.
woensdag 24 oktober 2012
De Tranen Laten..
Ik zou graag willen huilen. Hard en onbedaarlijk. Want vroeger
werkte dat. Vroeger, toen alles anders was. Geschaafde knieën, opengehaalde
ellebogen, bloedneuzen; er bestond geen pijn die uiteindelijk niet onderdeed
voor mijn welgemeende tranen. In feite was huilen de oplossing voor alles.
Huilen is een prachtige emotie. Het lucht op en het is dusdanig inspannend dat
het de aandacht kan afleiden van waar het werkelijk om te doen is. Kinderen
begrijpen dat dondersgoed. Sterker; heeft de natuur zo geregeld. En dus werkt
het. Maar nu ik ben wie ik ben begrijp ik het wel, maar schijn ik er niets meer
mee te kunnen. Man, ik zou er geld voor over hebben om mij even te kunnen laten gaan. Mijn tranen te
laten. Om mij mee te laten voeren door een explosie van emoties, die voor mij de
lucht zou klaren. En daarna alles, ook al is het maar voor even, anders zou
doen lijken. Maar ik kan het niet meer. Gaat gewoon niet. Zonde he?
Op een dag -hoewel ik ook wel snap dat zoiets heel
geleidelijk gaat- kun je niet meer huilen. Je voelt je daar te trots voor. Of
ergens onderweg ben je gaan geloven dat het geen nut meer heeft. Als ik vroeger
huilde kwam er altijd wel een oma aangerend. Die keek dan wat paniekerig en gaf
me alle aandacht die ik nodig had. In de vorm van vrolijk gekleurde pleisters
of een groot glas ranja. Beetje afhankelijk van het leed en de situatie. Dat
was het effect van huilen. Of een moeder die haar armen om mij heensloeg. Lieve
teksten prevelde. Dat het, op zijn minst, allemaal niet zo erg was of dat het
wel goed zou komen. U kent het wel. En dat hielp allemaal. Altijd. Was een
direct resultaat van huilen. Los gezien van het feit dat je het er zo druk mee
kon hebben, dat je niet eens meer wist waar het om ging. Maakt niet uit; het
gaat altijd om het resultaat, nietwaar? Zo werken de dingen nu eenmaal.
Maar uiteindelijk denken we altijd wijzer te zijn he? Gaan
we onszelf verheffen boven de feiten. Denken we het beter te weten dan de
natuur, die het zo mooi voor ons geregeld heeft. Verdomd als het niet waar is.
We nemen afstand van de dingen die goed voor ons zijn. En dan is zelfs iets
simpels als het uiten van gevoelens te veel gevraagd. Dan is huilen wel zo’n
beetje het eerste wat op de schop gaat. Omdat het onze trots in de weg staat.
We ons daar te groots voor voelen. Huilen is voor kinderen. Om paniekerig
kijkende oma’s te lokken. Of bezorgde moeders. En in die categorie vallen we
allang niet meer. En ik, als echte vent, zeker niet. Zonde. Want weet u hoe
graag ik soms even zou willen huilen? Heel hard en onbedaarlijk? Gewoon, omdat
het voor mij de lucht even zou kunnen klaren. Maar ik kan het niet meer. Gaat gewoon
niet. Zonde he? Om te janken is het. Ik kan niet anders zeggen.
vrijdag 19 oktober 2012
De Grote Strijd..
Weet u waar ik aan denk als ik hoor over meisjes van vijf?
Aan miniatuurvrouwtjes. Die onzichtbare thee schenken in roze kopjes op idem
schoteltjes. Die het hart van de grootste, stoerste vent kunnen doen smelten
als ze hem, met hun handjes in de zij, wijzen op zijn onvolkomenheden. Want zo
zijn kleine vrouw-mensjes. Bijdehand tot en met. Kleine mensjes horen hun
dagen, zonder zorgen, al spelend door te brengen. Ver weg van alle ellende en
leed dat er wel is, maar waarvan zij, goddank, nog geen weet hebben. Ze horen
vier keer op één dag dezelfde Disney-film te kunnen kijken en met hun
schaterlach, om telkens weer dezelfde grap, jou te laten glimlachen. Dat is
zoals het zou moeten zijn.
Waar ik dus nooit aan zou kunnen denken is dat zo’n meisje
dood kan gaan. Aan kanker. ‘Neuroblastoom, stadium 4’ Las ik op haar site. ‘Een
zeldzame vorm van kinderkanker’. Verder lezend wordt de kommer en kwel er niet
minder op. Vanaf haar derde schenkt ze al geen onzichtbare thee meer. Aliza, zo
heet ze, heeft inmiddels al meer ervaring met pijn en ellende dan de gemiddelde
volwassene aan zou kunnen. Ow, had ik dat al gezegd; meisjes van vijf zijn de
bikkels onder de bikkels. Niet stuk te krijgen. Stug volk. Omdat ze weten dat
de wereld niet zonder hen kan. Daarom geven ze niet zomaar op. Doen ze voor
ons; het eigenwijze, onverschillige volwassen volk.
‘Zo zo, Wakend Oog, dat is me daar nogal een triest verhaal.
Kan bijna niet erger zeker?’ Jawel hoor, het kan nog veel erger. Er is namelijk
geld nodig. U weet wel, dat spul wat we gebruiken om rotondes met kunstwerken
op te fleuren. Om in de vorm van subsidies volwassen kerels in maillots te
hijsen, die in theaters kunstjes vertonen waar geen mens op zit te wachten. Dat spul wat we gebruiken om vadsige
bestuurders van dorpen, steden en provincies van hun riante
onkostenvergoedingen te voorzien. Koud,
kil en akelig geld, waarmee je een meisje van vijf iets meer kans zou kunnen
geven ooit nog onzichtbare thee in te laten schenken.
Beste lezer. Wij vragen nooit zo heel veel, toch? Mogen wij
u dan nu twee dingen vragen? Klik naar de webplek waar we het over hebben. En
lees. Laat het tot u doordringen. Probeer u in te leven. En handel zoals u
denkt dat goed is. En vraag twee; brengt u zoveel mogelijk mensen op de hoogte
van deze site? Deel dit verhaal of verzin zelf iets. Wees creatief. Laat los de
onverschilligheid. Laat zien dat we met elkaar dingen kunnen bereiken die tot
voor kort onmogelijk leken. Omdat u toch
ook niet zou willen dat er op een dag een klein meisje, met haar handjes in
haar zij, u moet wijzen op uw onvolkomenheden? Nou dan. Kopje onzichtbare thee,
iemand?
Abonneren op:
Posts (Atom)