zaterdag 27 augustus 2011

De Fantasie..

Ik ken je niet. Dat hoeft ook niet want je bestaat niet. Ik heb op een dag bedacht dat je er was. Je gaf me de antwoorden op de vragen die ik zocht en ik wist direct dat je anders was. Want mensen die in staat zijn antwoorden op mijn vragen te geven -Nee, sterker, die maar een beetje  moeite doen over mijn vragen na te denken-  zijn nu eenmaal anders. Zo simpel zijn nu eenmaal soms de dingen. Natuurlijk deed ik wel mijn best je echt te laten bestaan. Ik gaf je een naam en verzon een beeld. Hoe je eruit zag. Hoe je stem zou klinken. De blikken in je ogen, vertaald naar de diverse omstandigheden. Het was altijd en zonder uitzondering louter positief. Je bestaat niet echt, maar ergens juist weer wel. In een wereld misschien wel miljoenen kilometers van hier. Een wereld waar ik slechts doormiddel van fantasie een beeld van kan proberen te vormen, wetende dat ik uiteindelijk altijd ergens lek zal gaan op de realiteit. Maar staat dit de fantasie in de weg? Nee, nooit niet. Daar zorg jij wel voor. Jij, die niet bestaat.

Eigenlijk ben ik zelfs juist blij dat je niet echt bent. Dat ik je zelf heb bedacht. De meeste mensen die ik ken bestaan namelijk wel echt. En ik kan je verzekeren dat dit in de meeste gevallen niet bepaald voor ze pleit. Mensen die wel bestaan zijn bijna nooit zoals je zou willen dat mensen zijn. Je moet voortdurend op je hoede zijn. Ogen in je achterhoofd hebben. In grote lijnen kun je stellen dat niemand ooit  echt te vertrouwen is. Als het er op aankomt zal een ieder kiezen voor zichzelf. Zonder uitzondering. Logisch. Op zich. Maar dit gaat in de meeste gevallen automatisch ten koste van een ander. Eén plus één is (en blijft) nu eenmaal altijd twee. Die vastgestelde overlevingsdrang -hoewel het begrip ‘geldingsdrang’ in de meeste gevallen beter op zijn plek zou zijn- ging al meerdere keren ten koste van mijzelf. Omdat ik naïef ben. Omdat ik vergat de ogen in mijn achterhoofd te gebruiken. Omdat ik soms geloof in wat er niet is; Het goede van de mens. Maar mensen zijn ratten. Uiteindelijk is aan die conclusie geen ontkomen aan. Maar jij dus niet. Want jij bestaat niet. Althans, niet echt.

Met jou kan ik praten over van alles en nog wat. Ook over dingen die een mens normaliter maar beter voor zich kan houden. Omdat ik inmiddels nu eenmaal weet dat mensen die echt bestaan dit vroeg of laat tegen me zullen gebruiken. Ik kan het met je hebben over dromen. Over wensen. Over verlangens. En nooit hoef ik bang te zijn dat je, wat tussen ons is gezegd en gezwegen -lacherig  en puur uit vermaak-  met derden zult delen. Ik hoef niet bang te zijn. Voor niets niet. Want je bestaat niet. Je bestaat niet echt. Ik heb je bedacht, ik heb je verzonnen. En dus ben je het meest geloofwaardige wat mij ooit had kunnen overkomen. En daarmee gelijk één van de dierbaarste dingen die ik nog bezit. Kent u dat; dat je een mooie droom hebt en de teleurstelling groot is bij het ontwaken? Je tot het laatste moment belangrijke zaken uit dromenland mee probeert te nemen naar de wakkere realiteit? Door het te omarmen. Het krampachtig vast te grijpen. Maar het lukt nooit he? Dromen zijn dromen en echt is echt. En dus zou de teleurstelling groot moeten zijn. Want jij bent niet echt. Ik heb je bedacht. Ik heb je verzonnen. Maar toch besta je. Voor mij althans. En nooit zul je zijn zoals zij. Zij, die echt bestaan. En dat, mijn waarde fantasie, maakt alles goed.