Ik wilde vanavond eindelijk weer eens een verhaaltje gaan
schrijven. Maar het is me niet gelukt. Ik heb geen idee waar ik het over moet
hebben of wat ik zou moeten benoemen. Ik ben compleet inspiratieloos. En dat is
best wel raar. Want het is echt niet zo dat we hier ten burelen van Het Wakend
Oog geen onderwerpen van gesprek hebben. De staat van het land. Polletiek. Dat
vroeger alles beter was. Maar ook dat het weer kudt is. Dat 647 dagen regen achter
elkaar echt te gek voor woorden is. Dat je mensen die een sympathie voor de
winter hebben, (gezellig he) dood zou moeten schieten. Maar dat alles
inspireerde me dus niet.
De pakkendste verhalen schrijf je als je compleet naar de
klote bent. Depressiviteit is een zege. Daar komen de mooiste betogen uit
voort. Maar ondanks de winterse omstandigheden van de laatste tijd in
combinatie met een compleet gebrek aan daglicht, krijgen akelige gevoelens maar
slecht vat op me. Het voelt als een gemis. En het is niet dat ik niet mijn best
heb gedaan he. Ik heb al weken een broodrooster op de badrand staan en scheer
me al tijden ouderwets met uitnodigende Gillette’s. Maar het doet me allemaal
niks. Het trekt me niet over de streep.
Ik mis de warme gevoelens van treurnis en ellende. Ik wil
mij onderdompelen in gevoelens van kommer en kwel. Leunen op een betonnen
ondergrond van zelfmedelijden. Ik wil rampspoed, sores en misère. Maar het
lijkt er niet in te zitten. Het gevoel niks te klagen te hebben overheerst. Dat
het leven eigenlijk best mooi is lijkt niet te ontkennen. Soms betrap ik
mijzelf er zelfs op dat ik loop te fluiten. Dus ja, ik wilde vanavond eindelijk
weer eens een verhaaltje gaan schrijven. Maar dat lukte niet. Ik hoop nu op een
lente van niks en een ouderwetse kudtzomer. Proberen we het daarna gewoon nog
eens.