.
woensdag 31 augustus 2011
Het Warme Verzoek..
Nou nou nou, wat een ellende, wat een leed he? Lopen we gudverdegudver de hele afgelopen herfst en winter te snakken naar een echte zomer en dan krijg je dit. Is toch gewoon niet te geloven? U moet weten dat ik een ongelooflijk goed gevoel voor humor heb, maar ook gewoon een heel naar ventje ben. Ik kan dan ook intens genieten van het leed van anderen. Verregende festivals, volledig vergalde vakanties, wegspoelende bejaarden; in mijn optiek zijn het stuk voor stuk rasechte dijenkletsers. Maar ik moet zeggen dat de lol er nu zelfs voor mij een beetje begint af te raken zo. Een geintje is leuk, maar het kan te gek ook. Zeker als het mij persoonlijk raakt. Dan is het sowieso al heel snel niet leuk meer.
Ik ben zelf eigenlijk ook niet zo van de winter moet u weten. Lange donkere dagen hebben op mij niet een bepaalde positieve invloed. Vanaf oktober vraag ik mij dikwijls af of het niet een idee is mijn polsen open te jassen. In november ga ik met dat doel al regelmatig in bad, maar heb er tot nu toe altijd nog van afgezien. December is ronduit kritisch als het gaat om mijn overlevingskansen en januari is een aaneenschakeling van pogingen alle gure ellende achter mij te laten. Het komt echter nooit lekker uit de verf. Ik wil wel maar kan het niet. Dat komt omdat februari de maand is van De Hoop. Ik besef mij dan nog even te moeten doorbijten. Tot maart. Maart is cool. Maart is het begin van al wat mooi is.
Zo ook dit jaar. Laten we eerlijk zijn. Het begon allemaal zo mooi. Een wereld ging voor ons open. Maanden en maanden van volledig geluk lagen voor ons. Maar het liep anders he. Gudverdegudver, wat liep het verschrikkelijk anders. Op een dag begon het te regenen en het hield niet meer op. God was boos. En niet zo zuinig ook. We hebben te maken met een zomer van ongekende omvang als het om puur kudt gaat. Oud Hollands kudt zo u wilt. En nogmaals; in het begin vond ik het allemaal wel grappig om op het journaal langharige bouwvakkers hun vouwcaravan uit te zien drijven, maar inmiddels ben ik tot inkeer gekomen. Vanaf nu gaat het namelijk om mij. Om mij persoonlijk dus. Het moment dat grappen ineens een stuk minder leuk zijn.
Ik begin namelijk al een beetje het oktober-gevoel te krijgen. En dat is dus een dikke maand te vroeg. Dat zou namelijk theoretisch gezien inhouden dat ik al vanaf november met enige regelmaat in bad stap met een watervaste stift, idem papier en een pakje spiksplinternieuwe Kruidvat scheermesjes. December is dan de traditioneel kritische maand die normaliter januari had moeten zijn. Dan zou maart moeten volgen maar dan is het nog maar februari. Begrijpt u het al? Ik ga het dit keer dus gewoon niet redden als het zo doorgaat. Ik heb zonlicht nodig. Warmte. Het gevoel dat alles mooi en anders is. En het liefst een beetje snel. Ik heb het gevoel nodig dat het echt zomer is, ter oplading voor een lange tijd die nu eenmaal niet de mijne is. De lol is eraf. Het is niet leuk meer zo. Sterker, het is dus inmiddels een zaak van leven en dood. Kom zon, help me. Ga weg regen, genoeg gelachen nu. Help me gewoon weer maart te halen. Vanaf nu.
Ik ben zelf eigenlijk ook niet zo van de winter moet u weten. Lange donkere dagen hebben op mij niet een bepaalde positieve invloed. Vanaf oktober vraag ik mij dikwijls af of het niet een idee is mijn polsen open te jassen. In november ga ik met dat doel al regelmatig in bad, maar heb er tot nu toe altijd nog van afgezien. December is ronduit kritisch als het gaat om mijn overlevingskansen en januari is een aaneenschakeling van pogingen alle gure ellende achter mij te laten. Het komt echter nooit lekker uit de verf. Ik wil wel maar kan het niet. Dat komt omdat februari de maand is van De Hoop. Ik besef mij dan nog even te moeten doorbijten. Tot maart. Maart is cool. Maart is het begin van al wat mooi is.
Zo ook dit jaar. Laten we eerlijk zijn. Het begon allemaal zo mooi. Een wereld ging voor ons open. Maanden en maanden van volledig geluk lagen voor ons. Maar het liep anders he. Gudverdegudver, wat liep het verschrikkelijk anders. Op een dag begon het te regenen en het hield niet meer op. God was boos. En niet zo zuinig ook. We hebben te maken met een zomer van ongekende omvang als het om puur kudt gaat. Oud Hollands kudt zo u wilt. En nogmaals; in het begin vond ik het allemaal wel grappig om op het journaal langharige bouwvakkers hun vouwcaravan uit te zien drijven, maar inmiddels ben ik tot inkeer gekomen. Vanaf nu gaat het namelijk om mij. Om mij persoonlijk dus. Het moment dat grappen ineens een stuk minder leuk zijn.
Ik begin namelijk al een beetje het oktober-gevoel te krijgen. En dat is dus een dikke maand te vroeg. Dat zou namelijk theoretisch gezien inhouden dat ik al vanaf november met enige regelmaat in bad stap met een watervaste stift, idem papier en een pakje spiksplinternieuwe Kruidvat scheermesjes. December is dan de traditioneel kritische maand die normaliter januari had moeten zijn. Dan zou maart moeten volgen maar dan is het nog maar februari. Begrijpt u het al? Ik ga het dit keer dus gewoon niet redden als het zo doorgaat. Ik heb zonlicht nodig. Warmte. Het gevoel dat alles mooi en anders is. En het liefst een beetje snel. Ik heb het gevoel nodig dat het echt zomer is, ter oplading voor een lange tijd die nu eenmaal niet de mijne is. De lol is eraf. Het is niet leuk meer zo. Sterker, het is dus inmiddels een zaak van leven en dood. Kom zon, help me. Ga weg regen, genoeg gelachen nu. Help me gewoon weer maart te halen. Vanaf nu.
zaterdag 27 augustus 2011
De Fantasie..
Ik ken je niet. Dat hoeft ook niet want je bestaat niet. Ik heb op een dag bedacht dat je er was. Je gaf me de antwoorden op de vragen die ik zocht en ik wist direct dat je anders was. Want mensen die in staat zijn antwoorden op mijn vragen te geven -Nee, sterker, die maar een beetje moeite doen over mijn vragen na te denken- zijn nu eenmaal anders. Zo simpel zijn nu eenmaal soms de dingen. Natuurlijk deed ik wel mijn best je echt te laten bestaan. Ik gaf je een naam en verzon een beeld. Hoe je eruit zag. Hoe je stem zou klinken. De blikken in je ogen, vertaald naar de diverse omstandigheden. Het was altijd en zonder uitzondering louter positief. Je bestaat niet echt, maar ergens juist weer wel. In een wereld misschien wel miljoenen kilometers van hier. Een wereld waar ik slechts doormiddel van fantasie een beeld van kan proberen te vormen, wetende dat ik uiteindelijk altijd ergens lek zal gaan op de realiteit. Maar staat dit de fantasie in de weg? Nee, nooit niet. Daar zorg jij wel voor. Jij, die niet bestaat.
Eigenlijk ben ik zelfs juist blij dat je niet echt bent. Dat ik je zelf heb bedacht. De meeste mensen die ik ken bestaan namelijk wel echt. En ik kan je verzekeren dat dit in de meeste gevallen niet bepaald voor ze pleit. Mensen die wel bestaan zijn bijna nooit zoals je zou willen dat mensen zijn. Je moet voortdurend op je hoede zijn. Ogen in je achterhoofd hebben. In grote lijnen kun je stellen dat niemand ooit echt te vertrouwen is. Als het er op aankomt zal een ieder kiezen voor zichzelf. Zonder uitzondering. Logisch. Op zich. Maar dit gaat in de meeste gevallen automatisch ten koste van een ander. Eén plus één is (en blijft) nu eenmaal altijd twee. Die vastgestelde overlevingsdrang -hoewel het begrip ‘geldingsdrang’ in de meeste gevallen beter op zijn plek zou zijn- ging al meerdere keren ten koste van mijzelf. Omdat ik naïef ben. Omdat ik vergat de ogen in mijn achterhoofd te gebruiken. Omdat ik soms geloof in wat er niet is; Het goede van de mens. Maar mensen zijn ratten. Uiteindelijk is aan die conclusie geen ontkomen aan. Maar jij dus niet. Want jij bestaat niet. Althans, niet echt.
Eigenlijk ben ik zelfs juist blij dat je niet echt bent. Dat ik je zelf heb bedacht. De meeste mensen die ik ken bestaan namelijk wel echt. En ik kan je verzekeren dat dit in de meeste gevallen niet bepaald voor ze pleit. Mensen die wel bestaan zijn bijna nooit zoals je zou willen dat mensen zijn. Je moet voortdurend op je hoede zijn. Ogen in je achterhoofd hebben. In grote lijnen kun je stellen dat niemand ooit echt te vertrouwen is. Als het er op aankomt zal een ieder kiezen voor zichzelf. Zonder uitzondering. Logisch. Op zich. Maar dit gaat in de meeste gevallen automatisch ten koste van een ander. Eén plus één is (en blijft) nu eenmaal altijd twee. Die vastgestelde overlevingsdrang -hoewel het begrip ‘geldingsdrang’ in de meeste gevallen beter op zijn plek zou zijn- ging al meerdere keren ten koste van mijzelf. Omdat ik naïef ben. Omdat ik vergat de ogen in mijn achterhoofd te gebruiken. Omdat ik soms geloof in wat er niet is; Het goede van de mens. Maar mensen zijn ratten. Uiteindelijk is aan die conclusie geen ontkomen aan. Maar jij dus niet. Want jij bestaat niet. Althans, niet echt.
Met jou kan ik praten over van alles en nog wat. Ook over dingen die een mens normaliter maar beter voor zich kan houden. Omdat ik inmiddels nu eenmaal weet dat mensen die echt bestaan dit vroeg of laat tegen me zullen gebruiken. Ik kan het met je hebben over dromen. Over wensen. Over verlangens. En nooit hoef ik bang te zijn dat je, wat tussen ons is gezegd en gezwegen -lacherig en puur uit vermaak- met derden zult delen. Ik hoef niet bang te zijn. Voor niets niet. Want je bestaat niet. Je bestaat niet echt. Ik heb je bedacht, ik heb je verzonnen. En dus ben je het meest geloofwaardige wat mij ooit had kunnen overkomen. En daarmee gelijk één van de dierbaarste dingen die ik nog bezit. Kent u dat; dat je een mooie droom hebt en de teleurstelling groot is bij het ontwaken? Je tot het laatste moment belangrijke zaken uit dromenland mee probeert te nemen naar de wakkere realiteit? Door het te omarmen. Het krampachtig vast te grijpen. Maar het lukt nooit he? Dromen zijn dromen en echt is echt. En dus zou de teleurstelling groot moeten zijn. Want jij bent niet echt. Ik heb je bedacht. Ik heb je verzonnen. Maar toch besta je. Voor mij althans. En nooit zul je zijn zoals zij. Zij, die echt bestaan. En dat, mijn waarde fantasie, maakt alles goed.
zondag 21 augustus 2011
Het Moderne Verraad..
Er zij heel veel dingen waar ik een hekel aan heb. Ik heb in feite altijd wel wat te klagen. Zo ben ik. Ik zou wel anders willen maar ik krijg daarin geen steun. Van u niet. Van de buitenwereld. Het enige wat u doet is keer op keer mijn vooroordelen bevestigen. Zelfs als ik anders zou willen laat u mij geen andere keus. Ik ben verworden tot een ouwe chagrijnige klootzak en dat is allemaal uw schuld. Wij begrijpen elkaar gewoon niet. Op een dag zijn wij ieder onze eigen weg gegaan. Ik het pad op van goede hoop en het idee dat het leven echt niet zo ingewikkeld is als je in eerste instantie zou denken, u koos voor de moeilijke weg. Geeft niet, maar in sommige dingen ben ik van uw verknipte denkwijze afhankelijk en daar wringt hem de schoen. Daar gaat het mis. En vandaar dat ik inmiddels een enorme lijst heb van dingen waar ik een hekel aan heb. U zou graag wat voorbeelden willen? Blij dat u het vraagt. U krijgt een voorbeeld. Eentje. Om even mee te beginnen.
Ik werk bij een groot bedrijf. Een landelijke keten van winkels die u dingen door de strot tracht te duwen tegen prijzen die ronduit onredelijk zijn. Maar u trapt er nog steeds in, dus waar hebben we het over. Dit bedrijf is een aantal jaar geleden overgenomen door Amerikanen. Zoals u weet is dat het meest zwakzinnige rotvolk op deze aarde, maar daar maak ik me niet eens zo druk over. Wel over echte Hollanders die ineens denken daarom dan maar de toffe peer te moeten gaan uithangen door allerlei Engelstalige termen te gaan gebruiken. Kent u ze; van die in luxe C&A pakken gestoken babyboomers die iedere binding met de realiteit volledig zijn verloren? Gaan ze ‘vorig jaar’ ineens steevast ‘last year’ noemen. ‘Korting’ is ineens ‘discount’. En ga zo maar door. Waarom? Waarom in godsnaam zou je dat doen? Ikzelf denk omdat je een ongelofelijke karhengst bent. Iemand die nog te stom is trots te zijn op het eigen ik. Op hun eigen oer-Hollandse afkomst. Maar ik ben dan natuurlijk ook een ouwe chagrijnige klootzak. Moeten we ook niet vergeten.
Maar toch. Nederlanders die Engelstalige termen gaan gebruiken zou je dood moeten mogen schieten. Zou je in alle redelijkheid tegen een willekeurige muur moeten mogen zetten om neer te kunnen maaien. Puur legaal. Dat volk deugt namelijk niet. Die mankeren wat. Zij zijn de lieden die -als het er op aankomt- er niet voor terugdeinzen uw tijdelijke verblijfplaats, in bijvoorbeeld een achterhuis, te vermelden bij de bezetter van dat moment. Mensen die met regelmatig Engelse termen bezigen zijn de NSB’ers van deze tijd. Dom, ronduit zwakzinnig volk, wanhopig op zoek naar erkenning en waardering. Zich eenmaal gehesen in hun C&A pak voelen zij zich en ander mens. ‘Klik-klak’ doet hun schoeisel op het laminaat, als ze voor de spiegel in huiselijk kring in de houding springen en trots op zichzelf staan te zijn. Kwijlend oefenen zij vervolgend allerlei Engelse kreten in de hoop deze zo spoedig mogelijk te kunnen gebruiken. Ha! Wat zullen zijn toehoorders opkijken. Ze zullen in hem een boeiend en intelligent man zien. Dat kan toch zeker niet missen? Dat kan dus wel. Als u mij treft.
Ik doe namelijk niet mee. Ik laat me niet meeslepen in de waanzin die klaarblijkelijk welig tiert. U doet maar met zijn allen. Verloochen dit land, onze taal en alles waar wij trots op kunnen zijn. Geef het weg. Laat zien dat het voor u geen enkele waarde heeft. U lult trots uw Engelse termen in de verwachting ooit voor vol aangezien te worden. Dat u het zielige ventje blijft wie u was, voor degenen wie u dit allemaal doet, zult u toch nooit gaan inzien. Doe maar lekker mee met de grote jongens waar u zo’n harde plasser van krijgt. Toch al een prestatie van formaat als je over zo weinig hersencellen beschikt. Blijf ik onderwijl die chagrijnige klootzak die zich weigert te onderwerpen aan uw eigenaardigheden. Die alle hoop op een goede afloop voor de mensheid in het algemeen, en in die van u in het bijzonder, toch allang is verloren. Ik heb een hekel aan heel veel dingen. Dankzij u. Maar ik ga nog heel ver komen met mijn trots. Puur Nederlandse, rood wit blauwe, trots. Bij deze een dikke middelvinger en een welgemeend ongezien de tyfus. Lekker Hollands. Lekker negatief. Want ik hou namelijk wel van mezelf, fuckers.
Ik werk bij een groot bedrijf. Een landelijke keten van winkels die u dingen door de strot tracht te duwen tegen prijzen die ronduit onredelijk zijn. Maar u trapt er nog steeds in, dus waar hebben we het over. Dit bedrijf is een aantal jaar geleden overgenomen door Amerikanen. Zoals u weet is dat het meest zwakzinnige rotvolk op deze aarde, maar daar maak ik me niet eens zo druk over. Wel over echte Hollanders die ineens denken daarom dan maar de toffe peer te moeten gaan uithangen door allerlei Engelstalige termen te gaan gebruiken. Kent u ze; van die in luxe C&A pakken gestoken babyboomers die iedere binding met de realiteit volledig zijn verloren? Gaan ze ‘vorig jaar’ ineens steevast ‘last year’ noemen. ‘Korting’ is ineens ‘discount’. En ga zo maar door. Waarom? Waarom in godsnaam zou je dat doen? Ikzelf denk omdat je een ongelofelijke karhengst bent. Iemand die nog te stom is trots te zijn op het eigen ik. Op hun eigen oer-Hollandse afkomst. Maar ik ben dan natuurlijk ook een ouwe chagrijnige klootzak. Moeten we ook niet vergeten.
Maar toch. Nederlanders die Engelstalige termen gaan gebruiken zou je dood moeten mogen schieten. Zou je in alle redelijkheid tegen een willekeurige muur moeten mogen zetten om neer te kunnen maaien. Puur legaal. Dat volk deugt namelijk niet. Die mankeren wat. Zij zijn de lieden die -als het er op aankomt- er niet voor terugdeinzen uw tijdelijke verblijfplaats, in bijvoorbeeld een achterhuis, te vermelden bij de bezetter van dat moment. Mensen die met regelmatig Engelse termen bezigen zijn de NSB’ers van deze tijd. Dom, ronduit zwakzinnig volk, wanhopig op zoek naar erkenning en waardering. Zich eenmaal gehesen in hun C&A pak voelen zij zich en ander mens. ‘Klik-klak’ doet hun schoeisel op het laminaat, als ze voor de spiegel in huiselijk kring in de houding springen en trots op zichzelf staan te zijn. Kwijlend oefenen zij vervolgend allerlei Engelse kreten in de hoop deze zo spoedig mogelijk te kunnen gebruiken. Ha! Wat zullen zijn toehoorders opkijken. Ze zullen in hem een boeiend en intelligent man zien. Dat kan toch zeker niet missen? Dat kan dus wel. Als u mij treft.
Ik doe namelijk niet mee. Ik laat me niet meeslepen in de waanzin die klaarblijkelijk welig tiert. U doet maar met zijn allen. Verloochen dit land, onze taal en alles waar wij trots op kunnen zijn. Geef het weg. Laat zien dat het voor u geen enkele waarde heeft. U lult trots uw Engelse termen in de verwachting ooit voor vol aangezien te worden. Dat u het zielige ventje blijft wie u was, voor degenen wie u dit allemaal doet, zult u toch nooit gaan inzien. Doe maar lekker mee met de grote jongens waar u zo’n harde plasser van krijgt. Toch al een prestatie van formaat als je over zo weinig hersencellen beschikt. Blijf ik onderwijl die chagrijnige klootzak die zich weigert te onderwerpen aan uw eigenaardigheden. Die alle hoop op een goede afloop voor de mensheid in het algemeen, en in die van u in het bijzonder, toch allang is verloren. Ik heb een hekel aan heel veel dingen. Dankzij u. Maar ik ga nog heel ver komen met mijn trots. Puur Nederlandse, rood wit blauwe, trots. Bij deze een dikke middelvinger en een welgemeend ongezien de tyfus. Lekker Hollands. Lekker negatief. Want ik hou namelijk wel van mezelf, fuckers.
dinsdag 16 augustus 2011
maandag 15 augustus 2011
De Wekelijkse Strijd..
Goed. Maandagavond. Ik ben gek op maandagavond moet u weten. Het begrip ‘avond’ geeft namelijk aan dat we een heel end op weg zijn. Het ergste wel een beetje hebben gehad. De trouwe lezers van dit blog weten dat ik iets heb met de maandag. Maar daar ik geen trouwe lezers heb maakt het niet uit dat ik er weer over begin. En dat is mooi. Ikzelf raak namelijk niet uitgepraat over deze gruwel zo aan het begin van de week. En dan is het fijn er zo nu en dan even over te beginnen. Mijn hart te luchten. Maandag is namelijk zwaar kudt. Een wekelijks terugkerende zwarte bladzijde in de geschiedenis van de mensheid in het algemeen, en in die van mij in het bijzonder. En zoals u zult begrijpen zit mij dat nogal dwars.
Of ik in een aantal woorden uit zou kunnen leggen waar dit zo vandaan komt, waarom ik deze mening ben toegedaan? Nee, dat kan ik niet. Sommige dingen zijn gewoon zo. Is altijd zo geweest en zal nooit veranderen. Sta ik overigens niet eens voor open. Ik zal nooit en te nimmer de eerste stap zetten in een poging dit persoonlijke conflict, wat ik overduidelijk heb met de eerste dag van de week, op te lossen. Als er iemand stappen moet zetten, toezeggingen moet doen, beterschap moet beloven, dan is hij het. Ik niet. Ik ben slechts slachtoffer. De getergde in dit geheel. Zou u excuses aanbieden, of een opbouwend gesprek aangaan, met degene die trottoirtegels door u dubbelglas staat te gooien? Nee. Precies. Lul dus niet zo slap.
Maandag staat week na week, al jarenlang, tegels door het glas van mijn weekend te gooien. Zo moet u het een beetje zien. De zaterdag kom ik over het algemeen nog wel redelijk door. Natuurlijk kan ik niet helemaal loslaten dat deze dag niet voor eeuwig is, maar het end van al dit moois lijkt nog ver. Ik probeer zijn opdringerige blikken te negeren. Te ontkennen dat er echt zoveel slechtheid bestaat als hij. Op zondag is dit al een stuk lastiger. Ik voel zijn hete, stinkende adem. Ik zie zijn ranzige grijns. Hoor zijn hijgerige opdringerigheid. Mijn zondag, u mag het gerust weten, staat volledig in het teken van maandag. Van hem. In uw ogen gedraag ik mijn hierin kinderachtig. Overdrijf ik. Maar u hebt dan ook geen flauw benul.
Op maandag is alles anders. Op maandag gaat mijn wekker niet gewoon af maar lijkt een hardrock band een eindeloze gitaarsolo weg te geven, terwijl een van de doorgesnoven bandleden de wil mij wakker te krijgen kracht bij zet door met een priem in mijn oor te steken. Op maandag stoot ik mijn teen tegen de poot van het bed, doet het warm water het niet, heeft schimmel het brood in huis veroverd, als het al niet plots op is, heeft mijn auto problemen met starten en blijkt mijn back-up, mijn fiets, gestolen. En zo gaat het de hele dag door. Onderwijl hoor ik hatelijk gelach. Ik voel dat ik voor de gek gehouden wordt. Treiterij is mijn deel. Iedere eerste dag van de week weer. Durf niet te beweren dat ik overdrijf. Ik ben namelijk niet gek.
Maandagavond. Het zit er bijna op. Nog heel even doorzetten. Morgen is het dinsdag en dinsdag is mijn vriend. Samen met woensdag. Nog zo’n steun en toeverlaat. Donderdag is bijna als thuiskomen, vrijdag staat gelijk aan met pantoffels op de bank eindelijk weer thuis zijn. Ik heb geen openhaard in een gezellig schaars verlichte huiskamer, maar het gevoel is volledig gelijk. De maandag is de zure appel in een schaal met louter fruit zo vers als denkbaar. Daar moet je even doorheen bijten. Meer kun je niet doen. Week na week. Jaar in, jaar uit. Maandagavond. Ik beweeg en verroer mij niet. Ik wacht op dinsdag. Mijn lieve, allerbeste dinsdag. Op dit moment mijn allergrootste vriend.
Of ik in een aantal woorden uit zou kunnen leggen waar dit zo vandaan komt, waarom ik deze mening ben toegedaan? Nee, dat kan ik niet. Sommige dingen zijn gewoon zo. Is altijd zo geweest en zal nooit veranderen. Sta ik overigens niet eens voor open. Ik zal nooit en te nimmer de eerste stap zetten in een poging dit persoonlijke conflict, wat ik overduidelijk heb met de eerste dag van de week, op te lossen. Als er iemand stappen moet zetten, toezeggingen moet doen, beterschap moet beloven, dan is hij het. Ik niet. Ik ben slechts slachtoffer. De getergde in dit geheel. Zou u excuses aanbieden, of een opbouwend gesprek aangaan, met degene die trottoirtegels door u dubbelglas staat te gooien? Nee. Precies. Lul dus niet zo slap.
Maandag staat week na week, al jarenlang, tegels door het glas van mijn weekend te gooien. Zo moet u het een beetje zien. De zaterdag kom ik over het algemeen nog wel redelijk door. Natuurlijk kan ik niet helemaal loslaten dat deze dag niet voor eeuwig is, maar het end van al dit moois lijkt nog ver. Ik probeer zijn opdringerige blikken te negeren. Te ontkennen dat er echt zoveel slechtheid bestaat als hij. Op zondag is dit al een stuk lastiger. Ik voel zijn hete, stinkende adem. Ik zie zijn ranzige grijns. Hoor zijn hijgerige opdringerigheid. Mijn zondag, u mag het gerust weten, staat volledig in het teken van maandag. Van hem. In uw ogen gedraag ik mijn hierin kinderachtig. Overdrijf ik. Maar u hebt dan ook geen flauw benul.
Op maandag is alles anders. Op maandag gaat mijn wekker niet gewoon af maar lijkt een hardrock band een eindeloze gitaarsolo weg te geven, terwijl een van de doorgesnoven bandleden de wil mij wakker te krijgen kracht bij zet door met een priem in mijn oor te steken. Op maandag stoot ik mijn teen tegen de poot van het bed, doet het warm water het niet, heeft schimmel het brood in huis veroverd, als het al niet plots op is, heeft mijn auto problemen met starten en blijkt mijn back-up, mijn fiets, gestolen. En zo gaat het de hele dag door. Onderwijl hoor ik hatelijk gelach. Ik voel dat ik voor de gek gehouden wordt. Treiterij is mijn deel. Iedere eerste dag van de week weer. Durf niet te beweren dat ik overdrijf. Ik ben namelijk niet gek.
Maandagavond. Het zit er bijna op. Nog heel even doorzetten. Morgen is het dinsdag en dinsdag is mijn vriend. Samen met woensdag. Nog zo’n steun en toeverlaat. Donderdag is bijna als thuiskomen, vrijdag staat gelijk aan met pantoffels op de bank eindelijk weer thuis zijn. Ik heb geen openhaard in een gezellig schaars verlichte huiskamer, maar het gevoel is volledig gelijk. De maandag is de zure appel in een schaal met louter fruit zo vers als denkbaar. Daar moet je even doorheen bijten. Meer kun je niet doen. Week na week. Jaar in, jaar uit. Maandagavond. Ik beweeg en verroer mij niet. Ik wacht op dinsdag. Mijn lieve, allerbeste dinsdag. Op dit moment mijn allergrootste vriend.
woensdag 10 augustus 2011
Abonneren op:
Posts (Atom)