Zo. Zijn we er klaar voor? Want het gaat beginnen. Ik voel
het. Ik weet het gewoon. Alles wijst erop. We staan aan de vooravond van De Revolutie.
Echt waar. En ik ben er klaar voor. Sterker, ik heb er zin an. Heb zelfs een
beetje geoefend. Getraind, zeg maar gerust. Ik loop inmiddels de honderd meter
in nog geen tien seconden. Met hooivork dus he, laat ik duidelijk zijn. Nou, ik
geef het je te doen. In mijn schuur staat een guillotine. Een prachtig stukje
huisvlijt al zeg ik het zelf. Het mooie is dat het ding demontabel is. Zodat ie
straks makkelijker te vervoeren is. In de trein. Op weg naar Den Haag. Want
daar gaat het dus gebeuren he, in Den Haag. Daar is het waar de dingen plots
een heel andere wending gaan krijgen. Een bloederig rommeltje gaat het worden,
dat wel. Maar zo werkt dat nu eenmaal met revoluties. Als je thuis gaat
verbouwen begin je ook met slopen. Wordt het ook altijd even een puinzooi. Zijn er ook momenten dat je denkt; ‘Nou nou, moet dat nou, tjongejonge, kan dat
niet anders?’ Maar uiteindelijk komt het altijd weer goed. Nah, zo gaat dat met
revoluties dus ook.
Weet u wat mij een mooi moment lijkt? Nee? Ga ik u
vertellen. Dat we met heel veel mensen daar op dat binnenhof staan. Beetje
stenen gooien, u kent het wel. En dat er dan een politicus naar buiten komt die
ons oproept tot kalmte. Zo’n guitig rijtje ME-ers ervoor, die wat onwennig en
met opgeheven knuppeltjes en koddige rieten schilden de goede man tegen het
plebs tracht te beschermen. De herrie die gemaakt wordt is oorverdovend, maar toch probeert die meneer
ons op andere gedachten te brengen. Door beloftes te doen waarvan we er al
genoeg hebben gehad. Door beterschap te beloven zoals dergelijk biologisch
afval altijd doet, als het weet de publieke opinie een klein beetje tegen te
hebben. En dat dan iemand van ons zijn bazooka op zijn schouders legt. En nog
even een slokje van zijn milkshake neemt voor hij de trekker overhaalt. Als een
soort van startschot, maar dan in de ruimste zin van het woord. Dat er achter
die rij ME-ers nog heel even een gast in zesdelig pak staat zonder hoofd. Met
opgeheven vingertje. Zoals kippen nog even schijnen door te lopen als je ze
het hoofd afhakt.
En daarna gaan we pas goed aan de
gang. Een aantal vrijwilligers schroeft mijn portable guillotine in elkaar terwijl
de rest op jacht gaat. Nee, ‘op jacht’ klinkt wat banaal. Zij roepen het
bestuurlijke tuig tot de orde. Klinkt al heel anders. Dat ze dat doen door ze
met grof geweld van het van angst ondergezeken pluche te slepen, is een ander
verhaal. Argumenten telden al jaren niet meer voor dit soort volk. Een goed
gesprek zat er toch al niet in. Onzin dus om ze nu netjes te vragen even mee
naar buiten te lopen. Heeft geen zin. En eenmaal buiten komt het goed. Gewoon
bikkelhard aanpakken. Even een voorbeeld stellen voor de volgende generatie
politici. Laten zien dat het op een gegeven moment welletjes is. Dat we het
niet zo hebben op leugenachtig tuig wat er enkel op uit is zichzelf te
verrijken. Of hun graaiende vriendjes in de top van grote bedrijven. Kunt u mij
nu misschien lomp en onbehouwen noemen, maar zij waren al vele jaren eerder van
God los. De Moraal bestond allang niet meer. Niet zeuren dus, we gaan het
gewoon doen. Ik ben er klaar voor. Heb er zin an. En u?