maandag 6 december 2010

Het Grote Gemis..

Gek genoeg was ze niet eens verbaasd me te zien, maar blij was ze wel. Daar bestond geen enkele twijfel over. Ik kreeg een knuffel en ze aaide door mijn haar. Ze keek me blij en enthousiast aan. Ze pakte mijn hand en nam me mee naar binnen, onderwijl honderduit pratend over van alles en nog wat. Nu pas viel het me op dat ik zojuist blijkbaar aan de voordeur had gestaan van een woonboot. Het klopte wel, mijn mooiste herinneringen aan mijn oma waren uit de tijd dat ze daar woonde, maar in de hemel had ik dit zo één, twee, drie niet verwacht. Hoe is de huisvesting geregeld van mensen die in de hemel wonen? Ik durf te wedden dat u daar net zo weinig als ik bij hebt stilgestaan. Maar zo dus; Ze wonen daar waar jij graag zou willen dat ze dat doen. En dat is bijna altijd de plek waarvan jij denkt dat ze daar het gelukkigst waren. Of waarvan de herinneringen het mooist zijn.

We liepen naar de kamer en ze ging zitten op haar vaste stoel die ik nog zo goed kende. Ik nam tegenover haar plaats op een versie die op Marktplaats misschien nog geen vijf euro zou opbrengen, maar voor mij van onschatbare waarde was. Toen ik de kamer rondkeek was het één groot feest van herkenning. De stomste dingen, op de vensterbanken of op de kasten, leken plots de mooiste objecten ooit gemaakt. Ik snoof de geur op van de kamer en het voelde als thuiskomen. Ik was jaren op pad geweest, was overal geweest waar je maar kon komen, en nu was ik blijkbaar ineens weer thuis. Kent u het ware gevoel van thuiskomen na een lange en vermoeiende reis? Een totaal verregende vakantie of een aantal weken in een rumoerig hotel ergens in den vreemde en dan het moment dat je plaatsneemt in je eigen bed? Dat gevoel.

Ik was weer een jaar of acht en zat tegenover mijn oma op zomaar een zaterdagavond. Op het tafeltje tussen ons in stond een bord met kaasblokjes . Sommigen voorzien van een stukje ananas, andere gewoon zoals blokjes kaas waren bedoeld. Na een korte stilte vroeg ze me hoe het mij was vergaan. Of de tijd me had gebracht waar ik zo op hoopte. Ik had haar graag willen vermaken met een prachtverhaal over het verloop van mijn leven. Hoe soepel het allemaal was verlopen en hoe blij en gelukkig ik was geweest. Maar het lukte me niet. Tegen haar kon ik niet liegen. Ik vertelde mijn verhaal en ze luisterde aandachtig. Zelfs als er soms even een stilte in mijn betoog viel, zei ze niets. Ze veroordeelde me niet, maar luisterde gewoon. Soms reikte ze me het bordje met kaasblokjes aan. Soms liet ze gewoon een glimlach zien of knikte ze even.

Ik liet haar de foto’s van mijn kinderen zien. Ze nam ze van mij aan een keek er met volle aandacht naar. Het schoot me door mijn hoofd dat dit het moment was dat ze vaak moest huilen. Zittend in haar stoel, kijkend naar foto’s uit haar verleden. Hoe bang ik als kind was geweest dat ze haar tranen zou laten. Hoe ik dan mijn best deed het niet te zien. Maar dit keer was ik het. Dit keer kwamen bij mij de tranen. Van geluk. Omdat ik nu eindelijk de kans had gekregen haar te vertellen hoe het verder was gegaan, na de dag dat ze er ineens niet meer was. Omdat haar ik al die jaren zo veel had willen zeggen, zoveel had willen laten zien. Ik haar al die tijd zo nodig had gehad. En nu zat ze daar, in die stoel van haar, kijkend naar de lachende gezichten van mijn eigen kinderen. En ze lachte terug. Was zichtbaar trots. Mooier kun je echt niet thuiskomen.

Dingen zijn zoals ze zijn. Dingen gaan zoals ze gaan. In de meeste gevallen kun je daar niets aan veranderen. Ik heb ooit een vrouw gekend die me tot mijn laatste dag zal bijblijven. Op een dag was ze dood en dat was het dan. Maar zo werkte het gelukkig niet. Bij mij niet althans, want ze is altijd bij me gebleven. Bij mij gaan mensen blijkbaar niet zomaar dood. Eigenwijs als ik nu eenmaal ben. Maar ik heb het wel gemist de grootse dingen uit het leven met haar te kunnen delen. Maar uiteindelijk kwam het dus goed. Zomaar, op een dag. Toen we elkaar tegenkwamen in de hemel. We spraken over van alles en nog wat. En ze had geen mening. Behalve als ik hoopte dat ze die wel had. Ik kreeg de kans te laten zien wat ik haar moest laten zien. Ik deed mijn verhaal en alles was weer zoals het was. Het was het gevoel van thuiskomen. Het gevoel van een onvoorwaardelijk welkom. We aten kaasblokjes en lieten daarna beiden geen traan meer. Ze liet me winnen met dammen en alles was weer zoals het hoorde. En ik wist dat ik eindelijk weer thuis was.