Er bestaat nogal wat onduidelijkheid over ‘de zorg’ in
Nederland. Hoe werkt dat nou, in bijvoorbeeld een ziekenhuis? Sinds een paar dagen sta ik hier met mijn neus bovenop dus ik kan
alvast wat vragen wegnemen. In feite is het namelijk helemaal niet zo
heel erg ingewikkeld. Kijk, je hebt een chirurg. En die opereert mensen. Daarna
steekt hij zijn middelvinger op en gaat weer zijn eigen weg. Heel soms gaat hij
nog even bij de patiënt langs. Als die zegt dat het best wel kudt gaat dan moet
hij een beetje lachen. Legt hij uit dat hij in feite een soort god is. En god
maakt nu eenmaal geen fouten. Als domme patiënten ook al een mening gaan hebben
over hoe het met henzelf gaat, is het einde natuurlijk zoek. Moeten we niet
willen met zijn allen. ‘Bek dicht. U zeurt.’ En weer die middelvinger.
Dan heb je daar de verpleegkundige. Die verpleegt. Vaak zelfs
heel kundig. Die ziet ook dat het allemaal niet zo lekker gaat. Die overlegt
met haar collega. Ja, die snapt ook wel dat het niet zo best is. Maar wat kun je daarmee? Als je god gaat
bellen ben je de lul. Vindt hij niet cool. Gelukkig is daar de arts van de
afdeling. Zal vast anders heten, maar ik ben nog niet zo thuis in alle functieomschrijvingen
binnen de hiërarchische structuur
van een ziekenhuis. Maar hij/zij staat dus weer boven die verpleegkundige. Maar
ook die gast denkt al heel snel ‘Ja doeiii, ik ga god echt niet wakker bellen
nu’. En dus volgt er een hoop getreuzel. Gedraal. Geen mens durft actie te
ondernemen. En u weet, een dag is zo om. Behalve natuurlijk als je als patiënt
denkt dood te gaan. Dan lijkt het juist allemaal net even langer te duren. Maar
dat is slechts een gevoelskwestie. Kun je verder niks mee.
En dan moet je gewoon een beetje geluk hebben soms, als patiënt.
Dat je bijvoorbeeld familieleden hebt
die wat opvliegend zijn. En zo’n chirurg bij zijn strot grijpen. Hem plagerig
op zijn bek slaan om hem zo tot actie te manen. Of zo. Of je hebt zoveel geluk
dat die verpleegkundige denkt ‘de tiefus, dit wordt mij ook even te gek’. En
dat die dan haar baas weet te overtuigen. En dat na lang aandringen van hem ook god
denkt; ‘Okey, okey, ik kijk nog wel een
keertje’. En dan, als Hij het zegt, dan pas mag er actie worden ondernomen. Dan
kan het inderdaad zijn dat je als patiënt inmiddels al dik twee weken in een ziekenhuis
ligt voor een ingreep waar normaal twee dagen voor staan. Dat had best korter,
pijnlozer en goedkoper gekund. Maar
alleen dus, als God dat wil.