Als je op een dag merkt dat je zelf niet helemaal bent wat je eigenlijk had willen zijn kun je in feite maar twee dingen doen. In de eerste plaats zou je kunnen proberen een beter mens te zijn. Je zou van je eigen fouten kunnen gaan leren. Eens goed naar jezelf te kijken en studie te maken van de mogelijkheden je eigen ik naar een hoger nivo te tillen. En dit als een uitdaging te zien. Het is mooi dat je rechtop loopt, je kwijlen tot een minimum is beperkt en je handen niet over de grond slepen, maar dan ben je er nog niet. Er is meer voor nodig een echt mens te zijn. Een goed mens. Daar moet je aan werken. Daar moet je wat voor doen. Maar dat schijnt nogal lastig te zijn. En dat brengt ons automatisch tot de volgende mogelijkheid. Die waar dan het overgrote deel voor kiest. Om zelf beter te zijn kun je er inderdaad ook een doel van maken anderen naar beneden te halen.
Jokkebrokken maken anderen uit voor leugenaar. Slecht volk zal altijd proberen de tegenpartij neer te zetten als nog beroerdere lieden. Want dan lijk je zelf namelijk beter. Hoef je geen moeite te doen, is het niet nodig jezelf in te zetten voor de goede zaak. Kun je lekker altijd een ander de schuld geven met als bijkomend voordeel dat je de bovenliggende partij lijkt te zijn. Het gemak dient nu eenmaal de mens. Je kunt veel van ze zeggen, maar niet dat ze dit heel goed hebben begrepen. Haal een ander naar beneden en voel je op die manier superieur. Strooi met verwijten en kritiek. Brul en schreeuw. Verdoezel, en stop je eigen tekortkomingen weg, indien mogelijk middels een grote bek en geveinsde onredelijkheid. Of speel slachtoffer. Slachtoffer van alle slechtheid van anderen. Tegen jou gericht. Uiteraard.
Ik ken deze lieden en ik heb het er niet zo op. Ze hebben het mij moeilijk gemaakt omdat er een tijd was dat ik geloofde wat ze de wereld in jankten. Ik trok mij de kritiek aan, twijfelde aan mijzelf. Ik werd inderdaad de onderliggende partij hoewel mij niet zo heel veel viel te verwijten. Ik ben niet altijd eerlijk. Ik lieg wel eens. Ik doe wel eens dingen die ik misschien beter niet had kunnen doen. Maar nooit was het wereldschokkend. Nooit kon ik niet met mijzelf en mijn gevoel voor wat goed en kwaad was door één deur. Ik ben niet beter dan een ander. Nooit geweest ook. Ik ben wie ik ben. Niet meer en niet minder. Maar ik zag het te laat. Ik zag het pas toen men via mij getracht had zich beter voor te doen dan men in werkelijkheid was. En mij dit inmiddels heel klein had gemaakt. Maar o Wakend Oog, was het dan echt te laat? Is dat werkelijk het einde van uw betoog?
Nee. Dat is het niet. Want ik ben wie ik ben. Uiteindelijk. Ik doe mijn ding en leef mijn leven. Ik doe wat ik denk dat goed is. Ik heb daarbij niemand nodig. U kunt mij proberen neer te halen met harde woorden en verwijten. U kunt trachten mijn zwakke punten onder een vergrootglas te leggen. U kunt hameren op de punten die ik anders zou moeten doen. En vooral daarbij vermelden hoe goed uzelf wel bent. Maar u gaat het niet meer redden. Ik ben blind en doof tegelijk. Omdat ik ben wie ik ben en niemand mij daarvan kan weerhouden. Ik ben een goed mens, maar met allerlei beperkingen. Juist omdat ik een mens ben. Een echte. Sterker, één die het niet nodig acht beter te zijn dan een ander. Ik verwijt dan ook niemand iets. Ook u niet. Omdat ik het verhaal van de Twee Mogelijkheden ken. Al zal ik dan ook nooit achter uw gemakzuchtige keuze kunnen staan. Nooit en te nimmer. En ik ga er dan ook nooit meer in mee. Gewoon, dat u het maar even weet.