donderdag 9 februari 2012

De Persoonlijke Crisis..

Jawel. Heus. We zijn er nog. We zijn niet weg en zijn ook niet voornemens dit op korte termijn te gaan doen, hoe graag we misschien ook zouden willen. Dat dan weer wel. Gewoon je spullen pakken en gaan. De deur achter je dichttrekken, niet meer omkijken, en voor een ieder een welgemeend ongezien de tyfus en een meer dan gestrekte middelvinger. Gaan zonder te weten waar je de volgende dag zult zijn. En dat dag na dag, week na week en uiteindelijk jaar na jaar. Weg van al het geouwehoer, moeilijk gedoe en het vechten tegen de welbekende windmolens. Je eindelijk neerleggen bij het feit dat het toch nooit goed gaat komen en daar je conclusies uit trekken. Je handelen op afstemmen. Weggaan en nooit meer terugkomen dus. Vandaag is vandaag en morgen zien we wel weer. Geen mens die je wat kan maken. Omdat je nu eenmaal niets meer met ze te maken hebt. Mooi toch? Maar ik dwaal af. Want daar ging dit betoog niet over.

We zijn er nog, maar aan de activiteit op dit blog is dat inderdaad niet te merken. Dat is in het verleden inderdaad al vaker voorgekomen en iets zegt ons dat dit wel vaker zal gaan gebeuren, maar toch is het dit keer anders. Wij bevinden ons namelijk middenin een zogenaamde identiteitscrisis. We weten het allemaal niet meer zo goed. Met andere woorden; we hebben nog niet helemaal het antwoord gevonden op de vraag die ons ook in het vorige schrijfsel is gesteld. Welke kant willen we nou eigenlijk op? Wat gaan we doen? Wat is onze visie? En dat weten we dus niet. We komen er maar niet uit. En dus verschuilen wij ons achter een virtueel stilzwijgen. Voelen wij ons de kleuter die pertinent weigert in de klas op de versierde stoel plaats te nemen, omdat dan de hele klas kan zien dat hij jarig is. Terwijl hij maar wat graag zou willen dat de hele wereld weet dat hij jarig is. Wij knijpen de ogen stijf dicht want dan kan niemand ons zien. Maar onze vragen, ons onvoorstelbaar groot arsenaal aan onzekerheden, laten zich zomaar niet verstoppen. Niet voor ons althans.
Dus zijn we er nog wel, maar daar merkt u inderdaad weinig van. In feite stellen wij teleur. Weer. Voldoen wij niet aan de verwachtingen. Wederom. Wij zijn ons hiervan bewust maar tegelijkertijd niet bij machte dit een andere wending te geven. Maar u moet dan ook weten dat een identiteitscrisis niet zomaar wat is. Een serieuze zaak die gerust met enige ernst bekeken mag worden. Wij vragen dus enig begrip. Wat respijt. Vroeg of laat moet het zo zijn dat wij weer weten wie we zijn. Wat we willen. En wat we gaan doen. Roemloos ten onder gaan is niets voor ons. Op ons kunt u bouwen. Op een dag zijn we de kleuter die trots plaatsneemt op zijn versierde stoel. Er misschien wel op gaat staan om zo nog meer op te vallen als jarige zijnde. Op een dag roepen we heel hard ‘joehoe!’ als we opduiken vanachter onze virtuele verstopplaats. Op een dag hebben we antwoorden op alle vragen. Zijn onzekerheden ons vreemd. Ooit openen wij onze ogen en kunt u ons weer zien. Maar mochten wij ernaast zitten, ons ernstig verkeken hebben op ons eigen ik, beloven wij nu alvast de deur niet stilzwijgend achter ons dicht te trekken. Gaan we dan namelijk doen met veel kabaal. Met een bijzonder harde klap. Dat u weet dat we dan echt weg zijn. Naar daar, waar wat er morgen is niet meer uitmaakt. Mooi toch?