik even niks te vertellen heb, maar dat komt hen in de verste verte niet bekend voor. Eenmaal wakker beginnen de betogen en verhalen. Ze beginnen te praten en te vertellen en dat stopt nooit. En omdat ze beiden deze drang hebben, doen ze dat ook gewoon door elkaar heen. En uiten ze hun ongenoegen als ik verkeerd op de één reageer of niet het juiste antwoord geef op de ander. En daar kunnen ze dan ook onderling weer ruzie over maken. Heel lang zelfs. Onvergefelijk en met heel veel kabaal. Om de boel een beetje recht te trekken, positieve aandacht te genereren, gaan ze dan soms knutselen. Met A4-tjes, scharen en lijm. En natuurlijk glitters. Want ze weten hoe gek ik daarop ben.
En dan op een gegeven moment zit het erop. Dan breng ik ze weer weg. Naar school of naar moeders. U weet hoe dat gaat anno 2018. Want gescheiden ouders; wie is er niet groot mee geworden? Onderweg voel ik dan een vreemd soort van opluchting. Want straks heb ik weer even rust. Thuis lekker opruimen, glitters van het plafond vegen en eindelijk weer orde en stilte. Maar eenmaal daar word ik steevast overvallen door een akelig gevoel van leegte. De rust voelt naar en de stilte bonkt met al haar kracht en in alle hevigheid luidruchtig op de muren. Ik kijk de kamer rond en ruim niks op. Want rommel doet leven. Ik lijk in de verte ruziënde kinderstemmetjes te horen. Het klinkt als de mooiste muziek ooit gemaakt. Ik mis ze. Nog geen half uur later. En dat elke keer weer.
Zelfs als ik er achteraan zou blijven lopen, constant alert zou zijn, hou ik het opruimen van de troep die ze maken niet bij. Zij kunnen rotzooi maken met alles wat maar voorhanden is en met ongekend beperkte middelen. Geef ze één A4-tje en een schaar en je weet niet wat je meemaakt. Kun je nagaan als je ze een tube lijm geeft. Of wat ander knutselspul van de Action. Iets met glitters bijvoorbeeld. Het is niet echt dat ik op mannen val, maar ik heb op mijn werk enkel en alleen die naam omdat alles aan mij altijd vol vrolijke glitters zit. Van mijn schoenen en kleding tot aan mijn haar en oren. Hoe ze het doen doen ze het, maar er is geen ontkomen aan.
Ze zijn nooit uitgepraat. Ikzelf heb toch echt wel momenten dat ik even niks te vertellen heb, maar dat komt hen in de verste verte niet bekend voor. Eenmaal wakker beginnen de betogen en verhalen. Ze beginnen te praten en te vertellen en dat stopt nooit. En omdat ze beiden deze drang hebben, doen ze dat ook gewoon door elkaar heen. En uiten ze hun ongenoegen als ik verkeerd op de één reageer of niet het juiste antwoord geef op de ander. En daar kunnen ze dan ook onderling weer ruzie over maken. Heel lang zelfs. Onvergefelijk en met heel veel kabaal. Om de boel een beetje recht te trekken, positieve aandacht te genereren, gaan ze dan soms knutselen. Met A4-tjes, scharen en lijm. En natuurlijk glitters. Want ze weten hoe gek ik daarop ben.
En dan op een gegeven moment zit het erop. Dan breng ik ze weer weg. Naar school of naar moeders. U weet hoe dat gaat anno 2018. Want gescheiden ouders; wie is er niet groot mee geworden? Onderweg voel ik dan een vreemd soort van opluchting. Want straks heb ik weer even rust. Thuis lekker opruimen, glitters van het plafond vegen en eindelijk weer orde en stilte. Maar eenmaal daar word ik steevast overvallen door een akelig gevoel van leegte. De rust voelt naar en de stilte bonkt met al haar kracht en in alle hevigheid luidruchtig op de muren. Ik kijk de kamer rond en ruim niks op. Want rommel doet leven. Ik lijk in de verte ruziënde kinderstemmetjes te horen. Het klinkt als de mooiste muziek ooit gemaakt. Ik mis ze. Nog geen half uur later. En dat elke keer weer.