.
zondag 22 september 2013
Het Recht der Domste..
Omdat je in je leven niet alleen maar dingen kunt doen die
wel leuk zijn, ben ik van de week mee geweest naar safaripark de Beekse Bergen.
Voor de mensen die het niet weten, dat is een dierentuin. Een hele grote. Toch heb
je nog even hoop dat het niet een hele dag gaat kosten, want je kunt er ook met
de auto doorheen. Daar ben ik gek op, activiteiten met kinderen waar je niet de
auto voor uit hoeft. Bedenk een drive-in ballenbak, speeltuin of breng- en haal
af systeem voor basisscholen en je bent mijn held. Dus op zich trok dat me wel,
een rit door een dierentuin. Beetje in zijn twee over slechts moeizaam
begaanbare paden en je verbazen over wat de natuur ons allemaal brengt. Tijgers
die op je motorkap een pas gevangen Bambi uiteenrijten, vinden die kinderen
fantastisch. Lekker educatief bezig zijn, zeg maar. Maar het viel allemaal wat
tegen. Je baant je een weg langs allerlei gaap-beesten die zelfs te lamlendig zijn
hun kop voor je op te lichten. Niks geen tijgers, leeuwen en ander roofzuchtig
tuig. Gewoon stomme herten en andere beesten die allemaal op paarden lijken.
Mocht u nog eens die kant opgaan, je kunt er gewoon met een gangetje van
tachtig doorheen jassen. Mis je nog niks.
Maar dan ben je er nog niet. Want je kunt ook lopend door
dat park heen. En omdat je 21,75 hebt betaald moet je natuurlijk wel. Geen
ontkomen aan. En dus sjok en sjouw je de rest van je dag door God mag weten
hoeveel hectare op zijn Hollands aangelegd Afrika. Staar je in verblijven waar
geen beest te zien is. Omdat het onding niet net zo gek als jou is, maar gewoon
in zijn comfortabele en warme binnenverblijf zijn of haar dag doorbrengt. Of
ergens onzichtbaar verstopt zit. Of in een boom hangt daar waar jij hem net
niet kan zien. Zet die beesten gewoon op, denk ik dan. Wat kost dat nou? Geef
ze ergens een leuk plekje in een leuk gedecoreerde omgeving. Met kunststof
fruit en vlees van karton. Als het maar in het zicht is. Op mijn foto’s bewegen
ze toch ook niet? Nou dan. Trouwens, ook dus zoiets; Of het nou is van
verveling of iets anders, maar op de één of andere manier ga je proberen alle
beesten die je wel ziet, op de foto te zetten. Sta je daar een beetje geleerd
te doen met je camera. Moeilijk kijken, door de knietjes en maar zoomen en
klikken. En wat heb je dan? Een foto van een op een paard gelijkend hert. Of
één of andere vogel waarvoor je zelfs nog geen interesse zou hebben als je die
op de Afsluitdijk op je voorruit zou hebben gehad. Raar toch?
‘Maar was er dan helemaal niets positiefs aan dit bezoek?’
Maar natuurlijk wel. Optimist die ik ben. Er was namelijk iets wat mijn mening
bevestigde dat dit land haar faillissement al ver voorbij is. We reddeloos
verloren zijn. Het park kende een groot aantal bruggen. Houten en metalen
versies die de bezoeker veilig naar de overkant van het te volgen pad brachten.
En sommigen waren best hoog. Metertje of vijf, zes. Geen misselijke bruggetjes
dus. Maar nu komt het, men had op al die bruggen meerdere bordjes aangebracht
met iedere keer dezelfde tekst; ‘Dat je niet je kind op de reling van de brug
moest zetten’. Echt. Dat stond er. Blijkbaar zijn we dus al zover dat het nodig
is bij hoge bruggen bordjes op te hangen dat het gewoon echt niet handig is je
nageslacht op de relingen van bruggen te plaatsen. Want dan kunnen ze vallen.
Meestal naar beneden. En dan gaan ze misschien wel dood. Spatten ze uit elkaar.
Of breken ze wat. Dus dat u er even om denkt. En omdat u het zomaar zou kunnen
vergeten hangen wij, van safaripark de Beekse Bergen, een stuk of honderd van
die bordjes op. Ik zeg weghalen. Vandaag nog. Van het nageslacht van volk wat
dit soort bordjes nodig heeft kun je toch niks verwachten. Naar beneden laten
storten. Hard. Massaal. En kijk, daar zou ik graag de auto voor uitkomen. Gewoon,
om te zien wat de natuur ons dan allemaal brengt.
maandag 16 september 2013
woensdag 4 september 2013
De Mislukte Perfectie..
Ik zal maar gewoon eerlijk zijn, relatie-technisch gezien
ben ik gewoon niet zo handig. Het lijkt wel of er altijd wel wat is. En iedere
keer als het weer achter de rug is, de storm weer wat is gaan liggen, neem ik
mijzelf voor er nooit meer aan te beginnen. Soms hou ik dat een redelijke tijd
vol. Heb ik er ook echt allemaal geen zin meer in. Maar niets menselijks is mij
vreemd. En dus begeef ik mij vroeg of laat weer op het glibberige pad der
liefde. Voorzichtig, dat wel. Ietwat wantrouwend, geef ik ook gelijk toe. Maar
wel vol hoop en goede moed. En zo had ik afgelopen vrijdag een date met, ik kan
niet anders zeggen, een prachtige dame. En het klikte direct. Zaten prachtig op
één lijn. En dat is redelijk uniek. Meestal verlopen die eerste ontmoetingen
wat stroef. Onwennig. Ik weet nooit zo goed wat ik moet zeggen. Waar heb je het
over, tijdens zo’n eerste echte ontmoeting? Lastig hoor. Maar nu was alles
anders. Het ging als vanzelf. Of we elkaar al jaren kenden.
Heb ik al gezegd dat ze er werkelijk prachtig uitzag? En ze
had humor. Een vrouw met humor! Daar zijn er ongeveer vijf van op de hele
wereld! En één daarvan zat met mij aan tafel. Kunt u zich een beetje het ongeloof
voorstellen waarmee ik van doen had? Ik was in gesprek met een buitengewoon
mooie vrouw, met humor dus, en we bleken het één na het ander overeen te komen.
Werk, hobby’s, inzichten, meningen. Alles. Ja, echt. Er was niets waarin we
elkaar niet vonden. Maar toch was het niet eng. Want het was niet gemaakt. Uit
alles bleek dat we elkaar niet naar de mond probeerden te praten. We waren
onszelf. Honderd procent. De klik tussen ons moet straten verder nog hoorbaar
zijn geweest. Honderduit praatten we over de meest uiteenlopende onderwerpen.
Of we genoten even van de stilte. Maakten dan van de gelegenheid gebruik elkaar
in de ogen te kijken. Dat voelde ik dan in mijn buik. Of ik in werelds grootste
en hoogste achtbaan zat.
‘Heb je morgenmiddag wat te doen?’ Vroeg ze opeens. Ik kon
niet eens antwoord geven. Mijn gedachten buitelden over elkaar heen;
‘Natuurlijk heb ik morgen wat te doen. En overmorgen ook. En de dag daarna. En
daarna. De rest van mijn leven heb ik wat te doen. Want dan ben ik met jou
samen. En dan praten we over van alles en nog wat. En hebben de grootste lol.
We leren van elkaar. Samen strijden we tegen, met en voor het leven. Ik ben
jouw steun en jij mijn toeverlaat. En als het een keer andersom is dan is dat
ook goed. In feite heb ik het vanaf nu vreselijk druk. Want ik ga leven. Intens
leven. Ik ga genieten. De mens zijn die ik altijd al heb willen zijn. Ik ga je
onderdompelen in liefde. En jij mij. Ik ga houden van. Vierentwintig uur per
dag. Zeven dagen in de week. En op datzelfde moment zal er ook van mij gehouden
worden.’ Ze onderbrak mijn gedachten en herhaalde haar vraag. ‘Heb je
morgenmiddag wat te doen? Ik moet namelijk nog de stad in om wat kleding te
kopen. Lijkt me zo leuk als je meegaat.’
Wederom gaf ik geen antwoord. ‘De stad in’. Ze had het echt
gevraagd. Of ik met haar doelloos door een mistroostig winkelgebied wilde gaan
sjouwen. Of ik winkel uit, winkel in wilde gaan. Voor een keertje zou het niet
erg zijn. Maar zo werkt dat niet. Voor je het weet sta je elke vrije zaterdag
met je poffertjesporem tegen de gevel van één of andere kledingwinkel aangekleefd,
te wachten op wat niet komen gaat. Gaat ze lopen zeiken dat ik niet echt laat
merken het ‘gezellig’ te vinden met haar de stad in te mogen. Wat tegen die
tijd natuurlijk ‘moeten’ is geworden. En dan moet ik zeggen wat ik van haar
potentiele aankopen vind. Compleet zinloos, want ze koopt het toch niet. Omdat
het niet om het kopen gaat. Het gaat om doelloos dingen passen, aanraken en
kijken wat het kost. Urenlang. Hele zaterdagen. Van vroeg tot laat. En mijn God
nog aan toe, stel dat ze op zondag met me naar de Ikea wil? Of naar een
meubelboulevard. Op tweede paasdag. Ik keek haar nog een keer in de ogen. Weer
die achtbaan. Ik stond op, gooide de inhoud van mijn bierglas in haar gezicht
en liep weg. Het was de kortste relatie ooit.
En de beste.
zondag 1 september 2013
Abonneren op:
Posts (Atom)